Glycopeptiden: Antibiotica voor grampositieve bacteriën
Glycopeptiden zijn antibiotica die werkzaam zijn tegen grampositieve bacteriën. Dit soort antibiotica remt namelijk de celwandsynthese van bacteriën. De arts gebruikt dit antibioticum als reserveantibioticum voor de behandeling van infecties die resistent zijn tegen andere antibiotica. Vancomycine, Teicoplanine en Dalbavancine zijn drie soorten glycopeptiden. Deze antibiotica worden vooral ingezet bij meticilline-resistente stafylokokkeninfecties. Net zoals bij het gebruik van andere medicijnen, kunnen er ook bij het gebruik van deze antibiotica bijwerkingen optreden.
Glycopeptiden: Mechanisme van werking
Glycopeptiden zijn een klasse van antibiotica die een essentieel mechanisme hebben voor het bestrijden van bacteriën, vooral grampositieve bacteriën. Deze antibiotica werken door de celwandsynthese van bacteriën te remmen, wat essentieel is voor hun overleving. Het mechanisme van glycopeptiden beïnvloedt de bacteriële celwandstructuur, waardoor deze verzwakt en de bacterie uiteindelijk sterft.
Remming van celwandsynthese
Glycopeptiden, zoals vancomycine, binden zich aan specifieke componenten van de celwand van bacteriën. Dit voorkomt dat de bacteriën hun celwand op de juiste manier bouwen, wat leidt tot een verhoogde celwandpermeabiliteit en uiteindelijk de dood van de bacterie. De celwand is essentieel voor de structuur en bescherming van de bacterie, en het blokkeren van de synthese ervan maakt de bacteriën kwetsbaar voor externe invloeden.
Effect op de grampositieve bacteriële cellen
Glycopeptiden hebben een specifiek effect op grampositieve bacteriën. De structuur van de celwand van grampositieve bacteriën bestaat uit een dikke laag peptidoglycaan, die glycopeptiden effectief kunnen targeten. Dit maakt glycopeptiden bijzonder nuttig bij het bestrijden van bacteriën die resistent zijn tegen andere veelgebruikte antibiotica, zoals penicilline.
Farmacokinetiek van glycopeptiden
De farmacokinetische eigenschappen van glycopeptiden, zoals hun absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie, zijn cruciaal voor hun effectiviteit in de behandeling van infecties. Vanwege de manier waarop deze antibiotica in het lichaam worden verwerkt, moeten ze zorgvuldig worden toegediend en gecontroleerd om een optimale effectiviteit en minimale bijwerkingen te waarborgen.
Absorptie en distributie
Glycopeptiden worden meestal niet goed geabsorbeerd via de maag-darmwand en worden daarom vaak intraveneus toegediend. Eenmaal in het bloed wordt het medicijn gelijkmatig verdeeld over verschillende weefsels, inclusief de longen, huid, botten en andere delen van het lichaam die vatbaar zijn voor infecties. Vancomycine heeft bijvoorbeeld een uitstekende penetratie in het hersenvocht, wat het nuttig maakt bij de behandeling van hersenvliesontstekingen.
Eliminatie van glycopeptiden uit het lichaam
De meeste glycopeptiden worden via de nieren uitgescheiden. De nierfunctie is een belangrijke factor bij de dosering van deze antibiotica, omdat een verminderde nierfunctie kan leiden tot verhoogde bloedspiegels van het medicijn en een groter risico op bijwerkingen. Dit benadrukt het belang van het monitoren van de nierfunctie bij patiënten die glycopeptiden ontvangen.
Toepassingen van glycopeptiden bij infecties
Glycopeptiden worden vaak ingezet bij ernstige infecties veroorzaakt door grampositieve bacteriën, vooral bij patiënten die resistent zijn voor andere antibiotica. De veelzijdigheid van glycopeptiden maakt ze geschikt voor verschillende infecties, van huidinfecties tot systemische aandoeningen zoals bacteriëmie en endocarditis.
