Barrre kou: gevaar voor onderkoeling
Kou, sneeuw en strenge vorst. Vaak binnen blijven; zeker ouderen ondervinden een ouderwetse winterperiode als beperkend. Wachten tot de trottoirs en wegen weer begaanbaar zijn. Lopen met de rollator gaat niet zo snel en je verplaatsen in een rolstoel geeft veel riskante kou en tocht. Het gevaar voor mens en dier schuilt in de onderkoeling.
Sterfte
Een verminderde warmteproductie van het lichaam, minder spiermassa, en het verminderd aanvoelen van kou; dat zijn de risicofactoren waarmee ouderen in strenge winters te maken krijgen.Ziektes en aandoeningen onder de leden? De kans bestaat dat onderkoeling deze verergeren. Hart en ademhalingsproblemen? Wees op je hoede. Onderkoeling kan uiteindelijk lijden tot sterfte.
Wat is onderkoeling
Het menselijk lichaam maakt warmte aan en geeft warmte af. Wanneer de afgifte van warmte groter is dan de aanmaak, wordt de lichaamstemperatuur lager. Wind en doorweekt zijn van de regen of sneeuw zal afkoeling versnellen. Bij een lichaamstemperatuur bendedn de 35 graden celsius spreekt men van een eerste stadium van onderkoeling. Het lichaam gaat rillen en men kan onrustig worden. Beide symptonen kan men zien als warmteopwekkers die het lichaam weer op temperatuur proberen te krijgen. Een volgende fase van onderkoeling tekent zich door sloom- en sufheid. Men gaat slechter presteren en er kan verwardheid optreden. Bovendien kunnen spieren stijf worden en de kracht in armen en benen neemt af. Rond 28 graden celcius kan er een plotselinge hartstilstand optreden. De lichamelijke signalen die duiden op onderkoeling zijn onder te verdelen in 4 fasen.:
Fase I: Afweerreactie onderkoeling
Een lage lichaamstemperatuur. De kerntemperatuur ligt op 35 °C of minder (rillen, klappertanden, lichte verwardheid, bleke huid, pijnlijke handen en voeten, stijging van de bloeddruk, een trage pols en ademhaling).
Fase II: Uitputting
De kerntemperatuur daalt verder en ligt tussen 33 °C en 27°C. (verminderd bewustzijn, slaperigheid, verstijfde spieren, rillen en klappertanden stopt, pijn verdwijnt, trage, onregelmatig hartslag, oppervlakkige en onregelmatige ademhaling).
Fase III: Verlamming
De kerntemperatuur daalt onder de 27°C. (diepe bewustloosheid, geen reflexen, algehele spierverslapping, geen pupilreactie, zeer zwakke hartslag, zeer trage ademhaling)
Wat kan men als oudere (voor ouderen) doen om onderkoeling te voorkomen?
In de woning:
- Ramen en deuren gesloten houden; eventueel even open voor het luchten van de binnenomgeving.
- Binnentemperatuur overdag minimaal 22°C; ’s-Nachts 20°C.
- Let op dat de binnentemperatuur bij het opstaan 's-morgens behaaglijk is.
- Laat de verwarming ’s-nachts aan op 20 °C.
- Maak een juiste kledingkeuze.
- Zorg minimaal 1 x per dag voor een warme maaltijd.
- Neem geregeld warme dranken, zoals koffie, thee, soep.
- Sluit 'a-avonds de gordijnen en laat de verwarming vrij.
- Vermijd alcohol zoveel mogelijk.
l
Wil men toch naar buiten, neem dan ondermeer de volgende maatregelen:
- Zorg dat u goed warm bent als u de woning verlaat.
- Beperk de verblijfsduur buiten zoveel mogelijk.
- Juiste kledingkeuze; wollen onderkleding en een wind en waterdichte bovenkleding.
- Het gebruik van een sjaal, muts en handschoenen is geen overbodige luxe (Onderkoeling kan ook gebeuren zonder dat je er erg in hebt. Een veel voorkomende vorm van onderkoeling vindt plaatst wanneer mensen met natte haren in de koude buitenlucht vertoeven. Het hoofd is tenminste 10 % van het gehele lichaamsoppervlak.
- Bescherm de huid die aan de kou wordt blootgesteld door gebruik van een goede crème of lotion.
- Draag comfortabel schoeisel; liefst hoog schoeisel met een anti-slipzool en bontvoering.
- Verplaatst u zich met een rolstoel, denk aan een lekkere warme deken en eventueel een warmwaterzak. (De wegen en trottoirs moeten wel begaanbaar zijn).
- Beter is het dat ouderen die zich met hulpmiddelen moeten verplaatsen (rollator, stok, rolstoel)
- Gebruik maken van een autovervoermiddel.
- Vraag aan buren of ze even de stoep naar de voordeur schoonvegen en voorzien van een laagje strooizout.
- Maak meer gebruik van de telefoon of de computer voor een praatje, wanneer u het huis niet kunt verlaten.
- Vraag of de noodzakelijke boodschappen thuis kunnen worden bezorgd.
- Laat de verwarming aanstaan als u weggaat (eventueel een graadje lager).
- Laat een lampje binnen aan en ontsteek indien aanwezig de buitenverlichting; dik in de kleding betekent namelijk minder zicht.