De oplossingsgerichte benadering in therapie
In de reguliere psychiatrie wordt meestal uitgegaan van diagnose stellen en hierop aansluitend therapie aanbieden. Therapie die vaak niet gericht is op de hulpvraag van de cliënt en vaak ook veel te laat komt. Tussen het eerste bezoek aan de psychiater en de diagnosestelling zit vaak een lang traject. Je bent zo een half jaar verder, zonder dat de hulpvraag is opgelost. Oplossingsgericht werken kan hierbij uitkomst bieden.
Wat geweest is, is geweest
Eindeloos analyseren wat er in het verleden is misgegaan en welke gevoelens dit opriep helpt niet om verder te gaan. Wat wel helpt is aanvaarding. Wat geweest is, is geweest. We leven in het hier en nu en gaan vanaf dit punt verder. Om zover te komen wordt gebruik gemaakt van acceptance and commitment therapy (ACT). Tijdens deze therapie leert de cliënt om zijn emoties en gedachten te accepteren en controle te houden over het eigen gedrag. Aandacht geven en vechten tegen het verleden en onvermijdelijke zaken kost heel veel negatieve energie, dus leer dit te doorbreken. De gedachte hierachter lijkt wel enigszins op de gedachte achter mindfulness (leven en voelen in het hier en nu).
Oplossingsgericht in plaats van probleem georiënteerd denken
Bij oplossingsgerichte therapie staat de vraag van de cliënt centraal. Waarom vraagt de cliënt om hulp? Wat wil de cliënt bereiken? Vaak stuit de behandelaar op weerstand bij de cliënt ten opzichte van de therapie. Dit is een signaal. De cliënt heeft geen behoefte aan deze therapie, ook al vindt de therapeut deze zinvol of de cliënt vertrouwt de therapeut nog onvoldoende. De cliënt is zelf de beste therapeut, dus gebruik wat de cliënt aandraagt, wat hem in het verleden of in andere situaties geholpen heeft.
Iedere cliënt heeft kwaliteiten, die hem kunnen helpen om beter te functioneren en/of beter om te gaan met de problemen die hij tegenkomt. Soms moet hij deze alleen leren ontdekken. De therapeut helpt hem hierbij door achterover te leunen en de cliënt zelf mogelijke oplossingen te laten aandragen. Het is dan wel van belang dat de therapeut de cliënt leert zichzelf te zien als een deel van de oplossing. Dit kan bij cliënten die gewend zijn de problemen buiten zichzelf te plaatsen (het is de schuld van een ander, de omstandigheden, mijn ouders) een flinke uitdaging zijn.
Cliënt centraal
Wat wil de cliënt, welke doelstellingen formuleert hij en welke oplossingen draagt hij aan? Het heeft geen zin om problemen eindeloos te bespreken en mee te gaan in de uitzichtloosheid en het negativisme van de cliënt, focus op wat wel goed gaat en bespreek oplossingen om tot andere perspectieven te kunnen komen. Een therapeut moet zich zoveel mogelijk opstellen als coach en vragen naar kleine details. Ieder klein verschil kan een verbetering zijn en complimenten hierover helpen de cliënt te beseffen dat hij op de goede weg is. Het is hierbij niet verstandig om te snel te willen gaan, vooral bij langdurige klachten is de kans groot dat de cliënt dan afhaakt. Ga uit van wat goed gaat en probeer dit zoveel mogelijk uit te bouwen.
Gezonde gewoonten
Het is bij oplossingsgerichte therapie niet zinvol om eerst een stempel op de cliënt te drukken. Dit verandert niets aan het probleem waar de cliënt mee zit. Wat wel zinvol is, is het opbouwen van gezonde gewoonten. Dit kan helpen om alle ongezonde gewoonten die de cliënt zich heeft eigen gemaakt te doorbreken. Voorbeelden van ongezonde gewoonten, die doorbroken moeten worden:
- lang in bed blijven liggen
- alcohol- en/of drugsgebruik
- slechte hygiënische gewoonten of in geval van smetvrees juist overdrijven door iedere vijf minuten de handen te wassen
- weinig bewegen
- afwijkend voedingspatroon waarbij te veel of juist te weinig of te eenzijdig wordt gegeten.
Waar gaat de therapie vanuit?
Volgens deze therapie horen problemen bij het leven, alleen sommige mensen hebben meer handvaten/hulp nodig om deze problemen te kunnen oplossen. Het is niet nodig om precies te weten waarom het probleem is ontstaan. Zinvoller is om te kijken hoe dit opgelost moet worden en hoe er voorkomen kan worden dat dit probleem in de toekomst weer ontstaat. Niet ieder probleem hoeft te worden opgelost, de cliënt is leidraad. Hij bepaalt het behandeldoel en hij is verantwoordelijk voor de uitvoering. Er bestaat voor een probleem niet maar één oplossing, de cliënt zoekt de oplossing die bij hem past. Veranderingen gaan in kleine stapjes (schalen van 1 tot 10) en de cliënt houdt hierbij de controle. De hulpverlener moedigt de cliënt aan om te fantaseren en een nieuwe werkelijkheid te bedenken. Zijn gedroomde werkelijkheid kan helpen om het uitgangspunt van de therapie te vinden.
Waarom geen gevoelens analyseren
Gevoelens komen vaak niet voort uit situaties, maar uit je gedachten. Iemand kijkt lelijk en jij denkt direct dat jij de reden bent, terwijl deze persoon misschien net iets vervelends te horen heeft gekregen. Er gaat iets fout en je zegt tegen jezelf ‘wat ben ik toch stom’. Wanneer je dit gaat analyseren is de kans groot dat je blijft rondcirkelen in deze negatieve gedachten. Het levert geen winst op, integendeel. Het is slecht voor je zelfvertrouwen.
Een andere mogelijkheid van dit analyseren is dat je andere mensen de schuld gaat geven, het is hun schuld dat je je iedere opmerking persoonlijk aantrekt. Alle verantwoording over je leven buiten jezelf leggen is de beste manier om een psychisch probleem en een enorm gebrek aan zelfwaardering te krijgen.
Natuurlijk heeft een slechte jeugd, gepest zijn of een traumatische ervaring de nodige impact, maar dit uitvoerig analyseren levert heel veel negativisme op en versterkt de kracht van de gebeurtenis. Hiermee zit je jezelf in de weg.