Behandeling van meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA)
Een van de belangrijkste toepassingen van vancomycine is de behandeling van infecties veroorzaakt door meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA). Deze stam van Staphylococcus aureus is resistent tegen veelgebruikte antibiotica, waardoor vancomycine vaak de enige optie is voor effectieve behandeling. Het is van cruciaal belang om het juiste doseringsschema te volgen om resistentie tegen vancomycine zelf te voorkomen.
Behandeling van andere grampositieve infecties
Naast MRSA wordt vancomycine ook gebruikt voor de behandeling van andere grampositieve bacteriën, zoals Streptococcus pneumoniae, enterokokken en Clostridium difficile-infecties. Glycopeptiden zijn effectief tegen bacteriën die complicaties kunnen veroorzaken bij patiënten met verzwakte immuunsystemen, zoals patiënten met hiv of die chemotherapie ondergaan.
Epidemiologie en opkomst van resistentie
In de afgelopen jaren, tot en met anno september 2024, is er een toenemende bezorgdheid over de wereldwijde verspreiding van resistente bacteriestammen, met name tegen glycopeptiden. Het aantal geïnfecteerde patiënten met resistente bacteriën neemt toe, wat de noodzaak benadrukt voor het ontwikkelen van nieuwe antibiotica en behandelingsstrategieën.
Vancomycine, een soort antibioticum
Indicatie
Via een ader
Vancomycine dient de arts intraveneus (via een ader) toe voor de behandeling van meticillineresistente
Staphylococcus aureus en andere multiresistente grampositieve organismen. Ook wordt vancomycine gebruikt voor de behandeling en preventie van grampositieve infecties bij patiënten met een
penicillineallergie. Dit antibioticum wordt tevens gebruikt voor de behandeling van
meningitis (hersenvliesontsteking met
hoofdpijn en een
stijve nek) veroorzaakt door penicilline-resistente stammen van de bacterie Streptococcus pneumoniae. Daarnaast behandelt de arts ook
bacteriële pneumonie (
longontsteking),
endocarditis (
ontsteking van de binnenkant van het
hart), osteomyelitis (botinfectie) en weke-deleninfecties met vancomycine.
Via de mond
Een orale (via de mond) inname van het
medicijn is een alternatief voor metronidazol voor de behandeling van
colitis (dikkedarmontsteking) veroorzaakt door de bacterie
Clostridium difficile. Hoewel metronidazol de voorkeur geniet vanwege het risico op vancomycineresistentie bij enterokokken, is vancomycine een geschikt alternatief.
Antibioticaresistentie
Antibioticaresistentie tegen glycopeptiden komt voor, met als voorbeelden glycopeptide-resistente enterokokken (GRE) en vancomycineresistente
Staphylococcus.

De arts controleert regelmatig het gebruik bij patiënten die Vancomycine gebruiken /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay
Bijwerkingen
Vancomycine kan ototoxiciteit (schade aan het gehoor) en nefrotoxiciteit (schade aan de
nieren) veroorzaken. Daarom moet de arts regelmatig een
bloedonderzoek uitvoeren om de serumspiegels te controleren. Ook moet de arts extravasatie op de injectieplaats voorkomen, omdat dit
necrose (weefselversterf) en
tromboflebitis (oppervlakkige aderontsteking met
pijn) kan veroorzaken. Bij extravasatie loopt het bloed onbedoeld buiten het bloedvat. Een te snelle infusie kan een symptomatische afgifte van histamine veroorzaken, bekend als het "red man syndroom". Het
Farmacotherapeutisch Kompas heeft een uitgebreide lijst van mogelijke bijwerkingen van vancomycine.
Teicoplanine, een soort antibioticum
Indicatie
Dit glycopeptide-antibioticum is minder nefrotoxisch dan vancomycine en heeft gunstigere farmacokinetische eigenschappen (de manier waarop het lichaam het medicijn verwerkt), waardoor het vaak mogelijk is om het eenmaal daags toe te dienen.
