Onbekende groenten: Aardamandel
Er zijn veel soorten groenten en in het schap bij de supermarkt of de groenteboer treffen we een ruim assortiment aan. Toch kom je af en toe een groentesoort tegen die je eigenlijk niet of nauwelijks kent. De aardamandel is er zo een. Het is een soort verschrompelde kleine knol en wordt ook wel eens tijgernoot genoemd. Deze eetbare knol wordt vaak voor onkruid aangezien, maar is prima te eten en past in een gezond voedingspatroon. Wat is de aardamandel voor groente, wat zit er in en hoe kan je deze groente nuttigen?
Aardamandel, de basis
De aardamandel heeft als Latijnse naam ceyperus esculentus en het betreft een eetbare knol, ook wel tijgernoot of knolcyperus genoemd. Het is een vaste plant die behoort tot de cypergrassenfamilie (Cyperaceae). Het is om te zien een rimpelig kleine knolletje met een ietwat zoetige en vooral nootachtige smaak.
Gecheidenis
De aardamandel gaat ver terug, want in het oude Egyptische rijk (ontstaan 3300 v.Chr. langs de Nijl en ten onder gegaan in 332 v.Chr) werden de knolletjes al gegeten. Het Europese vaste land werd pas bekend gemaakt met de aardamandel toen de Arabieren/Moren in 711 Spanje binnen vielen en de knol introduceerden.
Onkruid?
Deze knol groeit bij of tussen verschillende soorten gewassen en wordt daarom vaak als onkruid gezien. De opbrengst van de te telen gewassen kan zomaar 25% tot 30% afnemen als de aardamandel ‘opduikt’ tussen deze gewassen. Ze kunnen vele jaren onder de grond overleven, tot wel tien jaar. Plotseling kunnen ze weer tevoorschijn komen in een willekeurig veld. Het gaat hier om de teelt van onder meer:
- gladiolen
- maïs
- aardappelen (verschillende rassen)
- zonnebloemen
De knol vermeerdert zich voornamelijk vegetatief. Dit is ongeslachtelijke voortplanting. Het komt bij meerdere planten voor en een enkele keer bij dieren. De plant kan tot zo’n tachtig centimeter groot worden en heeft een lange ietwat scherpe stengel. De knolletjes zijn qua diameter gemiddeld één centimeter. De smaak van deze knol is niet één op één zoals de amandel smaakt, al zou de naam dit wel doen vermoeden. De smaak is een mengsel van amandel, hazelnoot en met een licht zoete nasmaak.
Gezondheidsaspecten
De aardamandel bevat koolhydraten en vormt daarmee een stevige voedingsbodem. Ook bevat de aardamandel gezonde oliën, te weten: palmitine- en linolzuur. Naast antioxidanten bevat de aardamandel de volgende vitaminen en mineralen:
- vitamine B8, B11 en E
- calcium
- fosfor
- ijzer
- kalium
- magnesium
Andere gezondheidsaspecten van de aardamandel zijn:
- het heeft een antibacteriële werking
- het wekt de eetlust op
- het kan helpen als je last van de ogen hebt (vermoeide of prikkelende ogen)
Waar wordt de aardamandel gegeten?
De kleine knolletjes zijn voornamelijk in het zuiden van Europa een geliefde groente in verschillende gerechten en als snack bij de borrel. In Nederland is de aardamandel meestal alleen bij de groentenspeciaalwinkel of de biologische winkel te koop. Met name tussen Pasen en Pinksteren liggen ze ook in de betere supermarkt.
Hoe toe te passen in de keuken?
Een aardamandel kan op verschillende manieren gegeten worden. Enkele voorbeelden:
- Rauw kan je er een soort snoepje van maken, door de aardamandel met een theelepeltje te dompelen in de honing en dan op te eten.
- Rauw is de aardamandel ook in een rauwkostsalade te verwerken. De notensmaak komt met wat rucola, geraspte oude kaas en wat kleine tomaatjes goed tot zijn recht.
- Bij een wokgerecht met courgette, champignons, paprika, broccoli en wat uitjes, kan je de noot op het laatste moment toevoegen. Door het geheel goed te mengen zal de smaak van de noot naar boven komen.
- Als tussendoortje of toetje kan je een bakje yoghurt met wat aardamandelen nemen. Voor een extra zoetje kan je wat honing toevoegen.
Tot slot
De aardamandel is voor het oog zeer waarschijnlijk niet echt aantrekkelijk. Het ziet er allemaal wat verschrompeld uit, maar dat maakt de aardamandel niet minder lekker en breed toepasbaar in de keuken. Bovendien pas de aardamandel prima in een gezond voedingspatroon.