Leven met hooggevoeligheid
Gevoelige kinderen, het lijkt wel of er steeds meer kinderen geboren worden die een grote gevoeligheid hebben. Hoe gaan we daar als ouders en professionals mee om en hoe leren we deze kinderen om te gaan met het gevoelige leven?
Wat zijn de kenmerken van hoogsensitiviteit?
Hoog sensitief zijn betekent dat deze kinderen intens op prikkels reageren. Dat kan door geluiden, kriebelige stoffen, geuren, aanraking. Maar juist ook emotioneel: ze schrikken vaak meer van harde woorden, ervaren straf intenser, voelen verdriet sterk, maar ook zijn ze gevoelig voor rechtvaardigheid.
Trechter
Ze voelen alles heel sterk. Alles komt binnen. Ze staan als een trechter open, zo sterk, dat het als het ware ongefilterd binnenkomt. Vaak huilen ze als baby veel, willen ze graag vaste structuren en voelen ze stemmingen en gevoelens van anderen haarfijn aan. Je zou het ook emotionele alertheid kunnen noemen. Ze kunnen zich niet afsluiten en ze zijn zich ook niet bewust dat ze zich eigenlijk moeten leren afschermen.
Erkenning
Kinderen die zo hoog sensitief zijn hebben het moeilijk. Door dat hardop te zeggen is het de eerste stap naar erkenning. Want deze kinderen voelen zelf dat ze anders zijn en gaandeweg frustreert hen dat. Ouders zijn de eerste mensen in hun leven die met andere ogen kunnen gaan kijken naar hun kind(eren) en in de tweede plaats zijn dat de leidsters in de Kinderopvang en daarna de leerkrachten/docenten.
Gedrag is communicatie
Een sensitief kind dat niet als zodanig herkend en erkend wordt, zal gedrag vertonen wat ouders, leidsters en leerkrachten benoemen als vervelend, irritant. Soms ook brutaal. Een tweede manier is dat veel van deze kinderen zich in zichzelf terugtrekken en de derde manier is heel druk worden. Met andere woorden, ze laten iets zien dat eigenlijk een signaal is. Een roep om hulp: help, ik kan al de prikkels van het leven niet aan!
Kwaliteit
Het is belangrijk dat deze gevoelige kinderen leren dat ze een grote kwaliteit in huis hebben. Moeiteloos kunnen ze zich verplaatsen in anderen. Dat is heel wat waard in een maatschappij waar het individu zich op zichzelf en eigenbelang concentreert. Deze kinderen (en later ouderen) zijn vaak een verbindende factor in organisaties. Ze hebben empathisch vermogen, kunnen luisteren naar wat anderen voelen, maar in eerste instantie ervaart het gevoelige kind zichzelf als anders, als lastig, als beperkend. Tot het hoort dat juist zijn gevoeligheid een kwaliteit is, die hij of zij kan inzetten. Of niet, en daar zit hem de kruks.
Afschermen
Het afschermen is geen gemakkelijke taak. Het betekent in ieder geval dat een kind leert dat het overgevoelig is. Dat het zichzelf gaat accepteren als een gevoelig mens. Dat gevoelig zijn helemaal ok is. Dan kan de volgende stap gezet worden. Het realiseren van die gevoeligheid op bepaalde momenten. B.v. papa 's boze toon is niet zozeer boos, ik voel het aan als heel erg boos. Ik mag nu tegen mijn papa zeggen: 'Ik schrik van je boze toon'. In de klas helpt het om vaker te werken met een koptelefoon op. Als alle prikkels binnenkomen, is dat iets wat helpt afschermen. Maar ook voor juffen en meesters is het belangrijk dat duidelijk wordt dat er veel binnenkomt bij dit kind. Op sommige scholen wordt het omgekeerde 10 minuten gesprek gevoerd: ouders krijgen aan het begin van het jaar de gelegenheid dingen over hun kind te vertellen aan de nieuwe juf of meester. Daar zou dit soort informatie thuis horen, zodat er rekening mee gehouden kan worden. Juf of meester weet dat ruzie, onenigheid, uitschelden door klasgenoten een overprikkeld kind geeft. Dat alle prikkels ongefilterd bij hem of haar zijn binnen gekomen. Juffen en meesters kunnen dan als mediator de stress helpen te laten verdwijnen voor dit kind. Ze doen dit door begrip te tonen en de klas uit te leggen hoe het zit bij dit kind. Hoe overgevoeligheid werkt.
Opvoeding
Kinderen zijn afhankelijk van ons. Zitten als het ware 'gevangen' in het gezin. Ingeborg Bosch, de vrouw die de Past Reality Therapie initieerde, schreef daar een boek over; De onschuldige gevangene. Dat klinkt heftig, maar het is wel waar. Een (jong) kind kan niet weg. Een kind ontplooit zich op basis van onze houding, maar ook onze kennis. Het heeft zijn ouders zo nodig als het gaat om erkenning, waardering, steun en omgaan met bv stress. Maar ook deze ouder is gevormd of misschien wel misvormd door wat er gebeurd is in zijn of haar verleden. Het is aan de ouder om dat in kaart te brengen. Het werkt door naar de kinderen. Je eigen gevoeligheid als ouder leren kennen maakt dat je dit veel eerder waarneemt bij je eigen kind(eren). Opvoeden is een hele klus. Opvoeden van gevoelige kinderen vraagt meer. Het vraagt om inlevingsvermogen en de bereidheid achter gedrag te kijken.