De arts gebruikt dit antibioticum voor de behandeling van:
- Bacteriëmie
- Bot- en gewrichtsinfecties
- Longontsteking (zowel binnen als buiten het ziekenhuis opgelopen)
- Enterocolitis veroorzaakt door Clostridium difficile (orale toediening)
- Gecompliceerde huidinfecties en weke-deleninfecties
- Gecompliceerde urineweginfecties
- Infectieuze endocarditis (ontsteking van de binnenkant van het hart)
- Peritonitis (buikvliesontsteking door infectie in de buikholte) geassocieerd met CAPD (vorm van dialyse)

Hoofdpijn is een mogelijke bijwerking van Teicoplanine /
Bron: Geralt, Pixabay
Bijwerkingen
Vaak voorkomende bijwerkingen zijn
jeukende huid,
huiduitslag,
roodheid van de huid en
koorts. Soms kan een ernstige
allergische reactie (
anafylaxie) optreden. Andere mogelijke bijwerkingen zijn
bronchospasmen (spierkrampen aan de luchtpijp met ademnood), hoofdpijn en
duizeligheid. Soms treedt ook
ototoxiciteit (schade aan het gehoor) op, wat kan leiden tot doofheid,
oorsuizen,
gehoorverlies of andere
oorproblemen.
Maag- en
darmproblemen zoals
braken,
diarree en
misselijkheid kunnen ook voorkomen. Daarnaast ontstaan soms bloedstoornissen. Het
Farmacotherapeutisch Kompas bevat andere zeldzame bijwerkingen van teicoplanine.
Dalbavancine: Behandeling van grampositieve bacteriën
Indicatie
Dalbavancine is een tweede generatie lipoglycopeptide-antibioticum, ontwikkeld om de effectiviteit van natuurlijke glycopeptiden, zoals vancomycine en teicoplanine, te verbeteren. Door de verhoogde activiteit hoeft de patiënt dit medicijn meestal maar één keer per week via een injectie toegediend te krijgen.
Dit antibioticum behandelt volwassen patiënten met acute bacteriële huid- en huidstructuurinfecties veroorzaakt door de volgende grampositieve micro-organismen:
- Enterococcus faecalis (vancomycine-gevoelige stammen)
- Staphylococcus aureus (inclusief meticilline-gevoelige en meticilline-resistente stammen)
- Streptococcus agalactiae
- Streptococcus anginosus-groep (inclusief Streptococcus anginosus, Streptococcus intermedius, Streptococcus constellatus)
- Streptococcus dysgalactiae
- Streptococcus pyogenes
Ook
botinfecties (osteomyelitis) kunnen met dalbavancine worden behandeld.
Bijwerkingen
Een behandeling met antibiotica kan de normale flora van de dikke darm veranderen, wat kan leiden tot de groei van
C. difficile. Dit resulteert vaak in de ontwikkeling van
C. difficile-geassocieerde
diarree. Andere vaak voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, braken, diarree, hoofdpijn, huiduitslag en jeuk. Bijwerkingen die minder dan 2% van de patiënten ervaren, zijn onder andere
bloedafwijkingen, stoornissen in het
lymfestelsel,
hepatotoxiciteit (schade aan de
lever), anafylactoïde reacties (ernstige
allergische reacties), een verhoging van leverenzymen, hypoglykemie (een
verlaagde bloedsuikerspiegel), duizeligheid, bronchospasmen, urticaria (
netelroos) en vaataandoeningen. Het gebruik van dalbavancine tijdens de zwangerschap of
borstvoedingsperiode wordt niet aanbevolen.
Bijwerkingen en risico's van glycopeptidengebruik
Hoewel glycopeptiden essentieel zijn bij de behandeling van bepaalde infecties, kunnen ze bijwerkingen veroorzaken. Deze bijwerkingen kunnen variëren van milde reacties tot ernstige complicaties, afhankelijk van de patiënt en de gebruikte glycopeptiden.
