Cognitieve ontwikkeling van je kind
De cognitieve ontwikkeling van baby, peuter, kleuter en schoolkind omvat alles op het gebied van geheugen en leren: taalontwikkeling, bewustzijn, waarnemen etc. Hoe ontwikkelt het kind zich en hoe kan je de cognitieve ontwikkeling stimuleren?
Wat is de cognitieve ontwikkeling?
De cognitieve ontwikkeling is een mooi woord voor de verstandelijke ontwikkeling. De verstandelijke ontwikkeling bestaat uit het waarnemen en verwerken, het denken, bewustzijn, aandacht en concentratie, taalperceptie en taalproductie, verwerken van kennis en het algemene geheugen. De cognitieve ontwikkeling vindt dus plaats in de hersenen.
Een cognitieve stoornis is een verstoring van een of meerdere cognitieve functies. Dit kan bijvoorbeeld een vertraagde taalontwikkeling zijn, geheugenverlies, concentratiestoornis etc. De meeste stoornissen vallen onder de ontwikkelingsstoornis. Een bekende cognitieve stoornis bij volwassenen is dementie.
Hoe ontwikkelt een kind zich?
De cognitieve ontwikkeling bij kinderen loopt niet bij ieder kind gelijk. Soms is te zien dat er op het ene gebied een snellere ontwikkeling plaats vindt dan op het andere. Zo kan taalbegrip, het begrijpen en verwerken van de gesproken taal, al voldoende ontwikkelt zijn, terwijl de spraak achter blijft. Ook kan het waarnemen voldoende aanwezig zijn, terwijl het bewustzijn achter blijft. De cognitieve ontwikkeling is over een gemiddelde genomen bij alle kinderen gelijk. Kleine afwijkingen worden hierbij geaccepteerd.
0-3 maanden oud
De eerste levensmaand is er nog geen sprake van een echte ontwikkeling. De baby reageert vanuit zijn behoeften. De baby kan wel reageren op situaties door middel van reflexen. Door die reflexen leert de baby. Met drie maanden kan de baby deze bewegingen herhalen. Een bekend voorbeeld is het optillen van het hoofd dat in een reflex gebeurt. De baby merkt dat hij daardoor meer zicht op de wereld heeft. Dit leert hem om vaker zijn hoofd op te tillen. Een muziekmobile boven de box stimuleert de baby om zijn hoofd mee te draaien met het geluid door de mobile met zijn ogen te vangen en te volgen.
Doordat een tegen de baby gepraat wordt, weet hij dat er iemand in zijn buurt is en er iets gaat gebeuren: in bad, een voeding of een schone luier. De baby leert dat taal hem iets gaat opleveren. Met drie maanden kijkt de baby bewust in de richting van iemand die tegen hem praat.
4-6 maanden
Een baby leert nu het verschil tussen oorzaak en gevolg te herkennen. Een oorzaak heeft altijd een gevolg. De baby heeft geleerd dat huilen hem iets oplevert: er komt iemand kijken. Ook leert het kind dat het rammelen of slaan met speelgoed geluid opbrengt. De taalontwikkeling begint nu op gang te komen: baby zal geluidjes produceren en vooral medeklinkers vormen. Leuke speeltjes zijn rammelaars, piepbeesten, bewegende en geluid producerend speelgoed, waarbij het vooral van belang is dat dit geluid of de beweging ontstaat wanneer baby er iets mee doet.
7-9 maanden
De baby kan doelgericht spelen: hij weet dat een actie een gevolg heeft. Het op de grond gooien van een stukje speelgoed heeft als gevolg dat mama of papa het opraapt. Baby kan dit eindeloos blijven herhalen. Deze acties berusten ook niet meer op toeval maar zijn door baby zelf bedacht. Ook ontstaat nu het abstract denken: zo krijgt baby in de gaten dat wat er niet is, er toch kan zijn. Het wegleggen van een speeltje onder een doek, betekent dat het speeltje uit het zocht is, maar wel nog aanwezig is. Door deze spelletjes te spelen, leert het kind abstract denken.
