Het richtingsgevoel van mannen en vrouwen
Als het erom gaat een juiste route uit te zetten en te volgen, komen mannen gemiddeld genomen sneller aan op hun bestemming en hebben ze bovendien een efficiëntere route afgelegd dan vrouwen. In hoeverre is richtingsgevoel in het brein sekse-gerelateerd? Is dit ook te beïnvloeden? Zijn er ook andere conclusies te trekken? Onderzoek uit 2015 suggereert van wel.
Mannen versus vrouwen
Het is een gegeven dat er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Niet alleen uiterlijk, maar ook in de manier waarop ze taken aanpakken en tot een eind brengen. Sommige van die verschillen zijn wellicht terug te voeren op het brein, of op hormonen gerelateerd aan de betreffende sekse. Om uit te zoeken of dit zo is, of dat er sprake is van culturele en maatschappelijke vorming van gewoontes zetten
Carl W.S. Pintzka en andere onderzoekers van de
Norwegian University of Science and Technology een onderzoek op. De vraag hierbij was onder meer of het aan vrouwen toedienen van testosteron (een mannelijk hormoon) verschil zou maken bij het vinden van de juiste route.
Onderzoek naar richtingsgevoel
Er werden achttien mannen en achttien vrouwen verzameld om aan het onderzoek deel te nemen. Alle proefpersonen kregen een uur de tijd, waarin ze de kans kregen om een virtueel doolhof onder de knie te krijgen. Vervolgens moesten ze met behulp van een joystick binnen dertig seconden een route door het doolhof afleggen. Tijdens de test bevonden de proefpersonen zich in een MRI-scanner, zodat onderzoekers konden achterhalen welke delen van het brein actief waren bij het oplossen van het route-probleem.
Eerste uitslagen
Het bleek dat mannen tot wel vijftig procent meer succes hadden om binnen de gestelde tijd op het gewenste punt in de doolhof aan te komen. Een belangrijke oorzaak is, volgens de metingen, gelegen in het feit dat mannen en vrouwen andere strategieën gebruiken. Mannen kiezen meer voor richting naar de eindbestemming, terwijl vrouwen zich vooral oriënteren op basis van herkenningspunten die zich langs de af te leggen route bevinden. Als het gaat om routes te vinden is de mannelijke aanpak efficiënter en daardoor binnen de korte gegeven tijd ook vaker succesvol. Uit de MRI-scans blijkt bovendien dat mannen en vrouwen voor het oplossen van de route-vraagstukken een flink deel van het brein gebruiken, maar niet exact hetzelfde. Bij mannen wordt de hippocampus vaker ingezet.
Verander de situatie met testosteron
Mannen en vrouwen lossen de route-problemen dus net iets anders op. Is dat cultureel en maatschappelijk zo gegroeid, of heeft dit iets te maken met fysieke aspecten van het man of vrouw zijn? Er is natuurlijk wel een historische reden aan te wijzen. In vroeger tijden waren de vrouwen meer de verzamelaars van voedsel en kruiden, de mannen waren vaker op jacht. Voor de jacht is het vinden van de juiste route belangrijk, voor het verzamelen van voedsel moet je vooral lokaal efficiënt uit de weg kunnen en snel op basis van herkenningstekens beslissingen kunnen maken. Om er achter te komen of er naast die historische reden ook een fysieke reden te vinden is, werd de test aan een tweede groep van 42 vrouwen voorgelegd. De helft van de vrouwen kreeg een druppeltje testosteron onder de tong, de andere helft kreeg een placebo. De test werd dubbel-blind uitgevoerd, dat wil zeggen dat de vrouwen zelf niet wisten wie de testosteron of de placebo had, maar bovendien wisten de direct bij het onderzoek betrokken onderzoekers het ook niet. Vervolgens kregen de deelnemers een aantal routes op te lossen.
Opmerkelijk
De verwachting van de onderzoekers was geweest dat de vrouwen mét de testosteron nu méér taken tot een goed einde zouden brengen. Dat bleek echter niet het geval. Wel bleek uit de MRI-scans dat de vrouwen met de testosteron in hun brein nu meer gebruik maakten van de hippocampus om het route-probleem op te lossen.
Alzheimer
De uitslag van dit onderzoek is verrassend, en heeft mogelijk consequenties voor aandoeningen die zich in de hersenen van vrouwen of van mannen voordoen, waarbij een bepaalde ziekte meer bij de ene groep, een andere ziekte meer bij de andere groep voordoet. Zo wordt de ziekte van Alzheimer vaker bij vrouwen dan bij mannen geconstateerd. Een van de eerste symptomen van de ziekte van Alzheimer is het kwijtraken van het gevoel voor richting, en dus je weg niet meer kunnen vinden.
Een breder begrip
Het zou natuurlijk mooi zijn als dit onderzoek, en soortgelijke nog uit te voeren onderzoeken, ons een beter beeld geven van aandoeningen die blijkbaar voor een deel sekse-gerelateerd zijn. Een beter inzicht kan ook helpen bij het vinden van oplossingen, die de ziekte kunnen voorkomen of genezen, of bij het vinden van oplossingen om beter met de gevolgen om te gaan.