Het oog, accommodatie
Accommodatie is het aanpassen van de brandpuntsafstand, hierdoor kan je het voorwerp goed zien. Maar hoe werkt dat en waarom zie je soms slechter dan normaal? Het oog kent vele aanpassingen, en het veranderen van de lens is hier één van. De lens kan boller of platter gemaakt worden. De lens wordt boller bij een voorwerp dichtbij, en platter bij een voorwerp veraf. Dit alles gebeurt in een reflex, dus zonder dat je zit zelf bepaalt. Oudere mensen hebben vaak meer moeite met zien, doordat de lens niet meer zo makkelijk bol of plat getrokken wordt. Ook kunnen de oogspieren verkrampen met slechtziendheid als gevolg.
Brandpuntsafstand
Het brandpunt is dat punt waarbij we een voorwerp goed kunnen zien doordat de lichtstralen op een voorwerp vallen. Brandpuntsafstand is de afstand tussen lens en voorwerp. Voor de mens is dit ongeveer 1.8 cm. Houdt maar eens je vinger vlak voor je oog. Tot 1.8 cm valt er nog licht op en kan je het nog zien. Breng je het nog dichter naar je oog, dan wordt het voorwerp donker. Waarschijnlijk kan je het voorwerp van zo dichtbij niet scherp zien, omdat je ogen zich niet genoeg kunnen draaien (scheel kijken), het voorwerp is dus wazig.
In ieder geval is de brandpuntsafstand van belang om een voorwerp goed te kunnen zien. Bij accommodatie wordt de lens veranderd waardoor de brandpuntsafstand wordt aangepast. Brandpuntsafstand kan namelijk verschillen doordat jijzelf beweegt of doordat het voorwerp beweegt, naar je toe of van je af.
Bolling van de lens
De bolling van de lens bepaald de lichtinval op het voorwerp dat je wilt zien. Wanneer een voorwerp dichterbij komt, wordt de lens boller gemaakt waardoor de lichtstralen sterker worden gebogen. Op deze manier is het mogelijk om van dichtbij iets te kunnen zien. De lens wordt boller getrokken door de oogspieren die zich aanspannen. Wanneer de oogspieren ontspannen zijn, wordt de lens plat getrokken en kan je voorwerpen van veraf kijken. Je ziet dit wel eens bij starende mensen: de oogspieren zijn volledig ontspannen waardoor hun blik op oneindig staat.
Reflex
Het boller en platter worden van de lens gebeurt in een reflex, het is dus niet iets wat je zelf onder controle hebt. Vaak gebeurt dit in combinatie met het nauwer of wijder worden van de pupil en met convergentie (bewegen) van de oogbollen. Het is dus een samenspel tussen meerdere dingen tegelijk, wat ervoor zorgt dat je scherp kan zien.
Slecht zien
Met het ouder worden gaat het vermogen van het oog achteruit. Afstanden van ver kunnen dan moeilijker gezien worden, doordat de lens niet meer bol of plat getrokken kan worden. Maar ook voor dichtbij kan de kwaliteit achteruit gaan. Dit is een proces dat bij het ouder worden hoort. Maar soms hebben jonge mensen al last van bijziendheid of verziendheid. Dit kan erfelijk zijn maar ook door een verkeer gebruik van de ogen, waardoor de oogspieren verkrampen.
Soms kan een verkeerd aangemeten bril ook ervoor zorgen dat je juist nog slechter gaat zien. Of door een bril meer te gebruiken dan eigenlijk nodig is. Geef de ogen regelmatig rust tussendoor door de blik op oneindig te zetten: de spieren ontspannen waardoor het oog even niet hoeft te accommoderen.