De taal ontwikkelt zich doordat baby gesprekjes voert: wanneer mama of papa praat, is baby stil en luister. Hij neemt de gesproken taal in zich op en probeert dit te verwerken. Wanneer mama of papa is uitgepraat, brabbelt baby terug. op deze manier ontstaan de eerste gesprekken, die belangrijk zijn voor de latere communicatievaardigheden.
10-12 maanden
Sommige baby's zeggen hun eerste woordje. Dit gebeurt heel onbewust, doordat baby continue klinkers met medeklinkers combineert. Wanneer baby per ongeluk mama of papa zegt en zijn ouders dolenthousiast worden, wordt de baby hiermee beloond. hij leert hiermee dat bepaalde klanken een goede reactie bij anderen uitlokken. Baby zal hierdoor steeds vaker deze klanken vormen. Baby leert in deze periode ook dat er duidelijk verschil is tussen zijn ouders of verzorgers, en een vreemde. Baby leert dat zijn ouders of verzorgers tijdelijk de kamer kunnen verlaten en ook weer terug keren. Leuke spelletjes zijn de kiekeboespelletjes. Het voorlezen uit een boekje is iets waar baby lief naar kan luisteren. Het traint zijn concentratievermogen en leert baby om woorden te herkennen.
1-2 jaar
De taalontwikkeling verloopt nu sneller dan in het eerste jaar: het kind zal steeds meer verband gaan leggen tussen voorwerpen en woorden. Hij leert wat een koe is, een hond, een auto, een boom, een huis etc. Ieder voorwerp of persoon heeft een naam. Dit heet het taalbegrip: het begrijpen van de taal. Korte zinnetjes snapt het kind later ook goed: 'we gaan naar buiten' of 'wil je drinken?' zijn begrippen die het kind herkent en begrijpt. Het kind zal trachten simpele woordjes na te zeggen. Woordjes zonder eindmedeklinker worden in het begin vaak gekozen: 'ba, boe, da, mama, papa, nee, ja'. Later volgen woorden als 'woef, koek, jas, maken'. Rond het tweede jaar kan het kind in twee-tot driewoordzinnen spreken:'ik niet slapen' of 'ik drinken'.
Het kind leert logisch nadenken en problemen op te lossen. Als een blokje niet via een bepaalde weg door een opening kan, zal het kind er net zolang mee draaien totdat het blokje wel zijn doorgang vindt. Hiermee leert het kind dat er voor een probleem een oplossing is. Geef het kind dan ook veel materialen om te bouwen.
2-4 jaar
Vanaf 2 jaar kunnen peuters naar de peuterspeelzaal. Het is aan te raden dit ook te doen: het stimuleert de cognitieve ontwikkeling van peuters. Het taalbegrip, maar ook de woordenschat, wordt steeds groter. Peuters leren in deze periode te praten in drie tot vijfwoordzinnen. Hierbij gebruiken ze nog niet alle voorzetsels op lidwoorden goed, en ook kunnen de zinnen wat verdraaid overkomen. Door het goede voorbeeld leren ze: verbeter het kind niet maar herhaal zijn zin in de juiste bewoordingen. 'ik niet poep broek'. "Nee, niet in de broek gepoept!". Voorleesboekjes met veel plaatjes stimuleren het kind een juiste luisterhouding aan te nemen en het nabootsen van de taal.
Peuters leren liegen. Dit is geen teken van niet willen luisteren, maar het ontdekken van de macht over taal. Door te liegen, kan het kind zich onttrekken aan een gebeurtenis. Heb jij dit gedaan? Ik heb dat niet gedaan! Het kind leert namelijk dat een stoute actie straf of een standje oplevert. Door erover te liegen, probeert hij zich hieraan te onttrekken. Het belonen van een eerlijk antwoord stimuleert het kind om later eerlijk te zijn over zijn daden. De peuter leert nou ook zijn fantasie te gebruiken. Een blokje wordt een auto, een balletje wordt een olifant. Verbeter het kind hier niet in. Fantasie geeft het kind de gelegenheid zich in te leven in een situatie.