Niertoxiteit bij langdurig gebruik
Een van de meest zorgwekkende bijwerkingen van glycopeptiden is niertoxiciteit. Vancomycine, in het bijzonder, heeft het potentieel om de nieren te beschadigen, vooral bij langdurig gebruik of hoge doses. Het is belangrijk om de nierfunctie van de patiënt regelmatig te controleren, vooral wanneer het medicijn voor langere periodes wordt toegediend.
Oorzaak van "Red man syndrome"
Een andere veelvoorkomende bijwerking van vancomycine is het "Red man syndrome", een aandoening die zich uit in roodheid en jeuk van de huid, meestal op de bovenste ledematen en de romp. Dit syndroom wordt veroorzaakt door een snelle toediening van het medicijn, wat leidt tot een histamine-afgifte. Hoewel dit niet gevaarlijk is, kan het ongemak veroorzaken en vereist het vaak een langzamere toediening van het medicijn.
Resistentie tegen glycopeptiden
Met de toenemende prevalentie van antibioticaresistentie, zijn er zorgen over de ontwikkeling van resistentie tegen glycopeptiden. Dit kan de effectiviteit van deze antibiotica verminderen en het moeilijker maken om infecties effectief te behandelen.
Mechanismen van resistentie tegen glycopeptiden
Bacteriën kunnen resistentie tegen glycopeptiden ontwikkelen door veranderingen in de celwandstructuur die de binding van de antibiotica verhinderen. Sommige bacteriën kunnen ook enzymen produceren die de glycopeptiden afbreken, waardoor de werking van het medicijn wordt geremd. MRSA is een van de bekendste voorbeelden van een bacterie die resistentie tegen vancomycine heeft ontwikkeld.
Maatregelen tegen de opkomst van resistentie
Om de opkomst van resistentie tegen glycopeptiden te voorkomen, is het essentieel om deze antibiotica alleen te gebruiken wanneer andere opties niet effectief zijn. Dit vereist zorgvuldig antibiotica-beheer, inclusief het juiste voorschrijven, het volgen van de juiste dosering en het vermijden van overmatig gebruik.
Preventie van infecties met glycopeptiden
Hoewel glycopeptiden krachtige hulpmiddelen zijn bij de behandeling van infecties, kunnen preventieve maatregelen helpen om de noodzaak voor hun gebruik te verminderen. Het bevorderen van goede hygiënepraktijken, het naleven van vaccinatieprogramma's en het minimaliseren van blootstelling aan ziekenhuisinfecties zijn belangrijke strategieën om infecties te voorkomen.
Hygiëne en infectiebeheersing in ziekenhuizen
In ziekenhuizen en zorginstellingen is infectiebeheersing van cruciaal belang. Het strikt naleven van handhygiëne, isolatieprotocollen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen kan helpen de verspreiding van resistente bacteriën te beperken, waardoor de behoefte aan glycopeptiden wordt verminderd.
Vaccinaties ter preventie van infecties
Vaccinatie tegen bepaalde grampositieve bacteriën, zoals pneumokokken en stafylokokken, kan helpen om infecties te voorkomen. Dit kan op lange termijn het gebruik van glycopeptiden verminderen, omdat patiënten minder vatbaar zijn voor deze infecties.
Toekomstige ontwikkelingen in glycopeptidentherapie
De voortdurende zoektocht naar nieuwe behandelingsopties en verbeterde formuleringen van glycopeptiden biedt hoop voor de toekomst. Onderzoekers werken aan de ontwikkeling van nieuwe antibiotica die effectiever kunnen zijn tegen resistente bacteriën en minder bijwerkingen veroorzaken.
Nieuwe generatie glycopeptiden
Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe glycopeptiden die minder vatbaar zijn voor resistentie en die efficiënter kunnen zijn tegen een breder scala aan grampositieve bacteriën. Deze nieuwe antibiotica kunnen bijdragen aan een effectievere behandeling van infecties en mogelijk minder bijwerkingen veroorzaken.
