L-carnitine in vlees bevordert atherosclerose
Het is al geruime tijd bekend dat veelvuldige consumptie van rood vlees de kans vergroot op atherosclerose. Atherosclerose is een proces waarbij de wanden van de bloedvaten verharden en zich plaque op de vaatwanden afzet waardoor de doorbloeding moeizamer verloopt. Hetgeen kan leiden tot infarcten en aneurysma’s. Uit statistisch onderzoek was reeds gebleken dat deze aandoening vaker voorkomt bij vleeseters dan bij vegetariërs en veganisten. Een verklaring hiervoor ontbrak echter nog. Daar lijkt nu verandering in gekomen te zijn door een onderzoek aan de Cleveland kliniek(1).
Omzetting door darmbacteriën
De onderzoekers vergeleken de onderzoeksrapporten van 2595 patiënten die hartonderzoek hadden ondergaan. Daaruit bleek dat de darmen van vleeseters beduidend meer TMAO (trimethylamine-N-oxide) produceren dan de darmen van vegetariërs. Dit wordt veroorzaakt doordat darmbacteriën het in het vlees aanwezige L-carnitine omzetten in TMAO, waarvan reeds bekend was dat het atherosclerose bevordert.
Juist aanbevolen bij hartkwalen
De boosdoener is volgens dit onderzoek dus het in vlees aanwezige L-carnitine. Een opmerkelijk gegeven omdat L-carnitine juist dikwijls wordt aangeprezen ter ondersteuning van een goede hartfunctie. Het befaamde Linus Pauling instituut beveelt suppletie van L-carnitine zelfs aan als ondersteunende behandeling bij hartinfarct, hartfalen, en angina pectoris (2). Ook leveranciers van supplementen bevelen het gebruik van L-carnitine van harte aan, voor een beter vetverbranding, maar ook voor de hartfunctie. Op bodybuilding sites wordt L-carnitine onder meer aanbevolen voor sterkere botten en spieren, een beter vetverbranding, en om de conditie van het hart te verbeteren (3).
Voor de één wel maar voor de ander niet?
Is nu een gevolg van het onderzoek in Cleveland dat al deze gezondheidclaims ten aanzien van L-carnitine op de helling kunnen? De werkelijkheid is waarschijnlijk weer eens te complex om een dergelijke eenduidige conclusie te kunnen trekken. Wellicht is L-carnitine voor de ene mens een vergif en voor de andere precies dat wat hij/zij nodig heeft. Personen met een aanleg voor atherosclerose doen er wellicht goed aan om de inname van L-carnitine te beperken, maar een patiënt die lijdt aan hartzwakte zou er juist wel eens baat bij kunnen hebben. Wat weer pleit voor de gedachte om niet zomaar veel rood vlees te eten of supplementen te slikken, maar eerst eens bij een deskundige te rade te gaan. Meestal zal dat dan een orthomoleculair geneeskundige, een diëtist of complementair geneeskundige moeten zijn, want met de kennis van artsen omtrent voedingsmiddelen is het meestal droevig gesteld.