Kinderliedjes om mee te doen
Met je kinderen liedjes zingen is leuk om te doen. Nog leuker wordt het om de liedjes uit te beelden. Zeker voor de kleinsten onder ons. Daarnaast is het ook nog eens goed voor de ontwikkeling van het kind. Hieronder een aantal kinderliedjes met de bewegingen erbij. Veel plezier!
Visje
Visje, visje in het water.
(doe je handen op elkaar en maak visbewegingen)
Visje, visje in de kom.
Visje, visje kan niet praten.
Visje, visje draai eens om.
Een, twee…. Plons.
(het leukste is dit om in bad te doen en hard op het water te slaan)
Vingertjes
Met de vingertjes, met de vingertjes.
(tik met de vingers op bijv. een tafel)
Met de platte, platte handen.
(sla met de platte hand op tafel)
Met je vuistjes, met je vuistjes.
(sla met de vuist op tafel)
Met je ellebogen ….
(met ellebogen op tafel 'slaan')
Pffff ,pffff, pffff.
(maak bolle wangen en druk met je vingers de lucht eruit)
Aanwijsliedje gezicht
Dit zijn mijn wangetjes en dit is mijn kin.
(wijs wangen en kin aan)
Dit is mijn mondje met tandjes erin.
(wijs mond en tanden aan)
Dit zijn mijn ogen, mijn oren, mijn haar.
(ogen, oren en haren aanwijzen)
En nu nog mijn neusje en dan ben ik klaar.
(wijs de neus van de ander aan)
Gezicht verstoppen
Deurtjes open, deurtjes dicht, nu verstop ik mijn gezicht.
(handen voor de ogen/gezicht)
Deurtjes open nog een keer, daar is mijn gezichtje weer.
(met handen openslaande beweging maken)
De molen
Zo gaat de molen, de molen, de molen.
(maak rustige cirkels met je armen horizontaal)
Zo gaat de molen, de mo-o-len.
Zo gaan de wieken, de wieken, de wieken.
(maak snelle cirkels met je armen horizontaal)
Zo gaan de wieken, de wie-ie-ken.
Zo gaan de handjes, de handjes, de handjes.
(klap in je handen)
Zo gaan de handjes, de ha-a-ndjes.
Zo gaan de voetjes, de voetjes, de voetjes
(stamp met je voeten)
Zo gaan de voetjes, de voe-oe-tjes.
Verdwenen handjes
Mijn handjes zijn verdwenen, ik heb geen handjes meer.
(handen achter de rug verstoppen)
Waar zijn ze nou gebleven …. Oeoeoeoeoe daar zijn ze weer.
(haal de handen tevoorschijn)
In de maneschijn
In de maneschijn, in de maneschijn,
(met de vingers een cirkel in de lucht tekenen)
Klom ik op een trapje door het raamkozijn.
(met de handen doen alsof je een ladder opklimt)
Maar je waagt het niet, maar je waagt het niet.
(met de wijsvinger omhoog, alsof het niet mag)
Zo doet een vogel.
(vliegende beweging maken met de handen)
En zo doet een vis.
(met de handen tegen elkaar een vis nadoen)
Zo doet een duizendpoot die schoenenpoetser is.
(doen alsof je schoenen poetst)
En dat is één en dat is twee.
(1 en dan 2 vingers omhoog)
En dat is dikke dikke dikke tante Kee.
(met armen een dikke buik uitbeelden)
En dat is recht.
(armen recht vooruit steken)
En dat is krom.
(armen krommen)
En zo draaien wij het wieletje nog eens om.
(met armen horizontale draai beweging maken)
ROM BOM!
(klap 2 maal in je handen)
De bus
De wielen van de bus gaan rond en rond, rond en rond, rond en rond.
(met armen horizontaal ronddraaien)
De wielen van de bus gaan rond en rond, als de bus gaat rijden.
De deuren van de bus gaan open en dicht, open en dicht, open en dicht.
(handen open en vervolgens klappen bij het woord ‘dicht’)
De deuren van de bus gaan open en dicht, als de bus gaat rijden.
De toeter van de bus doet toet toet toet, toet toet toet, toet toet toet.
De toeter van de bus doet toet toet toet, als de bus gaat rijden.
De wissers van de bus doen psj psj psj, psj psj psj, psj psj psj.
(met de armen heen en weer gaan als een ruitewisser)
De wissers van de bus doen psjpsjpsj, als de bus gaat rijden.
Opzegversje
Sneeuw, sneeuw.
(met de platte handen over tafel cirkels maken)
Regen, regen.
(met de vingers op tafel tikken)
Hagel, hagel.
(met de knokkels op tafel tikken)
ONWEER!!!
(hardop zeggen en op tafel slaan)