Afstoting van organen bij transplantatie
Het risico bij een transplantatie is de mogelijke afstoting van het orgaan van de donor door cellen van het afweersysteem (leukocyten) van de ontvanger. Deze herkennen vreemde stofjes (antigenen) op de cellen van het donororgaan als lichaamsvreemd en gaan daardoor het donororgaan in feite 'aanvallen'. Dit heeft afstoting tot gevolg. Gelukkig weten we tegenwoordig veel meer over deze cellen en kunnen we vroege signalen van complicaties signaleren en tijdig op anticiperen.
Orgaantransplantatie
Transplantatie wordt omschreven als het overbrengen en inhechten van een orgaan en/of weefselgedeelte van de natuurlijke plaats (de
donor) naar een andere plaats (de
acceptor of patient). Dit gebeurt om slechte en/of niet meer functionerende organen van de patient te vervangen, zodat het lichaam weer naar behoren kan functioneren. Bij transplantaties is er helaas een risico op afstoting.
Afstoting organen
Er zijn drie vormen van afstoting die kunnen worden onderscheiden:
- Hyperacute afstoting: Het getransplanteerde orgaan wordt binnen enkele minuten afgestoten. Antistoffen van de ontvanger richten zich tot de donorantigenen (denk aan de AB0-bloedgroepantigenen). Het kan worden voorkomen d.m.v. een serum.
- Acute afstoting: Het getransplanteerde orgaan wordt na enkele dagen tot enkele weken na de transplantatie afgestoten. T-lymfocyten zien lichaamsvreemde HLA-eiwitten op als eigen HLA-eiwitten met een antigeen en gaan daardoor in de tegenaanval. Lees hieronder meer over HLA-eiwitten.
- Chronische afstoting: Het getransplanteerde orgaan loopt gedurende enkele maanden beschadigingen op.
Human Leucocyte Antigen
HLA-eiwitten, een grote groep gelijksoortige eiwitten (de Human Leucocyte Antigen), verschillen onderling slechts een klein beetje van elkaar. De eiwitten vormen een hoofdonderdeel van het immuunsysteem. De
HLA-eiwitten klasse 1 komen in principe op het oppervlak van alle lichaamscellen voor en ieder mens heeft een eigen combinatie hiervan. Dit zogenaamde HLA-type is net zo persoonlijk als een vingerafdruk.
HLA Klasse 2 komt voor op alle afweercellen, bijvoorbeeld op de macrofagen.
Immuniteit T-lymfocyten
De functie van HLA heeft direct te maken met het opwekken van immuniteit door T-lymfocyten. De eiwitten van het HLA-systeem werken als
presenteerblaadjes aan de buitenkant van cellen waarop kleine stukjes eiwit (peptiden) worden aangeboden aan T-lymfocyten. De T-lymfocyten bekijken de peptiden die door de cel op het HLA-eiwit gepresenteerd worden. Zolang deze peptiden afkomstig zijn van lichaamseigen eiwitten, zullen T-lymfocyten niet reageren. Dit hebben ze immers geleerd in de thymus (daar worden T-lymfocyten ontwikkeld uit lymfocyten). Als een cel door een virus is geïnfecteerd, dan bevat deze wel lichaamsvreemde eiwitten en peptiden, die afkomstig zijn van dit virus. Een T-lymfocyt herkent deze
combinatie van HLA én het antigeen/peptide (een B-lymfocyt herkent alleen antigenen). Dit heeft een virusspecifieke reactie van het afweersysteem tot gevolg, waarbij de geïnfecteerde cel wordt gedood.
Complicaties orgaantransplantaties
HLA is bij ieder mens anders (behalve bij eeneiïge tweelingen). Op allelen coderen verschillende delen DNA voor verschillende HLA-eiwitten. Als een donororgaan in een ontvanger terecht komt is de kans groot dat cellen van het orgaan dat wordt getransplanteerd
niet dezelfde HLA-eiwitten heeft als de cellen van de ontvanger. De eiwitten worden opgemerkt door T-lymfocyten als lichaamsvreemd (antigeen), waardoor het lichaam het orgaan afstoot.
Succes bepalen
HLA-A, HLA-B en HLA-DR zijn het meest bepalend voor het succes van de transplantatie. Hoe meer van deze antigenen van het donororgaan overeenkomen of verenigbaar zijn met die van de ontvanger, des te kleiner is de kans op afstoting. Hier wordt dus vooraf vaak onderzoek naar gedaan.
Xenotransplantatie
Xenotransplantatie is het transplanteren van een orgaan van een soort naar een andere soort. Bij het transplanteren van dierlijk en menselijk HLA ontstaan heftige afstotingsverschijnselen. Door het
transgeen maken van de dieren, zullen de transplantaten succesvoller kunnen verlopen.