Werking van de aangeboren afweer (innate immunity)
De aangeboren afweer is afweer die wij al bij ons dragen bij de geboorte. Het tegenovergestelde is de verworven afweer, die ontstaat doordat je in aanraking komt met lichaamsvreemde (en mogelijk schadelijke) stoffen. Hieronder een uitleg van de aangeboren afweer.
Mechanische en microbiologische afweer
De aangeboren afweer is onder te verdelen in verschillende componenten, onder andere de mechanische en microbiologische afweer. De mechanische afweer berust op vloeistoffen (zuur) in de maag en in de luchtwegen. Hiertoe behoren bijvoorbeeld ook tranen in de ogen. De microbiologische afweer berust op de normale flora in de huid, de flora in de luchtwegen en de flora in het verteringsstelsel. Je kunt hierbij denken aan 'goede bacteriën'.
Cellulaire afweer
Neutrofiele granulocyten zijn afweercellen die voorkomen in de bloedsomloop. Wanneer een ziekteverwekker op een plek in de huid binnendringt, zullen de neutrofielen het bloed verlaten om naar die specifieke plek in de huid te gaan. Het indringen van een bacterie in de huid zorgt meestal voor een ontstekingsreactie van het lichaam. Een granulocyt komt de bacterie tegen en er worden chemokines en cytokines (ontstekingsmediatoren) afgegeven. Deze chemokines activeren het complementsysteem (een systeem bestaande uit verschillende eiwitten die een rol spelen bij het in gang zetten van de ontstekingsreactie) zorgt ervoor dat de epitheelcellen in de wand van het bloedvat een stukje meer uit elkaar gaan liggen, zodat er bloedvatverwijding (vasodilatatie) plaatsvindt. Dit zorgt ervoor dat het bloedvat meer permeabel wordt, zodat de cellen makkelijker uit de bloedbaan kunnen treden en naar het geïnfecteerde weefsel kunnen migreren. Het adhesievermogen van de bloedvaten aan de binnenkant wordt vergroot en zo worden er witte bloedcellen aangetrokken op de binnenrand van de bloedvat. Zo worden de witte bloedcellen door de wat permeabele wand van het bloedvat heen 'getrokken' door de chemokines en cytokines.
Eenmaal in de weefsels aangekomen zullen de neutrofielen de ziekteverwekkers opruimen. Het mechanisme dat ze hiervoor gebruiken wordt fagocytose genoemd. Dit betekent dat de neutrofiel de ziekteverwekkers in zich opneemt en opeet. De neutrofiel maakt hiervoor contact met de eiwitten die op het membraan van de ziekteverwekker zitten. Als hij constateert dat deze niet lichaamseigen zijn, wordt het proces van fagocytose in gang gezet en wordt de ziekteverwekker de cel in gehaald. De vertering van de ziekteverwekker vindt plaats in de lysosomen. Dit zijn kleine blaasjes in de neutrofiel die zure stoffen en enzymen bevatten en daarmee de ziekteverwekker kunnen doden.
Niet-specifiek
Aangeboren immuniteit wordt ook wel niet-specifieke immuniteit genoemd, omdat alle lichaamsvreemde stoffen worden vernietigd en er niet naar wordt gekeken welk of wat voor type cel er vernietigd wordt. Het richt zich dus niet specifiek op één soort ziekteverwekker, vandaar dat het ook wel de niet-specifieke immuniteit wordt genoemd.
Het bloedbeeld
Bij een ernstige infectie is dit onmiddellijk in het bloedbeeld te zien als er bloed wordt geprikt. In het bloedbeeld is te zien of het om een bacteriële of virale infectie gaat.
Bacteriële infectie
Verhoogd aantal neutrofiele granulocyten. De neutrofiele granulocyten vernietigen antigenen door fagocytose. Macrofagen doen ongeveer hetzelfde, maar zitten niet in het bloed, dus zie je ze niet in het bloedbeeld. De voorlopers van macrofagen, monocyten, kunnen wel in verhoogde aantallen aangetroffen worden. Op de plaats van infectie zijn wel meer macrofagen dan normaal aanwezig. Ook een verhoogd aantal T-cellen is in het bloed te vinden, maar het is praktisch onmogelijk om met een gewone microscoop de verschillende soorten B- en T-cellen van elkaar te onderscheiden. Om die reden worden de B- en T-cellen vaak samengenomen in de uitslag van het bloedbeeld. Samen worden ze lymfocyten genoemd. Lymfocyten zijn bij een infectie verhoogd, hoewel daarin geen onderscheid gemaakt kan worden tussen een bacteriële en virale infectie.
Virale infectie
Verhoogd aantal cytotoxische T-cellen. Geïnfecteerde cellen verweven stukjes virus met hun eigen MHC-I die ze op hun celmembraan presenteren. Cytotoxische T-cellen herkennen deze geïnfecteerde cellen dan als geïnfecteerd en gaan ze fagocyteren.
© 2011 - 2024 Sazzie000, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Immuniteit en afweerJe wordt voortdurend blootgesteld aan allerlei micro-organismen. Dit zijn bijvoorbeeld virussen, bacteriën, fungi (schim…
Aspecifieke afweerDe mens wordt geboren met een aspecifiek afweersysteem. Gedurende het leven zal er ook specifieke afweer gevormd worden.…
Scheidend vermogen van het oogHet scheidend of oplossend vermogen van het oog stelt ons in staat om op grotere afstand voorwerpen van elkaar te onders…