Kind wil niet naar vader: omgangsregeling
De omgangsregeling en het probleem dat het kind niet meer naar de vader wil (of de moeder). In de meeste gevallen is het in geval van echtscheiding of uit elkaar gaan zo dat het kind bij de moeder blijft en er een omgangsregeling met de vader ontstaat. Maar andersom kan soms ook het geval zijn. Wat te doen wanneer het kind niet meer naar de andere ouder wil?
De omgangsregeling in het gunstige geval
Bij een echtscheiding moeten een aantal zaken geregeld worden. Wanneer er kinderen in het spel zijn, zal bepaald moeten worden bij wie het kind gaat wonen: vader of moeder. In het meest gunstige geval wordt er co-ouderschap afgesproken, waarbij het kind de ene week bij de vader woont en de andere week bij de moeder. In de meeste gevallen is dit echter niet goed haalbaar en verblijft het kind vaak bij de moeder. De vader krijgt dan een omgangsregeling. In een enkel geval gaan de kinderen juist bij de vader wonen en krijgt de moeder een omgangsregeling.
Over het algemeen is het dus zo dat de omgangsregeling inhoudt dat de ouder waarbij het kind niet woont via een vooraf bepaald schema zijn of haar kind mag zien. Vaak zijn dit de weekenden: ieder weekend of om de twee weken. Het kind gaat dan één tot drie nachten logeren bij de andere ouder, die in die periode voor het kind zorgt en eventueel naar sport of school brengt. Beiden ouders kunnen goed met elkaar communiceren over belangrijke zaken die het kind aangaan.
Een echt scheiding wordt een vechtscheiding
Soms verandert een echtscheiding in een vechtscheiding. Hiermee wordt bedoeld dat de echtscheiding niet zonder slag of stoot gaat. Er ontstaat ruzie over allerlei zaken zoals de boedelverdeling, geld, huisdieren of over de kinderen. Beiden ouders kunnen het niet eens worden over afspraken die gemaakt moeten worden. In die gevallen zal een advocaat duidelijk tussenbeide moeten komen en soms zelfs de rechter. De regels zoals die volgens de wet zijn bepaald worden aangehouden.
Een vechtscheiding ontstaat vaak nadat de ouders uit elkaar zijn gegaan met ruzie of met onvrede. Dit wordt vaak gezien wanneer één van de ouders een andere relatie heeft die tijdens of vlak na het huwelijk is ontstaan. Maar ook alcohol-of drugsgebruik kan een vechtscheiding in de hand werken. Daarnaast kan één van de partijen het gewoon niet eens zijn met de echtscheiding.
Machtsstrijd om de kinderen
Bij een vechtscheiding worden vaak de kinderen ingezet als wapen. Er ontstaat tussen beide partijen een machtsstrijd om de kinderen. Wie heeft het meeste recht om de kinderen te zien? Kinderen worden tussen twee ouders heen en weer geslingerd. Soms vertelt de ene ouder slechte dingen aan het kind over de andere ouder. Die dingen hoeven niet altijd waarheid te zijn. Omdat een kind een grote loyaliteit kent richting zijn of haar ouders, zal het altijd meegaan met die verhalen. We hoeven niet uit te leggen wie hier uiteindelijk de dupe van word. Juist ja, het kind zelf. Het voelt zich vaak verplicht om te moeten kiezen tussen één van de ouders. Dit is een onmogelijke opgave voor een kind, want het houdt van beide ouders. Tenminste, in de meeste gevallen.
Het kind wil niet meer naar vader of moeder, wat te doen?
Een kind dat niet meer naar de andere ouder toe wil vormt een groot probleem. De verzorgende ouder (waar het kind woont) wil het kind niet dwingen om toch te gaan, terwijl de andere ouder zich gefrustreerd voelt omdat hij zijn kind niet meer mag of kan zien. Allereerst is het de vraag waarom het kind niet meer wil.
- Mishandeling: Lichamelijk, geestelijk maar ook verwaarlozing valt onder mishandeling. Uit onderzoek blijkt dat mishandelde kinderen evengoed nog trouw aan hun ouders blijven.
- Te weinig hechting: vooral hele jonge kinderen die te maken krijgen met een scheiding, zijn nog te weinig gehecht aan de andere ouder. Vooral wanneer het de ouder betreft die al niet vaak bij het kind aanwezig was. Het kind kan zich dan gaan afzetten tegen een omgangsregeling.
- Hersenspoeling: het kind onder dwang ervan overtuigen dat de andere ouder slecht is en dat het niet meer naar de andere ouder toe moet gaan. Deze methode wordt vaak gebruikt door de verzorgende ouder als machtsstrijd. Ook kan de andere ouder hier gebruik van maken om ervoor te zorgen dat het kind bij hem wil komen wonen.
- Puberteit: pubers hebben vaak hele andere ideeën en denken vaak niet realistisch. Dit komt door de ontwikkeling die ze op dat moment doormaken. Vaal pubers zetten zich af tegen de omgangsregeling of gaan plots bij de andere ouder wonen, vaak onverwachts. Vooral jongens hebben vaker die neiging.
- Teleurstelling van het kind: een kind dat niet volgens afspraak wordt afgehaald door de ouder, dat van alles beloofd krijgt maar uiteindelijk met lege handen staat of dat keer op keer teleurgesteld wordt, kan uiteindelijk nog slecht met tegenzin naar de andere ouder toegaan. In sommige gevallen geeft het kind zelfs aan niet meer te willen gaan.
- Schuldgevoel van het kind: een kind wil altijd trouwen blijven aan zijn ouders. Bij een echtscheiding heeft het kind vaak het gevoel te moeten kiezen, zelfs wanneer beiden ouders goed met elkaar overweg kunnen. Het kind kan plots besluiten niet meer mee te willen met de andere ouder, om zo de verzorgende ouder het gevoel te geven dat het loyaal is naar deze ouder toe
Het is heel belangrijk om van een echtscheiding geen vechtscheiding te gaan maken. Scheiden is soms geen eigen keuze maar komt bijna net zo vaak voor als trouwen. Accepteer dit en probeer ermee om te gaan. Voel je woede of angst, laat dit dan nooit overbrengen via de kinderen. Blijf met de ex-partner praten als het jullie kind betreft. Soms is dit niet meer mogelijk en kan een derde persoon ingeschakeld worden om te bemiddelen. Vermoedt je misbruik of verwaarlozing bij de andere ouder, probeer dit dan bespreekbaar te maken. Lukt dit niet of reageert de andere ouder woedend, dan is er soms toch meer aan de hand. Schakel dan een deskundige in. Probeer nooit het kind uit te horen over het privéleven van de andere ouder. Bemoei je niet met de manier van opvoeden, tenzij je gevaarlijke situaties vermoedt. En praat nooit slecht over de andere ouder. Vaak zal het kind zich later juist tegen je keren.