Ginkgo, een oude boom voor nieuwe kwalen
Ginkgo biloba is samen met de Ginsengwortel afkomstig uit de Oude Chinese farmacopee. Samen hebben zij het Westen veroverd als een soort wonderelexir. Maar de Ginkgo-boom heeft een uitzonderlijke geschiedenis die zelfs teruggaat tot onze dinosauriërs. Het is een levend fossiel, waarvan al de familieleden reeds lang zijn uitgestorven
In een ver verleden moesten deze plaats maken voor andere soorten uit andere families die beter waren aangepast aan het leven op aarde. Nu en dan wordt er nog eens een stoffelijk overschot van sommige familieleden gevonden: een afdruk van een stam of een blad en soms zelfs fragmenten van het blad. Niet zomaar op de grond, maar geplet in fossielrijk gesteente. Alleen Ginkgo biloba bleef eenzaam achter als enige in de plantenklasse der Ginkgoaceen. Alleen achtergebleven ergens in een afgelegen gedeelte van China in het Verre Oosten en daar waarschijnlijk nu ook niet meer in het wild voorkomend.
Reeds uit de 5de eeuw is er een schilderij bekend met 'Chinese wijzen', zittend onder een Ginkgoboom. Vanaf de 11de eeuw zijn er berichten dat deze boom in Japan een vaste stek had gevonden. Langzaam groeiden de bomen bij Chinese en Japanse tempels naar een respectabele ouderdom en een imposante omvang. Door de boeddhistische monniken werd hij vereerd voor zijn eerbiedwaardige ouderdom, een verering die tegelijkertijd bescherming inhield.
De verovering van het Westen
Het was de Duitse arts en botanicus Engelbert Kaempfer die in 1690 als eerste westerling aandacht besteedde aan de Ginkgo. Toen hij in 1712 deze boom beschreef en een naam gaf, noemde hij hem niet Ginkyo, zoals in Japan, maar Ginkgo. Was het een schrijffout of een vergissing? In elk geval nam Linnaeus in 1771 deze naam over. De oorspronkelijke Japanse benaming is 'gin-kyo', waarbij 'gin' wil zeggen 'zilver' en 'kyo', abrikoos; dit slaat eigenlijk op de rijpe vrucht. Kaempfer was in dienst van de Nederlandse Verenigde Oostindische Compagnie en het is dan ook begrijpelijk dat de planten en zaden in Nederland terechtkwamen. Volgens deskundigen valt de Utrechtse hortus de eer te beurt het oudste exemplaar te bezitten. Rond 1730 werd het boompje er geplant en hij is dus minstens 270 jaar oud.
Langzaam maar zeker veroverde Ginkgo Europa. Rond 1760 kwam hij in Engeland terecht en onder de naam Maidenhairtree is hij daar sindsdien bekend. In Duitsland kent men hem als Facherblattbaum; in Frankrijk als l'arbre aux Quarante-écus en hier wordt ook de naam Japanse noteboom of tempelboom gebruikt. Op de bedachtzame, langzame manier die bomen eigen is, veroverde dit botanisch mysterie in de loop van enkele eeuwen grote delen van de wereld en groeit nu weer op plaatsen waar zeer lang geleden, in de dageraad van de aarde, zijn verre verwanten groeiden.
Geneeskracht uit het Oosten.
De geneeskrachtige eigenschappen van de Ginkgo vindt in het Verre Oosten reeds duizenden jaren toepassing. Maar in vergelijking tot het Westen wordt niet alleen het blad, maar ook de vrucht gebruikt. Het zachte omhulsel van het zaad is enigszins giftig. Bij het schoonmaken van de zaden kan de huid van de handen geïrriteerd geraken. De zaden worden in China en Japan wel gekookt of geroosterd en als lekkernij gegeten. Ook wordt beweerd dat het eten van de zaden het gebruik van alcohol neutraliseert.
Chinezen legden de bladeren in hun boeken om ze tegen vraat te beschermen. Uit onderzoek is gebleken dat Ginkgo resistent is tegen nagenoeg alle ziekteveroorzakende organismen zoals virussen, bacteriën, schimmels en insecten. (Major R.T. – The Ginkgo, the most ancient living tree. Science 1967)
Een unieke bijzonderheid van deze bijna uitgestorven boomsoort is dat hij het bijzonder resistent is tegen luchtvervuiling. Het is dan ook niet vreemd dat de Ginkgo in grote steden van Amerika en Japan daarom veel als straatboom wordt aangeplant; dat zijn dan meestal de mannelijke exemplaren gezien de scherpe geur van de rijpe vruchten bij de vrouwelijke Ginkgos.
