Moederkoorn, geschiedenis van een schimmel
Moederkoorn, een mooie naam voor een zwarte schimmel die vroeger vooral op rogge parasiteerde en eeuwenlang Europa terroriseerde. Deze intrigerende schimmel bevat verschillende alkaloïden ook wel ergot-alkaloïden genoemd, ze zijn zeer giftig, hallucinogeen en kunnen dodelijk zijn voor mens en dier.
Verspreiding van moederkoorn
Moederkoren komt algemeen voor in de natuur. De schimmel verspreidt zich vooral via granen en grassen. Op de plaats van het vruchtbeginsel van de besmette grassen en granen wordt aan het einde van de zomer, als het zaad rijpt, een schimmellichaam gevormd. Tussen de halmen ontwikkelen zich dan grote, donkerviolette, gekromde, harde korrels, sclerotium genaamd. Na de ontwikkeling tussen de halmen valt het sclerotium op de grond, waar het overwintert. In het voorjaar worden er sporen op het sclerotium gevormd die door de wind worden verspreid en zo op de stempels van gras- en graanbloemen terechtkomen. Er ontwikkelen zich schimmeldraden die het vruchtbeginsel van de graanbloem overwoekeren Tevens wordt er een soort zoetstof uitgescheiden waar vliegen op af komen, die zorgen ervoor dat de sporen zich verspreiden en dat andere grassen en graangewassen ook aangetast raken.
Alcaloïden
Moederkoren bevat giftige alkaloïden, die ernstige tot dodelijk vergiftigingen kunnen veroorzaken, maar die ook op medisch vlak interessant zijn (onder ander bij de bestrijding van migraine). Vergiftiging kan acuut optreden, na het snel achter elkaar nuttigen van een groot aantal korrels, of een chronisch verloop hebben. Moederkoren-alcaloïden kunnen zich ophopen in het lichaam, waardoor de vergiftiging zich geleidelijk ontwikkeld en traag verloopt, na het af en toe eten van kleine hoeveelheden moederkoren. Experimenten hebben aangetoond dat geringe hoeveelheden niet schadelijk zijn voor rundvee. Bij de mens kan vergiftiging optreden na het eten van besmette voedsel. Bijvoorbeeld bij het eten van brood, pap of roggemeel, waarin moederkoren voorkomt. Een vergiftiging die te wijten is aan het eten van voedsel dat besmet is met moederkoren wordt ook wel ergotisme genoemd. Acute vergiftiging door het eten van een grote hoeveelheid korrels veroorzaakt spiertrillingen, verlies van coördinatie, krampachtige en pijnlijke spiersamentrekkingen en hallucinaties
Epidemies door de eeuwen heen
Het moederkoorn was al eeuwen bekend en gebruikt, en het werd zelfs beschreven op een Assyrische kleitablet als "schadelijke puist in de korenaar." In vroeger tijden werd het moederkoren ook "gek graan" en "dronken rogge genoemd."
De Griekse historicus Thucydides (-460-395) geeft in zijn Geschiedenis van de oorlog van de Peloponnesus een eerste beschrijving van de Vuurziekte, niet alleen als ooggetuige van wat hij pest noemt, maar ook als slachtoffer van deze verschrikkelijke ziekte.
In de loop van de eeuwen menen de artsen en de historici daarin de builenpest, de gele koorts of de tyfus te herkennen, maar in feite ging het dus om een besmetting van het graan met een schimmel, het moederkoorn.
De pest van Athene leek op de Vuurziekte, die later met verschillende kwalificaties, de ene nog welsprekender dan de andere, is aangeduid, zoals pest van vuur (945), dodelijke hitte (1039), hels vuur (1105) vervolgens Vuurziekte of Sint-Antoniusvuur.
