Verandering voedingsbehoefte voor 65-plussers

Wat er verandert na de 65 jaar
Deze leeftijdsgroep zal de komende jaren in Nederland sterk toenemen. Na de 65 kun je nog een heel leven voor je hebben. Vaak zijn de kinderen het huis uit en zijn er waarschijnlijk al wel kleinkinderen. Voor sommigen komt er een stuk vrijheid zoals lekker naar de camping gaan of hobby’s oppakken. Daarnaast merk je ook dat je lichaam verandert. Het ouder worden heeft invloed op je hele lijf. Zowel voor je spieren en gewrichten, botten, tanden, lengte, gewicht, gezichtsvermogen en huid. Doordat de spiermassa afneemt, zal de vetmassa toenemen. Het lichaam verandert van vorm. Je zult je leefstijl hierop moeten aanpassen.Stofwisseling
De stofwisseling vertraagt naarmate je ouder wordt. Voor senioren zijn er een aantal zaken waar je met voeding op moet letten. Ouderen hebben vaak een verminderde eetlust, het reukvermogen wordt minder scherp en je kunt vaak minder goed kauwen. De verteringsprocessen in je lichaam, zoals de afscheiding van de hoeveelheid maagzuur zal afnemen waardoor je er langer over doet om voedsel te verteren. Het is van belang om een evenwicht te behouden tussen je behoefte aan voedingsstoffen en het verbranden van energie. De verandering die het meest van belang is bij een ouder persoon is de behoefte aan calcium en vitamine D die toe zal nemen.Op elke leeftijd is het van belang om voedingsstoffen zoals vitaminen en mineralen in de juiste hoeveelheid binnen te krijgen. Een gezonde en gevarieerde voeding is dan ook altijd van belang. Omdat de stofwisseling bij senioren langzamer is geworden, is het raadzaam om de maaltijden in kleinere porties te verdelen over de dag en gezonde tussendoortjes te nemen. Is dit moeilijk, dan kan je b.v. een uur voor de maaltijd een kop soep nemen.
Juiste voeding
Senioren hebben een extra behoefte aan eiwitten voor het behoud van spiermassa en om een betere weerstand te behouden tegen infecties. Sterkere spieren beschermen beter bij bijvoorbeeld een valpartij. Gezonde producten om eiwitten binnen te krijgen zijn onder andere: mager vlees, vette vis, eieren, melkproducten, soja en peulvruchten.Plantaardige vetten dragen bij aan preventie van hart- en vaatziekten. Dit zijn de goede vetten en komen voor in onder andere: olijfolie en zonnebloemolie. Dierlijke vetten zijn de vetten die je in kleine mate nodig hebt. Een teveel hiervan kan leiden tot aderverkalking en dat leidt weer tot hart- en vaatziekten. Slechte vetten zijn de zogenaamde transvetten die voorkomen in koekjes, gebak en chips. Deze moet je zoveel mogelijk zien te vermijden. Natuurlijk mag je jezelf wel eens verwennen en genieten van iets “ongezonds.”
Vitaminen en mineralen zijn van belang voor je energie, bescherming van lichaamscellen en voorkomen van infecties. Ze komen vooral voor in voeding die rijk is aan rauwe of gekookte groenten en fruit. Calcium is van belang voor de preventie van botverlies (osteoporose). Calcium komt vooral voor in melkproducten, met name in harde kaassoorten en noten zoals hazelnoten en amandelen.