Verlatingsangst bij een baby
Verlatingsangst of eenkennigheid bij een baby komt voor vanaf de leeftijd van acht maanden. Op deze leeftijd is je baby erg gehecht aan enkele vertrouwenspersonen en kan hij het absoluut niet hebben dat deze mensen hem verlaten. Het is een normaal proces in de prille ontwikkeling van je baby. Soms is het wat vervelend omdat hij zelfs bij oma’s en opa’s zal beginnen te huilen. Het is een periode waar je doorheen moet. De verlatingsangst kan je niet wegnemen of doen verdwijnen, maar je kan wel enkele tips in acht nemen waardoor je je baby kan ontzien van de verlatingsangst.
Mama en papa zijn de absolute favoriet
In de periode rond de achtste levensmaand zijn de mama of papa de grote favoriet. Als hij deze personen ziet, dan fleurt hij helemaal op. Ziet hij hen niet, dan geraakt hij echt in paniek. De mate van het panikeren verschilt van baby tot baby. Het kan soms vervelend zijn, maar eigenlijk is het een leuk signaal waarbij je baby bevestigt dat hij zich aan jou heeft gehecht. Bovendien is het ook een erkenning dat je heel goed zorgt voor een goede opvoeding. In deze periode merkt je baby ook dat hij veel dingen nog niet echt kan. Als jij de kamer verlaat, dan beseft hij heel goed dat hij jou nog niet kan volgen, waardoor hij in paniek raakt of je aandacht vraagt om hem toch niet alleen te laten. Je baby zelf kan nog niet inschatten dat je maar voor even weg bent. Voor hem lijken 5 minuten 5 uur of omgekeerd. Het tijdsbesef is in deze levensfase bij een baby nog niet volledig aanwezig.
Verlatingsangst bij een baby
Als je kindje ergens alleen achterblijft, dan kan hij beginnen te panikeren. Je baby is er immers niet echt zeker van dat je zal terugkomen. Na verloop van tijd zal hij leren inzien dat de periode waarin je weg bent, toch niet zo lang duurt. Bovendien beseft hij na verloop van tijd dat je ook terugkomt. Na enkele maanden heeft je baby dit volledig door en zal de verlatingsangst dan ook geleidelijk verdwijnen. Het is ook heel goed mogelijk dat je baby totaal geen verlatingsangst heeft. Jullie zullen dan tot de gelukkige ouders behoren die deze fase niet mee hoeven te maken.
Bron: TaniaVdB, Pixabay Enkele tips om te verlatingsangst te beperken
De verlatingsangst bij een baby zal je niet kunnen wegnemen, maar je kan wel enkele tips in acht nemen om het angstgevoel wat in te perken.
- Indien je baby aan het spelen is in zijn kamer en jijzelf wil naar een andere kamer gaan, dan kan je vanuit de andere kamer heel even je kleine spruit toespreken. Door het feit dat hij jouw stem hoort, weet hij perfect dat je nog in de buurt bent.
- Afscheid nemen doe je heel kort. Laat je baby niet nadenken over het feit dat je zal gaan vertrekken. In de kinderopvang zeg je kort: “mama gaat werken” of “papa komt je vanavond halen”. Door je vertrek lang uit te stellen lijkt het wel of je niet zal weggaan. En dan wordt het afscheid heel plots voor je baby en is er een grotere kans dat hij zal huilen.
- Als je baby bang wordt om te gaan slapen in een donkere kamer, dan kan je de slaapkamerdeur nog even laten openstaan en nog enkele zaken in de buurt doen. Zo hoort je baby dat je niet veraf bent.
- Indien je baby in deze periode naar het ziekenhuis zou moeten, dan kan je overwegen om daar te blijven slapen. Het zal afhangen van ziekenhuis tot ziekenhuis of deze mogelijkheid bestaat. Als je merkt dat het niet echt hoeft voor je baby, dan hoef je niet te blijven slapen.
Een knuffel als troost
Tijdens de periode van verlatingsangst, zal je baby heel veel hebben aan een vertrouwd knuffeltje. De geliefde knuffel betekent zoveel meer dan een alledaags speelgoedje. De knuffel kan dan dienen als houvast wanneer de mama of papa er even niet zijn. Samen met de knuffel staat jouw kleine spruit sterk en kan het heel de wereld aan. Ook de middagrust in de kinderopvang kan heel vlot verlopen als je baby een lief knuffelbeertje naast hem heeft liggen. Een goede tip is om een dubbel exemplaar van het favoriete knuffeltje aan te schaffen. Dit kan handig zijn mocht je je knuffel verliezen.