Sensorische informatieverwerking: Problemen bij kinderen
Sensorische informatieverwerking; het vermogen om zintuiglijke informatie op dusdanige wijze te verwerken dat het functioneren in het dagelijks leven soepel verloopt (Stock Kranowitz, 2005). Het verwerken van zintuiglijke informatie verloopt echter niet bij iedereen op dezelfde manier en kan soms zelfs beperken in de deelname aan het dagelijkse leven.
Sensorische informatieverwerking; wat is het?
Sensorische informatie wordt verkregen door middel van zeven zintuigsystemen. Vijf van de zeven zintuigsystemen zijn het bekendst, namelijk het auditieve, het visuele, het tactiele systeem, de reuk en de smaak. Twee zintuigsystemen, die minder bekend zijn, zijn het proprioceptieve en het vestibulaire systeem (Marshalla, 2001). Het proprioceptieve systeem geeft door middel van de spieren interne informatie over het eigen lichaam (Nenko, 2016). Het vestibulaire systeem geeft informatie over beweging en balans. In combinatie met de informatie vanuit het proprioceptieve systeem ontstaat er lichaamsbesef. Het sensorische informatiepakket vormt gezamenlijk de basis voor de vroege ontwikkeling van een kind (Marshalla, 2001). Een kind leert namelijk door ervaren. Eén ervaring maakt meer indruk dan duizend instructies (Pont, 2012, geciteerd in Anababa, 2016). Daarnaast heeft de mens voor iedere activiteit een bepaald niveau van alertheid nodig, waarbij zintuiglijke informatie eveneens een grote rol speelt (Stichting ChildCenter Amsterdam, 2010).
Een probleem in de sensorische informatieverwerking
Een stoornis in de sensorische informatieverwerking is het ervaren van problemen bij het signaleren en interpreteren van sensorische informatie om er vervolgens adequaat op te reageren. Bialer en Miller onderscheiden enkele subtypes van sensorische informatieverwerkingsstoornissen (2011). Iemand kan bijvoorbeeld moeite hebben met het
moduleren van sensorische prikkels. Het betekent dat de stroom van zintuiglijke informatie onvoldoende wordt afgestemd. Een kind reageert dan te veel óf juist te weinig op sensorische informatie (Stichting ChildCenter Amsterdam, 2010). Ook kan iemand problemen ervaren bij het
discrimineren van sensorische prikkels, waardoor activiteiten niet adequaat kunnen worden uitgevoerd. Naast modulatie- en discriminatieproblemen worden
sensomotorische problemen onderscheiden. Een kind met sensomotorische problemen heeft moeite met het organiseren van bewegingen. Het kind lijkt onhandig en bewegingen ogen slordig (NSSI, 2016).
Gedrag
Een probleem in de sensorische informatieverwerking is van invloed op het gedrag van een kind, omdat informatie over de wereld anders wordt verkregen en er dus logischerwijs ook op een andere manier op wordt gereageerd (NSSI, 2016). Een gevolg van een ander reactie op alledaagse situaties dan leeftijdsgenootjes, kan daarnaast ook frustratie, angst of een gebrek aan zelfvertrouwen zijn (De Kinderpraktijk, 2016).
Bron: RyanMcGuire, Pixabay Spraak- en taalontwikkeling
Een effectieve sensorische informatieverwerking is daarnaast een belangrijke component bij de spraak- en taalontwikkeling van een kind (Nittrouer, 2012). Een kind moet auditieve informatie effectief kunnen verwerken om taal en spraak te leren (Schaerlaekens, 2008). Daarnaast geeft het proprioceptieve systeem informatie over hoe de kenmerken van een klank, waardoor een klank op de juiste manier uitgesproken kan worden (Marshalla, 2001).
Wat te doen?
Sommige fysiotherapeuten, logopedisten of ergotherapeuten zijn gespecialiseerd in de mogelijkheden bij sensorische informatieverwerkingsproblemen. Aan de hand van observaties en enkele vragenlijsten, ingevuld door de omgeving, zullen de vervolgstappen bepaald worden. Door middel van spelmateriaal kan de sensorische informatieverwerking bijvoorbeeld gereguleerd worden en daarnaast kan in overleg de thuis- en schoolsituatie geoptimaliseerd worden (NSSI, 2016), afgestemd op het sensorische profiel van het kind.