Combinatietherapieën met glycopeptiden
Combinatietherapieën waarbij glycopeptiden worden gecombineerd met andere antibiotica, kunnen helpen bij het voorkomen van resistentie en het verbeteren van de behandeling van ernstige infecties. Het combineren van glycopeptiden met andere middelen kan synergie opleveren en de effectiviteit verhogen bij moeilijk te behandelen infecties.
Glycopeptiden en hun rol bij ziekenhuisinfecties
Glycopeptiden, zoals vancomycine en teicoplanine, spelen een cruciale rol in het behandelen van ziekenhuisinfecties, vooral die veroorzaakt door resistente grampositieve bacteriën. Ziekenhuisinfecties worden vaak veroorzaakt door bacteriën die moeilijk te behandelen zijn, waardoor glycopeptiden vaak als laatste redmiddel worden ingezet.
Ziekenhuis-verwervende infecties en resistentie
Veel ziekenhuisinfecties worden veroorzaakt door resistente grampositieve bacteriën, zoals MRSA en enterokokken. Glycopeptiden zijn in staat om deze infecties effectief te bestrijden, maar de toenemende resistentie tegen deze middelen maakt het noodzakelijk om zorgvuldig gebruik te maken van deze antibiotica in een ziekenhuisomgeving.
Gebruik van glycopeptiden in intensive care-eenheden
Patiënten op de intensive care (ICU) hebben vaak een verhoogd risico op infecties door verminderde immuniteit en blootstelling aan invasieve procedures. Glycopeptiden worden hier vaak toegepast om infecties zoals bacteriëmie, endocarditis en longontsteking te behandelen, waarbij de resistentie tegen veel andere antibiotica problematisch kan zijn.
De impact van glycopeptiden op de microbiota
Het gebruik van glycopeptiden heeft invloed op de microbiota van patiënten. Hoewel ze gericht zijn op het bestrijden van schadelijke bacteriën, kunnen ze ook de gezonde bacteriële flora verstoren, wat kan leiden tot bijwerkingen zoals diarree of overgroei van andere pathogenen zoals Clostridium difficile.
Verstoringen van de darmflora
Glycopeptiden kunnen een nadelige invloed hebben op de darmflora door ook de groei van gezonde bacteriën te remmen. Dit kan bijdragen aan een verhoogd risico op infecties zoals Clostridium difficile, een bacterie die ernstige diarree en ontstekingen van de dikke darm kan veroorzaken.
Beïnvloeding van de huidmicrobiota
Glycopeptiden, zoals vancomycine, worden soms gebruikt bij huidinfecties. Hoewel ze effectief zijn in het bestrijden van pathogene bacteriën, kunnen ze ook invloed hebben op de balans van de huidmicrobiota. Dit kan leiden tot een verhoogd risico op secundaire infecties of huidreacties.
Alternatieven en combinatiebehandelingen bij glycopeptidenresistentie
Met de opkomst van glycopeptidenresistentie is er een groeiende behoefte aan alternatieven en combinatietherapieën. Onderzoekers en artsen onderzoeken momenteel andere behandelingsopties die samen met glycopeptiden of in plaats daarvan gebruikt kunnen worden.
Nieuwe antibiotica in de pijplijn
Er worden voortdurend nieuwe antibiotica ontwikkeld om de groeiende bedreiging van antibioticaresistentie tegen te gaan. Veelbelovende nieuwe klassen antibiotica, zoals lipoglycopeptiden, kunnen in de toekomst een alternatief vormen voor traditionele glycopeptiden bij de behandeling van resistente bacteriën.
Combinatietherapieën voor ernstige infecties
In gevallen van ernstige infecties veroorzaakt door resistente bacteriën, kunnen artsen glycopeptiden combineren met andere antibiotica, zoals rifampicine of beta-lactams, om het effect te versterken en de kans op resistentie te verminderen. Combinatietherapie heeft als doel de bacteriële overleving verder te belemmeren en infecties effectiever te bestrijden.
