Dove tintelende vingers: het carpaal tunnel syndroom

Sommige mensen hebben voortdurend een doof gevoel in de hand of ze hebben last van tintelende vingers. In veel gevallen hebben ze dan last van het carpaal tunnel syndroom. Maar wat is het carpaal tunnel syndroom? En wat kun je doen tegen het carpaal tunnel syndroom?

Het carpaal tunnel syndroom

Het carpaal tunnel syndroom ontstaat in de pols. Daar loopt een zenuw door een soort van tunnel. Bij het syndroom is die zenuw bekneld komen te zitten en dat veroorzaakt dove en tintelende vingers. Die klachten komen vooral ’s nachts voor. Maar ook overdag kan iemand klachten hebben bij bepaalde activiteiten zoals autorijden of fietsen.

Minder kracht in de hand

Mensen met het carpaal tunnel syndroom kunnen ook de kracht in hun hand verliezen. Sommige mensen hebben ook voortdurend pijn.

Naar de dokter met tintelende en dove vingers

Wie last heeft van de bovenstaande klachten moet eigenlijk zo snel mogelijk naar een dokter, want hoe eerder er behandeld kan worden hoe beter het is. Sommige mensen hebben zelfs zoveel klachten dat ze hun werk niet eens meer kunnen doen of liggen ’s nachts wakker van de pijn. In die gevallen is het natuurlijk helemaal zaak om zo snel mogelijk naar een arts te gaan.

Spierzenuwonderzoek

Als het idee bestaat er iemand aan carpaal tunnel syndroom lijdt, dan wordt er i het ziekenhuis eerst spierzenuwonderzoek gedaan. Daarbij worden elektroden op de vingers geplakt. Daarna worden de zenuwen gestimuleerd door er stroomstootjes doorheen te leiden. Met deze test is direct te bepalen of iemand lijdt aan het carpaal tunnel syndroom en kan er direct iets aan gedaan worden.

De behandelmethoden van carpaal tunnel syndromen

Het hangt van de klachten af wat er moet gebeuren als iemand aan het carpaal tunnel syndroom lijdt. Er zijn 3 behandelmethoden:

1. Een spalk om de hand ’s nachts. Dit brengt vaak verlichting
2. Een injectie met een ontstekingsremmer. Omdat de beknelde zenuw is opgezwollen wordt dit medicijn toegediend dat zorgt voor het afnemen van de zwelling. Zo’n injectie kan overigens ook meerdere keren worden gegeven.
3. Helpen deze tijdelijke maatregelen niet, dan is een operatie nodig. Daarbij wordt onder plaatselijke verdoving een snee gemaakt in het bindweefsel waarmee de tunnel is omgeven. Dat zorgt voor meer ruimte aan de zenuw die bekneld is geraakt. Daarmee verdwijnen de klachten in de meeste gevallen.

Na de operatie

Na de operatie van het carpaal tunnel syndroom moet de patiënt de hand een paar dagen niet gebruiken. Daarna mag de post zo’n drie weken niet zwaar belast worden. Zware tassen dragen of zwaar werk doen is dan uit den boze.

De oorzaak van het carpaal tunnel syndroom

De oorzaak van het carpaal tunnel syndroom is overigens nog steeds niet bekend. Veel mensen die het in hun ene hand hebben, krijgen het ook in hun andere hand. Er is wel bekend dat vooral vrouwen lijden aan het carpaal tunnel syndroom. Zij zijn dan meestal tussen de 40 en 60 jaar. Ook maken kunnen last krijgen van de aandoening, maar bij hen is dat percentage veel lager.

Meer kans op het carpaal tunnel syndroom

Er zijn mensen die meer kans maken op het syndroom. Dit zijn mensen met:

• Diabetes
• Reuma
• Schildklieraandoeningen
• Zwangere vrouwen die veel vocht vasthouden

Zwangere vrouwen die veel vocht vasthouden

Vrouwen die tijdens de zwangerschap last hebben van het carpaal tunnel syndroom hebben daar vaak na de bevalling geen last meer van. Het tintelende gevoel uit hun vingers verdwijnt als de baby er is. Overigens zijn er ook andere mensen die zomaar van het syndroom afkomen (zonder zwanger te zijn dus). De meeste mensen hebben echter wel een operatie nodig om van de kwaal af te komen.

Als je in beide handen het syndroom hebt

Sommige mensen zijn gevoelig voor de aandoening en krijgen het syndroom in beide handen. Eerst wordt dan de ene hand behandeld, vervolgens pas de andere. Dat is ook nodig omdat iemand anders helemaal niets kan. De genezing heeft bovendien tijd nodig.