In de loop van de Middeleeuwen heerste deze besmetting in heel Europa, met als voornaamste haarden Vlaanderen, Lotharingen, de Dauphiné, Aquitaine en Ile-de-France, met duizenden slachtoffers als gevolg. Henri de Mondeville (1260-1320), chirurg van Philips de Schone, vermeldt in zijn werk Chirurgia een herpes esthiomène die tot een verzwering van de huid leidt en vervolgens tot gangreen. Guy de Chauliac, chirurg van paus Clementius VI, en in 1363 auteur van een Chirurgia magna heeft een totaal verschillende mening. Volgens hem vertoont deze esthiomène geen sjankers, maar eerder uitdroging en verharding van de ledematen, een mening die later door Ambroise Paré wordt gedeeld (1510-1590).
Heilig vuur, St Antoniusvuur
De eerste berichten over het Heilig Vuur gaan terug tot de 6de eeuw, toen er in het Rijngebied een epidemie uitbrak. Het trof vooral plattelanders en doodde duizenden mensen. Het werd toen het Heilig Vuur genoemd wegens de brandende gewaarwordingen aan de handen en voeten. De oorzaak van het Heilig Vuur was onbekend maar de symptomen werden uitvoerig beschreven. De mensen leden aan opgezwollen blaren, rottend vlees en verlies van ledematen. La Chronique de Flodoard rapporteert over een epidemie met 40.000 doden in het Parijs van 945. 'Le Mal des ardents devint la terreur de l'an Mille!'
Ook in Doornik, Nijvel, de Artois, de Loire, de Dauphiné en in de Languedoc nam de ziekte epidemische vormen aan. De kronieken meldden sober: 'Het volk werd geplaagd door een ziekte met zwellende blazen, gevolgd door een afschuwelijke rotting, zodanig dat de ledematen afvielen voor de dood inging. De pestilenties pijnigden de mensen, zodat zij zich wrongen in krampen. Hun ledematen werden zwart als kool nadat zij door heilig vuur waren aangetast.'
Tot de 13de eeuw bleven er epidemies komen om dan enkele eeuwen weg te blijven, tot dat in de 16de en 17de eeuw Europa en Amerika opnieuw geteisterd werd door het heilig vuur. Rond 1800 kwam deze gesel nog eens voor in Kentucky (USA), terwijl Rusland zijn laatste epidemie in 1926 beleefde.
Epidemie in Pont St Esprit
Een laatste, eerder misdadige opstoot gebeurde in 1951 in Pont St. Esprit in de Provençe, 200 klanten van de plaatselijke bakker werden geïntoxiceerd door Le Pain Maudit; zij geraakten in een hallucinatoire trance. Dr. Jean Vieu van Pont-St.-Esprit bezocht een patiënt die symptomen vertoonde die leken op acute blindedarmontsteking. Nochtans had de patiënt behalve de symptomen van een intense pijn in de onderbuik, ook koorts, koude vingertoppen, en hallucinaties. Drie dagen later lagen de ziekenhuizen vol. Het eerste slachtoffer van deze vreemde ziekte, die de artsen als voedselvergiftiging hadden gediagnosticeerd, stierf met vreselijke krampen.
Angst overviel de stad, toen verhalen over een elfjarig kind dat zijn moeder probeerde te wurgen, de ronde deden. Een onderzoek bracht aan het licht dat alle mensen brood van dezelfde bakkerij hadden gegeten. Het brood werd geanalyseerd en er werden twintig giftige moederkoornalkaloïden gevonden. Een paar weken later werd bekend dat een boer zijn met moederkoren besmette rogge aan de bakker had verkocht Het resultaat was dat meer dan tweehonderd mensen aan een ernstige vorm van ergotisme leden, van wie 32 krankzinnig werden.
Moederkoorn is nu nog steeds te vinden in de natuur, in graan of meel komt het echter nog weinig voor, omdat schimmels meestal bestreden worden, het graan goed gecontroleerd word en het lievelingsgraan van het moederkoorn, de rogge nog weinig wordt geteeld. Dus... toevallig hallucineren en dood gaan aan Clavips purpurea zit er niet meer in.