Veiligheid van glycopeptiden bij langdurig gebruik
Hoewel glycopeptiden effectief zijn bij de behandeling van ernstige infecties, roept langdurig gebruik vragen op over de veiligheid. Langdurige toediening kan leiden tot ophoping van het medicijn in het lichaam, wat de kans op bijwerkingen verhoogt.
Risico op accumulatie bij nieraandoeningen
Bij patiënten met nierproblemen kunnen glycopeptiden zich in het lichaam ophopen, wat het risico op toxische bijwerkingen verhoogt, zoals nierbeschadiging. Dit benadrukt het belang van nauwkeurige dosering en regelmatige monitoring van de nierfunctie bij het gebruik van glycopeptiden bij langdurige therapie.
Monitoren van glycopeptidenconcentraties
Om de veiligheid van glycopeptiden te waarborgen, is het belangrijk om de bloedconcentraties van het medicijn regelmatig te controleren. Dit kan helpen om de juiste dosering te bepalen en bijwerkingen, zoals nierbeschadiging of toxische reacties, te voorkomen.
Glycopeptiden in de pediatrie: Behandeling bij kinderen
In de pediatrie worden glycopeptiden soms gebruikt bij de behandeling van ernstige infecties bij kinderen. Hoewel deze antibiotica effectief zijn, moeten ze voorzichtig worden toegepast bij kinderen, vooral vanwege de potentie voor bijwerkingen.
Vancomycine bij neonaten
Vancomycine is een van de glycopeptiden die vaak wordt gebruikt bij neonaten (pasgeborenen), vooral bij vermoeden van een ernstige infectie zoals meningitis of bacteriëmie. Het gebruik van vancomycine vereist nauwkeurige dosering, aangezien de nierfunctie van neonaten nog niet volledig ontwikkeld is, wat het risico op toxiciteit vergroot.
Gebruik van glycopeptiden bij oudere kinderen
Bij oudere kinderen wordt vancomycine en andere glycopeptiden gebruikt voor de behandeling van infecties zoals bacteriële pneumonie of infecties van het centrale zenuwstelsel. Net als bij volwassenen moeten de doseringen zorgvuldig worden aangepast op basis van de nierfunctie en het gewicht van het kind.
Glycopeptiden en de rol van antibioticaresistentie in de samenleving
Antibioticaresistentie is een groeiend probleem wereldwijd, en glycopeptiden spelen een belangrijke rol in de strijd tegen resistentie. De toenemende prevalentie van resistente bacteriën heeft geleid tot een bredere discussie over het juiste gebruik van glycopeptiden en andere antibiotica.
Antibioticaresistentie als wereldwijd gezondheidsprobleem
Antibioticaresistentie vormt een wereldwijd gezondheidsrisico doordat infecties moeilijker te behandelen worden, wat leidt tot hogere sterftecijfers en langdurige ziekenhuisopnames. De strijd tegen antibioticaresistentie vereist wereldwijde samenwerking, inclusief beter antibiotica-beheer, strengere infectiepreventie en het ontwikkelen van nieuwe medicijnen.
Beleid en richtlijnen voor verantwoord antibiotica gebruik
Veel gezondheidsorganisaties hebben richtlijnen opgesteld voor het verantwoord gebruik van antibiotica, inclusief glycopeptiden. Het doel van deze richtlijnen is om de ontwikkeling van resistentie te vertragen door de overmatige en onterechte toepassing van antibiotica te verminderen.
Preventieve maatregelen en gebruiksbeperkingen
Om de verdere verspreiding van resistentie te beperken, worden strikte richtlijnen gehanteerd voor het gebruik van glycopeptiden. Dit omvat het beperken van het gebruik tot specifieke gevallen waarin andere antibiotica falen en het implementeren van strikte controlemechanismen binnen ziekenhuizen om het misbruik van deze krachtige middelen te voorkomen.
Deze aanvullende maatregelen zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat glycopeptiden effectief blijven in de strijd tegen resistente bacteriën.
