Diabetesdieet, een suikerziektedieet
Diabetes, ook wel suikerziekte genoemd, is een stofwisselingsziekte. De oorzaak is een tekort aan het hormoon insuline, dat in de alvleesklier wordt aangemaakt. Met behulp van insuline kan glucose (suiker) vanuit het bloed in de lichaamscellen dringen.
Een tekort aan insuline leidt tot hoge bloedsuikerwaarden, wat gepaard gaat met:
- veel plassen
- heel veel dorst
- vermagering
- vermoeidheid
Er zijn twee soorten diabetes:
- Type I: dit type ontstaat meestal op jeugdige leeftijd en komt voor bij kinderen en adolescenten. Het wordt daarom ook wel jeugddiabetes genoemd. De alvleesklier produceert nauwelijks of geen insuline meer. 2 tot 4 keer per dag moet er insuline in het lichaam gespoten worden. Tevens moet er op de voeding gelet worden, vooral op de hoeveelheid suikers (koolhydraten) die verbruikt worden. Wat belangrijk is, is veel lichaamsbeweging.
- Type II: dit type wordt ook wel ouderdomsdiabetes genoemd, het komt voor boven de 40 jaar.
Type I
De oorzaak van dit type is helaas nog niet bekend. Echter, artsen beweren dat deze factoren een rol erin spelen:
virussen of giftige stoffen die de alvleesklier beschadigen een stoornis in het afweersysteem waardoor de alvleeskliercellen worden vernietigd. Zij produceren normaal de insuline een familiale voorgeschiedenis met type I
Hoe werkt het
Het lichaam maakt bij type I bijna geen of geen insuline meer aan. Het gevolg hiervan is een stoornis in de verwerking van de uit de voeding afkomstige koolhydraten (suikers en zetmeel). De koolhydraten worden verteerd in de darm tot glucose, het kleinste koolhydraat. Hierna komt glucose in het bloed terecht. Het bloed vervoert glucose naar alle cellen van het lichaam. Glucose levert de energie die nodig is, zo kunnen de lichaamscellen hun werk doen. Voordat glucose vanuit het bloed in de lichaamscellen kan binnendringen, is insuline nodig.
Hyperglycemie en hypoglycemie
De hoeveelheid en soort insuline wordt afgestemd op de verdeling van de koolhydraten over de dag. Als binnen één maaltijd meer koolhydraten worden verbruikt dan afgesproken, is de kans aanwezig dat het bloedsuikergehalte te hoog wordt. Dit noemt men hyperglycemie. De verschijnselen hiervan zijn: veel plassen, droge mond, vermoeidheid.
Gebruik je binnen een maaltijd minder koolhydraten dan afgesproken, of sla je een maaltijd over, kan het bloedsuikergehalte te laag worden. Dit noemt men hypoglycemie. De verschijnselen hiervan zijn: bleek worden, transpireren, beven, of zelfs bewusteloosheid.
Regelmaat
Het is uiterst belangrijk regelmatig iets te eten dat koolhydraten bevat. Hierdoor werkt de insuline beter. 4 tot 6 keer per dag een maaltijd of tussendoortje is genoeg.
Gezonde voeding
De voeding voor een diabetici bestaat uit weinig vet, vooral weinig verzadigd vet.
De gezonde voedingsmiddelen zijn:
- groenten
- volle graanproducten (bruinbrood)
- vers fruit (niet te veel)
- vetarme melkproducten
- vetarm vlees, vis en mager gevogelte
Koolhydraten
Het is belangrijk te weten dat niet alle koolhydraten dezelfde invloed hebben op het bloedsuikergehalte. Sommige worden sneller in het bloed opgenomen dan andere.
In kristalsuiker zitten snel opneembare koolhydraten. Dit voedingsmiddel is verwerkt in:
- limonade en frisdrank
- snoep
- jam
- honing
- appelmoes
- vruchten in blik
Voedingsmiddelen met koolhydraten die trager opgenomen worden, zijn:
- volkorenbrood
- bruinbrood
- groente en fruit
- peulvruchten
- volkoren graanproducten en deegwaren
- aardappelen
- ongepelde rijst
Gevarieerde voeding
Iedere dag de voedingsmiddelen afwisselen is een gezonde voeding. Je vervangt het een door een ander met een vergelijkbaar energie- en koolhydratengehalte.
Suiker
In beperkte mate kunnen diabetici suikerhoudende producten in de voeding gebruiken. Let op, tijdens het sporten wordt afgeraden frisdranken te nuttigen. Zij bevatten, buiten veel suiker, niks anders om het bloedsuikergehalte te laten stijgen.
Alcohol
Diabetici worden aangeraden matig alcohol te drinken. Alcohol heeft een bloedsuikerverlagend effect. Drink het bij voorkeur tijdens de maaltijd of vlak voor/ vlak na de maaltijd. Vermijd cocktails en zoete aperitieven. Deze bevatten over het algemeen veel suiker.