Niet alle peuters zijn in staat om oorzaak en gevolg samen te laten komen. Het tekenen met een stift op de muur heeft als gevolg dat mama of papa boos wordt. Toch geeft het plezier van het tekenen op de muur voldoende stimulans om ermee door te gaan, zonder te beseffen dat dit niet mag. Ook hebben sommige peuters nog steeds niet door dat weglopen niet mag: mama of papa kan zich aardig ongerust maken. Echter, het op avontuur gaan weegt niet op tegen de tranen of de boze woorden die later zullen volgen. Door samen erop uit te gaan en de peuter ook eens los te laten in de speeltuin, leert de peuter zijn grenzen in te zien. Beloon de peuter wanneer hij even richting mama/ papa kijkt door te lachen , te zwaaien of iets lekkers aan te bieden. Wees niet boos wanneer het kind toch wegrent: het kan zich soms nog niet voldoende inleven in andermans gevoelens.
Kleuters maken een grote cognitieve ontwikkeling door wanneer ze naar de kleuterschool gaan. Ze leren hier de taal beheersen, inzicht krijgen en problemen oplossen. Het geheugen wordt getraind door middel van spelletjes. Kleuters begrijpen vaan heel goed dat ze iemand verdriet of pijn kunnen doen. Ze zijn dol op rollenspellen: waarbij ze zelf de rol van bijvoorbeeld een ridder of prinses spelen. Ze geven hun knuffelbeesten vaak een stemmetje, waarbij ze hele gesprekken voeren met hun knuffels. De concentratie wordt beter maar is nog niet voldoende ontwikkelt om lang bij de les te blijven.
5-12 jaar
In deze periode wordt de concentratie steeds beter. vanaf zes jaar leert het kind lezen en schrijven. Het waarnemen en verwerken is hierbij van belang. Wanneer dit niet voldoende is ontwikkelt, lukt het niet om te lezen, schrijven, rekenen etc. De fantasie wordt steeds verder uitgebreid. Soms kan het kind hier zo ver in gaan dat er een denkbeeldige vriend ontstaat. Zolang dit slechts tijdelijk is en het kind zich niet onttrekt aan sociale contacten, kan dit geen kwaad. Soms heeft het kind, vaak amen met een vriendje of vriendinnetje, een denkbeeldig huisdier zoals een paard of een hond, maar het kan zich ook inbeelden dat hij of zij een auto of iets anders heeft. Het kind leert hiermee zich in te beelden hoe het is om iets te bezitten.
De taalontwikkeling loopt tot een jaar of zeven: daarmee is de basis gelegd. Het kind leert hierna wel nieuwe woorden, maar de basis voor de communicatieve vaardigheden en het begrijpen van taal gebeurt voor deze leeftijd. Naarmate het kind ouder wordt, gaat het leren ook langzamer: de eerste zeven jaar heeft het kind veel meer geleerd dan hij ooit nog zal leren. Het kind spreekt vanaf vijf jaar in vijf tot zevenwoordzinnen en gebruikt alle voorzetsels en lidwoorden goed. Soms verloopt de taalontwikkeling wat vertraagt: hierdoor kan het voorkomen dat een zevenjarige moeite heeft met de taal en achter loopt op zijn leeftijdsgenootjes. Vaak ziet men dit terug in het leren: deze verloopt veel trager. Ook het gedrag kan hierdoor gaan veranderen.
Sociaal contact is in deze periode heel belangrijk, met namen met leeftijdsgenootjes. Het kind bouwt vriendschappen op en leert samenwerken. Hierdoor wordt het gehele denkproces gestimuleerd. Het behoeft geen andere uitleg dat de cognitieve ontwikkeling nauw samenhangt met de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Onderaan dit artikel zijn wat taaloefeningen te vinden, die geschikt zijn voor kinderen vanaf twee jaar die moeite hebben met de uitspraak.
Lees verder