Praktische tips voor het omgaan met glycopeptiden
Glycopeptiden zijn een klasse van antibiotica die gebruikt worden voor de behandeling van ernstige infecties, vaak veroorzaakt door bacteriën die resistent zijn tegen andere antibiotica. Deze medicijnen kunnen effectief zijn bij het behandelen van infecties zoals bacteriële pneumonie, huidinfecties en infecties van het maagdarmkanaal. Bij het gebruik van glycopeptiden is het belangrijk om goed te begrijpen hoe je de medicatie moet gebruiken en welke voorzorgsmaatregelen er genomen moeten worden.
Correct gebruik van glycopeptiden
Het is essentieel om glycopeptiden precies zoals voorgeschreven in te nemen. Dit betekent dat je de juiste dosering op het juiste moment moet nemen, zoals aangegeven door je arts. De dosering kan variëren afhankelijk van de ernst van de infectie en hoe je lichaam op de medicatie reageert. Het is belangrijk om de behandeling niet voortijdig te stoppen, zelfs als je je beter voelt, omdat dit kan bijdragen aan resistentie.
Bij sommige glycopeptiden wordt het aangeraden om ze intraveneus (IV) toe te dienen, wat betekent dat je mogelijk een ziekenhuisbezoek of een gespecialiseerde verpleegkundige nodig hebt voor de toediening. Zorg ervoor dat je begrijpt hoe de medicatie moet worden toegediend en volg alle instructies nauwgezet.
Potentiële bijwerkingen en hoe ermee om te gaan
Zoals bij andere antibiotica kunnen glycopeptiden bijwerkingen veroorzaken. De meest voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, braken, diarree en allergische reacties, maar er kunnen ook ernstigere bijwerkingen optreden, zoals nierbeschadiging of een lage bloeddruk. Het is belangrijk om bijwerkingen van de medicatie te monitoren en je arts te informeren als je ongebruikelijke symptomen ervaart, zoals duizeligheid, flauwvallen, pijn of irritatie op de injectieplaats, bloed in de urine of vermoeidheid die niet normaal is.
Als je last hebt van milde bijwerkingen zoals misselijkheid of diarree, kan het helpen om veel water te drinken om uitdroging te voorkomen en om de medicatie met voedsel in te nemen, tenzij anders aangegeven door je arts.
Regelmatige controle en monitoring
Bij het gebruik van glycopeptiden, vooral wanneer het via intraveneuze toediening gebeurt, is het belangrijk om regelmatig je nierfunctie te laten controleren. Glycopeptiden kunnen de nieren beïnvloeden, daarom zal je arts waarschijnlijk bloedonderzoeken laten uitvoeren om te controleren op tekenen van nierproblemen. Ook je bloeddruk kan gemeten worden om ervoor te zorgen dat de medicatie geen ongewenste invloed heeft.
Je arts kan mogelijk de dosering van de glycopeptiden aanpassen op basis van de resultaten van deze tests. Het is belangrijk om geen dosis over te slaan of de medicatie zonder overleg met je arts aan te passen.
Zorg voor jezelf tijdens de behandeling
Tijdens de behandeling met glycopeptiden is het belangrijk om goed voor jezelf te zorgen. Dit betekent voldoende rust, goed eten en hydrateren om je lichaam te helpen herstellen. Vermijd ook het drinken van alcohol, omdat dit de effectiviteit van het antibioticum kan verminderen en de bijwerkingen kan verergeren. Zorg ervoor dat je alle andere medicijnen die je gebruikt, inclusief vrij verkrijgbare medicijnen, met je arts bespreekt om eventuele interacties te voorkomen. Sommige medicijnen kunnen de werking van glycopeptiden beïnvloeden of het risico op bijwerkingen verhogen.
Therapie-afstemming en opvolging
Na afloop van de behandeling is het belangrijk om de controleafspraken bij je arts niet te missen. De arts zal mogelijk aanvullende tests uitvoeren om ervoor te zorgen dat de infectie volledig is verdwenen en dat er geen bijwerkingen zijn opgetreden die verdere zorg vereisen. Het is ook mogelijk dat je arts je advies geeft over verdere behandelingsopties of aanpassingen in je medicatie om herinfecties te voorkomen.