Wegens de grote belangstelling voor de Ginkgo als geneeskrachtige plant wordt de boom intussen in grote getale aangeplant. Een van de grootste plantages bevindt zich in Sumter in de Amerikaanse staat South-Carolina en in Frankrijk ten Zuiden van Bordeaux. Op 2,5 vierkante kilometer staan hier manshoge Ginkgo's. In de vroege herfst wanneer de bladeren nog groen zien worden deze machinaal geoogst, gedroogd en verder verwerkt tot extract.
Een oude boom voor nieuwe kwalen
Recepten met Ginkgo-bladeren en -zaden vindt men in vele Chinese kruidenboeken zowel uit de Oude als de Nieuwe tijd. De zaden gelden als een effectief tonicum voor een verhoogde lichamelijke als geestelijke vitaliteit. Daarenboven werden de Ginkgo-noten door de Chinese en Japanse artsen voorgeschreven om de spijsvertering te bevorderen en bij aandoeningen van hart en longen, bij astma, bronchitis en hoest evenals bij blaas- en nieraandoeningen. Hierbij werd een afkooksel gebruikt van de gedroogde rijpe zaden. De Chinezen gebruiken sinds lang de bladeren van de Ginkgo als een probaat middel bij sinusverstopping, hardnekkige hoest, astma en vooral verkoudheid. De bladeren worden in kokend water gelegd en de hete damp wordt ingeademd. Ook in Duitsland werd dit effect aangetoond. Zelfs als wondpleister onder de vorm van gekneusde bladeren is de Ginkgo bij de Chinezen in gebruik.
De zegetocht van de Ginkgo als rationeel fytofarmacon begon in de vijftigerjaren van de twintigste eeuw met het wetenschappelijk onderzoek naar de inhoudsstoffen van het blad. Een van de voornaamste wegbereider van dit onderzoek was de arts en apotheker Wilmar Schwabe (1907-1983). In het laboratorium van de door hem opgerichte firma in Karlsruhe werden de inhoudsstoffen systematisch onderzocht en getest in talrijke studies.
Een van de vele onderzoeken
In een gecontroleerde dubbel-blind studie uitgevoerd met Ginkgo-extract versus placebo gedurende 18 dagen op verschillende patiënten met cerebrale insufficiëntie heeft men bij 92% van de patiënten een verbetering waargenomen zowel van functionele stoornissen zoals hoofdpijn, duizeligheid, spraakstoornissen en oorsuizingen als van psychische symptomen zoals bewustzijnsvermindering, desoriëntatie en verwardheid. Ook depressieve zwartgalligheid en angstsymptomen waren duidelijk afgenomen.
Een hele boterham, die Tempelboom.
Merkwaardig toch dat een eeuwenoude boom, een levend fossiel, ons helpt hypermoderne kwalen te verlichten. En daarbij is hij ook nog bestand tegen onze hedendaagse luchtverontreiniging. Hij groeit dus goed in de stad en andere verontreinigde omgevingen.Het meest wordt het blad gebruikt bij doorbloedingsproblemen, vooral van de kleine bloedvaten in handen en voeten en voor de hersencirculatie.
De invloed op het geheugen heeft waarschijnlijk niet alleen te maken met het effect op de bloedvaten, een betere zuurstofvoorziening, maar ook met het stimuleren van de zenuwboodschappers, neurotransmitters, in de hersenen. Daarom kan een goed Ginkgo-extract het concentratie- en oriëntatievermogen verbeteren, vooral bij ouderen, maar ook studerenden kunnen Ginkgo eventueel in combinatie met Ginseng of Rozemarijn tijdens examenperiodes gebruiken.
Goed ademhalen, bewegen en een beetje Ginkgo houd mij en misschien ook jou geestelijk fit in onze jachtige, overstreste maatschappij.
En niet vergeten, de schoonheid van Ginkgo in September.
Vrij naar Akiko Yosana (1878 – 1942)
Gelijk glinsterend gouden vogeltjes
Vallen de geheugenblaadjes
In de avond van de herfst.
© 2008 - 2024 Herborist, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Zelf Ginkgo biloba thee makenGinkgo biloba: de meeste mensen hebben er wel eens van gehoord, maar wat het precies is weet men vaak niet. Zonde! Ginkg…
Bronnen en referenties
- Le Bars PL, Katz MM, Berman N, et al. A placebo-controlled, double-blind, randomized trial of an extract of Ginkgo biloba for dementia. North American EGb Study Group. JAMA 1997;278:1327–32.
Krieglstein J. – Neuroprotective properties of Ginkgo biloba-constituents. Ztschr. Phytoth. 15, 1994.
Monografie Herboristen Opleiding ‘Dodonaeus’: Ginkgo biloba L.