Urine en onderzoek: betekenis medische termen
De termen die op een formulier voor laboratoriumonderzoek staan zijn niet voor iedereen bekend. Het zijn niet alleen de voorgedrukte termen die soms vragen oproepen. Ook de gegevens die de dokter erop schrijft vallen vaak onder het potjeslatijn. Een verklarende termenlijst voor een van de meest voorkomend verrichtingen op het microbiologisch laboratorium: onderzoek van urine.
Betekenis van medische termen: niet altijd duidelijk
Wanneer je naar de huisarts of specialist gaat omdat je klachten hebt wordt er nogal eens laboratoriumonderzoek van de urine aangevraagd. Zeker als de kans bestaat dat je bijvoorbeeld een blaasontsteking hebt zal de dokter je vaak naar het laboratorium sturen met een formulier en een of meer potjes om te vullen. Maar ook uit routine, vóór een ingreep bijvoorbeeld, wordt vaak de urine onderzocht. Het is dan meestal de behandelend specialist die het onderzoek aanvraagt. De termen die op het formulier staan zijn niet altijd even duidelijk voor wie er niet in thuis is.
Dokter, wat is de betekenis?
Het makkelijkste is natuurlijk om de arts om uitleg te vragen over wat hij of zij op het formulier schrijft, het gaat tenslotte over jouw gezondheid. Maar in de praktijk blijkt dat mensen vaak pas thuis wisten wat ze ook al wilden vragen, of hebben er gewoon niet eerder aan gedacht. Of de dokter is niet al te toegankelijk en heeft een beetje haast. Met een formulier voor onderzoek thuis gekomen blijkt er nog wat onduidelijkheid over wat er precies op staat. Veel termen hebben een algemene betekenis, maar kunnen lastig te duiden zijn als je er geen kaas van gegeten hebt. En wat betekenen die aangevraagde onderzoeken?
Veel voorkomende medische termen bij onderzoek van urine: de betekenis
Voor wie graag wil weten wat een en ander betekent staan hieronder veel voorkomende medische termen vermeld, met uitleg. In dit deel woorden en afkortingen die worden gebruikt om de verschijnselen (symptomen) te omschrijven, de zogenaamde
klinische gegevens:
- bacteriurie: bacteriën in de urine
- CAD: catheter à demeure, verblijfscatheter
- cath.: afkorting voor catheter, slangetje voor het afvoeren van urine
- cystitis: blaasontsteking
- dysurie: moeilijk kunnen plassen
- enuresis: onwillekeurige urinelozing
- enuresis nocturna: bedplassen
- erythrocyturie: erythrocyten, rode bloedcellen in de urine
- gravida: zwanger
- haematurie: bloed in de urine
- leucocyturie: leucocyten, witte bloedcellen in de urine
- macroscopisch bloed: bloed in de urine, met het blote oog zichtbaar
- microscopisch bloed: bloed in de urine, alleen onder de microscoop zichtbaar
- mictie: urinelozing
- nefrolithiasis: niersteen
- pathologie: ziektebeeld
- pollakisurie: toename van het aantal urine-lozingen per dag zonder dat de dagelijks geproduceerde hoeveelheid urine toeneemt
- polyurie: vaker en meer moeten plassen
- prostatitis: ontsteking van de prostaatklier
- pyelonefritis: nierbekkenontsteking
- recidief, recidiverend: terugkeer, terugkerend
- renaal: betreffende de nier(en)
- strangurie: langzame en pijnlijke urinelozing
- stress incontinentie (inspanningsincontinentie): het niet-kunnen ophouden van de urine tijdens lichamelijke activiteiten waarbij de druk in de buik toeneemt, bijvoorbeeld hardlopen, springen, hoesten, niezen, lachen
- temp: temperatuur, aanduiding voor koorts
- ureter: urineleider (van nieren naar blaas)
- urethra: plasbuis (van blaas naar buiten)
- urethritis: ontsteking van de plasbuis
- urge: aandrang
- urge incontinentie: sterke aandrang tot plassen met urineverlies
- urolithiasis: urinewegsteen
- UWI: urineweginfectie
Termen die worden gebruikt bij laboratoriumonderzoek
Termen en afkortingen daarvan die op het
laboratoriumformulier worden gebruikt, hetzij voorgedrukt of erbij geschreven door de arts:
- aspect: kenmerken die worden waargenomen door ernaar te kijken: bijvoorbeeld kleur, troebelheid
- banale kweek: algemene kweek; er wordt onderzoek verricht naar de meest voorkomende, snelgroeiende micro-organismen
- dipslide: een plastic steel met een klein oppervlak waar medium op zit; hierop kan men in de huisartsenpraktijk een indruk krijgen van het aantal bacteriën in de urine, zonder dat er een kweek in het laboratorium wordt gedaan. Het principe is hetzelfde, maar als de uitslag niet goed te interpreteren is moet er alsnog urine naar het laboratorium voor een uitgebreide kweek
- first void: eerste portie van een urinelozing
- gewassen plas: middelste deel van een urinelozing
- Gram(preparaat): preparaat gekleurd volgens Gram; onderzoek waarbij urine wordt gecentrifugeerd en een druppel van het bezinksel op een preparaatglaasje wordt aangebracht en gekleurd, en onder de microscoop wordt bekeken op cellen en bacteriën; het maakt onderscheid tussen diverse groepen bacteriën mogelijk
- midstream: middenstroom, middelste deel van een urinelozing
- nitriet positief: uitslag van een testje met een strip, die aangeeft dat er nitriet is gevormd; dit duidt op de aanwezigheid van bacteriën in de urine en is vaak aanleiding voor het maken van een kweek. Omgekeerd kan een negatieve nitriettest een bacteriële urineweginfectie niet uitsluiten want niet alle bacteriën vormen nitriet
- resistentie: gevoeligheidspatroon van een bacterie voor verschillende antibiotica; belangrijk om te weten bij de keus voor een antibioticum
- sediment: bezinksel; onderzoek waarbij urine wordt gecentrifugeerd en een druppel van het bezinksel onder de microscoop wordt bekeken op cellen, kristallen en bacteriën
- semi kwantitatief de werkwijze waarop een sediment en Grampreparaat worden gemaakt
- uricult: zie dipslide
Deze lijsten zijn uiteraard niet compleet; wel zijn dit voor artsen en laboranten alledaagse begrippen die vaak worden gebruikt
Lees verder