Schimmel, zowel vriend als vijand van de mens
Schimmels kent iedereen van ons want er bevinden zich daarvan heel wat in het lichaam van de mens. En de bakker bijvoorbeeld, zou zijn gist absoluut niet willen missen terwijl bierdrinkers maar wat gelukkig zijn met het bestaan van biergist. Ook bij de bereiding van kaas bewijzen schimmels goede diensten: geen Camembert, Brie of Roquefort zonder schimmel. Maar genoemde schimmels hebben ook onvriendelijke verwanten die tot ware plaaggeesten voor de mens kunnen uitgroeien.
Wat alle schimmels met elkaar gemeen hebben
Ongeacht of het nu een ziekmaker of een onmisbaar element in de voedselbereiding is, biologisch gezien horen ze tot de planten. Hun naaste verwanten zijn de algen. Maar omdat schimmels geen voor planten typische kenmerken zoals wortelen of bladeren
hebben, worden schimmels door biologen toch als een op zich zelf staande soort behandeld. Wereldwijd zijn er ongeveer 100.000 verschillende soorten.
Schimmels kunnen enorme proporties aannemen
Een schimmel bestaat doorgaans uit een ragfijn netwerk van draden, het mycelium. Soms groeit dit schimmelmycelium uit tot een vruchtlichaam. Voorbeelden van deze vruchtlichamen zijn de populaire eetbare paddenstoelen: champignons, cantharellen en morieljes. Het merendeel van de schimmels gedijt echter min of meer verborgen en kan daar enorme proporties aannemen.
Het grootste levende wezen op aarde is een schimmel! Amerikaanse onderzoekers hebben dit mycelium in de bodem
gevonden, dat zich over een gebied van ongeveer 600 vierkante kilometer uitstrekte. Ook menselijke cellen zoals de huid,
kunnen door een schimmel met een onzichtbare netwerk zijn doortrokken.
Zonder schimmels geen leven op aarde
Maar hoe eng dit soort uitwassen op het eerste gezicht ook mogen lijken, het is goed dat er schimmels zijn. Want eigenlijk zijn het niets anders dan enorme recyclingfabrieken. Omdat ze zelf geen energie uit zuurstof en zonlicht kunnen absorberen zoals bloemen en bomen dat doen, moeten zij zich met andere voedingsstoffen tevreden stellen die andere organismen hen bieden. In de regel zijn afgestorven planten of dierlijke kadavers hun voedsel. Schimmels kunnen deze resten volledig verteren, slechts enkele stoffen zoals mineralen of water blijven over. En die blijven dan weer over voor andere levende wezens. Zonder schimmels zou er dus geen leven op deze aarde zijn.
Niet alle schimmels zijn verkeerd dus.
Waar treffen we schimmels aan?
Schimmels zijn geen fijnproevers en absoluut niet kieskeurig als het om hun voedsel gaat. Daarom treffen we ze zo goed als overal aan: in de bodem voelen ze zich evengoed op hun gemak als in de lucht, in het
water, in voedsel of
in woningen. En sommige doen het goed in levende organismen. We noemen ze schadelijk wanneer deze schimmels parasiteren en de "gastheer" schade berokkenen.
Schimmels als schadelijke parasieten
Experts schatten dat ongeveer 100 schimmelsoorten in het menselijk lichaam kunnen groeien en dat lichaam schade kunnen toebrengen. Een schimmel wordt als schadelijk beschouwd, als die in staat is permanent in het menselijk lichaam te overleven en zich daarvan te voeden. Medische wetenschappers noemen ziekmakende schimmels pathogenen.
Willen schimmels zich voor langere tijd in het lichaam nestelen, dan moeten ze zich aan de lichaamscellen van de gastheer kunnen vasthechten. Daartoe zijn pathogene schimmels voorzien van chemische stoffen waarmee zij letterlijk aan huidcellen kunnen “aandokken”. Is die verbinding eenmaal tot stand gebracht, dan is ze zo krachtig als tweecomponentenlijm. Ook krachtige mechanische wrijving kan de schimmel niet meer volledig verwijderen.