Als de infectie niet volledig is verdwenen, kan de arts besluiten om de behandeling met glycopeptiden voort te zetten of een alternatieve therapie te starten.
Misvattingen rond glycopeptiden
Glycopeptiden zijn een klasse van antibiotica die vaak worden gebruikt bij ernstige infecties, maar er bestaan verschillende misvattingen over hun werking en toepassingen. Het is belangrijk om de feiten te begrijpen en te weten wanneer glycopeptiden de juiste keuze zijn voor behandeling.
Glycopeptiden werken tegen alle infecties
Er wordt vaak aangenomen dat glycopeptiden voor elke infectie effectief zijn, maar dit is niet het geval. Glycopeptiden, zoals
medicatie zoals vancomycine, zijn specifiek gericht tegen bepaalde bacteriën, met name die welke resistent zijn tegen andere antibiotica. Ze zijn vooral effectief bij ernstige infecties veroorzaakt door grampositieve bacteriën, maar niet tegen alle soorten infecties.
Glycopeptiden kunnen zonder begeleiding worden gebruikt
Een andere misvatting is dat glycopeptiden zonder toezicht van een arts kunnen worden gebruikt. Glycopeptiden moeten zorgvuldig worden voorgeschreven, omdat ze bij onjuist gebruik ernstige bijwerkingen kunnen veroorzaken. Artsen moeten de juiste dosering en gebruiksduur bepalen om risico's te minimaliseren, vooral omdat deze middelen vaak voor ernstige infecties worden voorgeschreven, zoals bij
huidinfectie of
ziekenhuisinfecties.
Glycopeptiden zijn beter dan andere antibiotica
Sommige mensen denken dat glycopeptiden altijd effectiever zijn dan andere soorten antibiotica. Dit is echter niet juist. Elk type antibioticum, inclusief glycopeptiden, heeft zijn eigen spectrum van werkzaamheid en wordt gebruikt afhankelijk van het type infectie en de gevoeligheid van de bacteriën. Het gebruik van een breed werkend antibioticum zoals glycopeptiden kan ook onbedoeld leiden tot resistentie.
Glycopeptiden zijn altijd veilig bij langdurig gebruik
Er bestaat een misvatting dat glycopeptiden veilig kunnen worden gebruikt voor langere perioden. In werkelijkheid kunnen glycopeptiden bij langdurig gebruik leiden tot bijwerkingen, zoals
pijn of schade aan de nieren. Het is belangrijk om de behandeling te beperken tot de benodigde duur en alleen onder medisch toezicht.
Glycopeptiden veroorzaken altijd ernstige bijwerkingen
Hoewel glycopeptiden potentieel ernstige bijwerkingen kunnen hebben, zoals nierproblemen, betekent dit niet dat ze altijd dergelijke effecten veroorzaken. Bij correct gebruik en onder toezicht van een arts, kunnen de risico's van bijwerkingen aanzienlijk worden verminderd. Het is cruciaal om bijwerkingen in de gaten te houden en bij verdachte symptomen de arts te raadplegen.
Alle glycopeptiden hebben dezelfde werking
Niet alle glycopeptiden werken op dezelfde manier of zijn even effectief. Vancomycine, bijvoorbeeld, wordt vaak gebruikt voor infecties zoals
huidinfectie, terwijl andere glycopeptiden mogelijk een ander werkingsspectrum hebben. Het is belangrijk om de juiste glycopeptide te kiezen op basis van de specifieke infectie en bacteriën.
Glycopeptiden zijn altijd de eerste keuze voor infecties
Hoewel glycopeptiden krachtig zijn, zijn ze niet altijd de eerste keuze bij de behandeling van infecties. In veel gevallen zullen artsen eerst andere, minder krachtige antibiotica proberen voordat ze overgaan op glycopeptiden. Dit komt omdat glycopeptiden vaak worden gereserveerd voor ernstige gevallen of wanneer andere behandelingen falen.