Help! Mijn baby is onrustig!
De eerste weken (soms maanden) na de geboorte van een baby worden vaak niet voor niets 'tropenweken' genoemd. Het kan even duren voordat een jonge baby een eigen ritme heeft ontwikkeld, en prikkels en nieuwe indrukken kunnen bij een baby voor onrust zorgen. Hoe ga je om met een onrustige, huilerige baby? Lees er in dit artikel over.
Na de geboorte
Baby's die pasgeboren zijn slapen meestal erg veel. De eerste dagen na een bevalling kan een baby, op de voedingen na, bijna de klok rond slapen. Het slaappatroon van
pasgeboren baby's verandert echter snel. Een week na de geboorte kan er weinig meer over zijn van de vele slaapuurtjes, en kan een baby juist vrij veel wakker zijn. Heel wonderlijk is dat niet; de baby is vanuit een veilige omgeving, de baarmoeder, 'ineens' op de wereld terecht gekomen. Nieuwe indrukken zoals geluidjes, bewegingen en de omgeving kunnen voor de nodige prikkels zorgen waardoor een baby wakker blijft.
Veiligheid
Waarom huilen baby's? Die vraag wordt door veel nieuwe moeders (en vaders) gesteld. Met name de eerste weken is het zoeken naar het 'waarom' van het huilen. Heeft de baby honger? Is de baby overprikkeld? Heeft de baby een vieze luier? Lang niet altijd is de waarom-vraag te beantwoorden. Vaak heeft de
behoefte aan 'veiligheid' er wel iets mee te maken. Baby's zijn negen maanden lang gewend geweest aan het leven in de baarmoeder. De 'grote wereld' kan dan als een nieuwe, ietwat onveilige plek ervaren worden. Signalen dat een baby behoefte kan hebben aan veiligheid (of: geborgenheid) zijn: huilen, met de armpjes zwaaien en het lichaam uitstrekken.
Rust, reinheid, regelmaat
Jonge baby's hebben van zichzelf meestal nog niet een 'eigen ritme'. Komt de baby de ene nacht om drie uur voor een voeding, een nacht later kan dat zomaar een aantal uurtjes eerder of later zijn. Daar komt nog eens bij dat baby's de eerste weken en maanden een enorme ontwikkeling doormaken in hun ritme. In een aantal weken gaat een baby van vrij veel voedingen (7 of zelfs 8) naar 6 en uiteindelijk 5 of 4 voedingen. Als ouder kan het best frustrerend zijn om weinig
regelmaat te herkennen in het 'gedrag' van een baby. Het kan dan handig zijn om zelf iets van een ritme 'aan te leren'. Bedenk bijvoorbeeld hoeveel flesjes of voedingen je wilt geven en hoeveel tijd daar (ongeveer) tussen mag zitten. Bepaal ook waar je wilt dat je baby slaapt (overdag in het bedje? Of in de huiskamer?). Voer iedere dag op een zelfde tijdstip bepaalde handelingen uit (zoals: luier verschonen, badje, muziekje enzovoorts). Stap niet te snel over naar minder voedingen of naar een ander ritme, en laat je niet gek maken door allerlei goedbedoelde adviezen van anderen. Zelf voel je vaak het beste aan wat goed is voor je kindje.
Tips en adviezen bij onrust
Hoewel geen baby hetzelfde is, kun je met onderstaande tips en adviezen de onrust bij je baby te verminderen of weg te nemen. Let wel op dat je niet alles in één keer of te kort op elkaar probeert; dat kan juist voor onrust zorgen.
Tips en adviezen:
- Laat de baby in een wieg slapen, en niet in een bedje (geborgenheid)
- Laat de baby op een speentje zuigen
- Ga een rondje lopen met de baby (in de kinderwagen)
- Pak de baby stevig in onder de dekentjes
- Zorg dat het niet te koud en niet te warm is om te slapen (veel baby's slapen goed met bijvoorbeeld een kruikje)
- Bekijk of je baby last heeft van darmkrampjes
- Laat de baby bij je op de kamer slapen
- Baker de baby in (overleg dit met het consultatiebureau)
- Geef meer voedingen tijdens onrustige uurtjes
- Geef de baby de tijd om zichzelf in 'slaap te huilen'
- Verminder prikkels van bijvoorbeeld televisie of radio
- Laat de baby overdag in de huiskamer slapen (sommige baby's hebben graag geluid om zich heen)
Onrustig op bepaalde tijden
Soms is het vrij eenvoudig om een bepaald patroon in de onrust van je baby te ontdekken. Zo zijn veel jonge baby's vaak 's avonds erg onrustig. Dit kan betekenen dat je baby meer een 'avondmens' is. Ook aan het einde van de middag zijn veel baby's klaarwakker of jengelig. Dergelijke
onrustige momenten of uurtjes zijn meestal niet helemaal te bestrijden, en dit hoeft ook niet. Baby's hebben, net als volwassenen, ruimte nodig om 'de dag te verwerken'. Het echte gehuil of gejengel neemt meestal rond de derde maand behoorlijk af. Overigens is het goed om te weten dat de meeste baby's rond week zes een piek hebben als het gaat om huilen en onrustig zijn, daarna wordt het gehuil vaak minder.