Bloedverdunners of antistollingsmiddelen: bijwerkingen

Wat zijn bloedverdunnende medicijnen?
Bloedverdunners is een term waarmee in de volksmond medicijnen worden aangeduid die de stolling in het bloed afremmen. In feite komt er geen verandering in de viscositeit of stroperigheid van het bloed; strikt genomen wordt het dus niet dunner. Een term die beter aangeeft waar het op slaat is in feite "antistollingsmiddel". Antistollingsmiddelen of anticoagulantia zijn geneesmiddelen die ervoor zorgen dat bij inname ervan een ongewenste stolling van het bloed voorkomen wordt. Hierdoor kunnen negatieve effecten zoals bijvoorbeeld trombose vermeden worden.Functie bloedverdunners
Opdat het menselijk lichaam optimaal kan functioneren moet er een goed evenwicht zijn tussen de stolling en de ontstolling van het bloed. Helt de balans te fel over naar ontstolling, dan ga je te snel en teveel bloeden als je je verwondt. Zo ga je bij een te zwakke bloedstolling bijvoorbeeld bloeden als een rund wanneer je in je vinger snijdt. Als je bloed daarentegen al te snel gaat stollen, dan kan er gevaar optreden voor de bloedsomloop. Mogelijk loop je dan risico om een bloedklonter te ontwikkelen, wat levensbedreigend kan zijn. Bloedverdunners of antistollingsmiddelen zorgen ervoor dat er een evenwicht ontstaat tussen de stolling en de ontstolling van het bloed.Wanneer bloedverdunners gebruiken?
Gebrek aan lichaamsbewegingWanneer je voor een ziekte of aandoening in het hospitaal verblijft en het bed moet houden, dan kan de behandelende arts uit voorzorg een antistollingsmiddel voorschrijven. Dit dient om te voorkomen dat er bloedklonters ontstaan door het gebrek aan lichaamsbeweging. Om dezelfde reden zetten sommige mensen een injectie met een bloedverdunnend medicijn net voor het maken van een lange vlucht met het vliegtuig, vooral om een zogenaamd "trombosebeen" te voorkomen.
Antistollingsmiddelen bij ziektes
- behandeling tegen diepe veneuze trombose
- longembolie
- herseninfarct
- hartinfarct
- hartaandoeningen
- boezemfibrilleren
- bij mensen met de "Factor V van Leiden": een natuurlijke aanleg voor snellere bloedstolling dan normaal
Soorten antistollingsmiddelen
InjectieAntistollingsmiddelen zijn er in de vorm van pillen en in de vorm van injectiesspuitjes. Injecties worden doorgaans gegeven bij acute problemen waarbij de patiënt in de onmogelijkheid verkeert om zijn ledematen voldoende te bewegen. Merknamen zijn bijvoorbeeld Fraxiparine of Clexane. Ook net voor een vliegreis kan een spuitje met een bloedverdunnend medicijn gezet worden.
Pil
De orale inname van antistollingsmedicijnen wordt doorgaans voorgeschreven bij een langdurige behandeling, bijvoorbeeld ter revalidatie na een trombose. Voorbeelden van antistollingsmedicijnen om oraal in te nemen zijn onder meer:
- Sintrom (acenocoumarol)
- Marcoumar (fenprocoumon)
- Marevan (warfarine)
- Xarelto (rivaroxaban)
- Eliquis (apixaban)
- Pradaxa (dabigatran)
Bijwerkingen bloedverdunners
DosisBloedverdunners of antistollingsmiddelen moeten erg omzichtig gebruikt worden, vermits een te hoge of te lage dosis al gauw complicaties met zich mee kan brengen. Bij een te làge dosis van het antistollingsmiddel kan je gevaar lopen om toch bloedklonters te ontwikkelen, omdat je bloed ondanks het medicijn nog teveel stolt. Bij een te hoge dosis van het antistollingsmiddel kan je bloed te dun worden en loop je dan weer het gevaar op inwendige of uitwendige bloedingen. Het is voor de behandelende arts dus een kwestie van de exacte dosis van het medicijn te vinden om eventutele complicaties te vermijden. Voor een patiënt is het dan ook belangrijk om die voorgeschreven dosis nauwgezet na te volgen.
Mogelijke bijwerkingen
- wonden die lang blijven bloeden en moeilijk stollen, bijv. na blessure bij het sporten
- bloeding van tandvlees bij het tandenpoetsen
- opvallend veel blauwe plekken ontwikkelen
- snel en makkelijk bloeden aan de neus
- maagbloedingen
- darmbloedingen
- hoofdpijn
- duizeligheid
- hartkloppingen
- braken