Welke kleding staat mij?
Een vraag die we eigenlijk het liefst zelf willen beantwoorden, maar toch ook vaak elders neerleggen. Enerzijds vanuit een stuk advies, maar dan dient hier direct bij aangetekend te worden dat je goed moet kijken aan wie je die vraag voorlegt. Anderzijds wordt het ook nogal eens vanuit een stuk onzekerheid uitgesproken.
Zelfvertrouwen
Hoewel menig vrouw - want daar hebben we het bijna altijd over - het niet graag toegeeft, kunnen we er niet omheen dat het nog wel eens schort aan de mate waarin de vrouw voldoende zelfvertrouwen heeft. Veelal ontevreden over uiterlijkheden zoals het figuur, de bijbehorende kleding en niet zelden het haar. Voor meer zelfvertrouwen zou de vrouw minder bevattelijk moeten zijn voor wat “men” van je denkt, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Veel vrouwen zijn bevattelijk voor de “omgeving”, zoals:
- Media uitingen
- Bekende in de directe omgeving
- Partner
- Mode/trends
Maar als je dan toch graag het juiste plaatje voor jezelf wilt creëren, doe het dan goed.
Jezelf écht bekijken
Om dat beperkte zelfvertrouwen op te krikken, is het goed in de spiegel te kijken en dat te zien wat er is. Niet beter, niet slechter… maar een reëel beeld. Wat niet echt eenvoudig is, want wij zien onszelf anders dan anderen. Dat is wetenschappelijk vastgelegd en het is goed van jezelf te weten dat je alles in perspectief moet zien.
Wat helpt is dat je wat zaken van jezelf weet én deze in combinatie toepast, zoals:
- Welke kleuren passen bij je en welke niet? Je kunt hiervoor een test ondergaan bij een professional. Deze zal het kleurenpallet samenstellen wat bij je huidskleur past, je haren kunnen hier ook in meegenomen worden. Daarbij maakt het niet uit als je af en toe – binnen het scala – van kleur verandert. Lastiger wordt het als je van hoogblond naar gitzwart schakelt. Maar het basisuitgangspunt blijft de normale huid (dus niet de enkele weken dat je wellicht erg bruin bent).
- Wat is de vorm van mijn lijf? Waarbij niets goed en niets fout is. Slechts een gegeven en in grote lijnen in te delen in: de zandloper, boven en onder in verhouding met een duidelijke taille – de peer, die boven smaller is als onder – de appel; die met name de rondingen vanaf de maag tot en met de onderbuik heeft. Vaak weinig taille. Maar ook of je verhoudingsgewijs korte armen en/of benen hebt t.o.v. je romp (of andersom).
- Heb ik een opvallend lichamelijk aspect? Een volle boezem, grote ronde billen, een erg smalle taille? Allemaal zaken die je desgewenst kunt benadrukken of juist af wilt zwakken. Hierbij gaat het niet om “de norm” die door de buitenwereld wordt opgelegd, maar waar je je zelf prettig bij voelt.
Bron: Eigen stoffen - Annastaal Opgelegde norm
De norm hoe een vrouwenlichaam er uit moet zien, wordt opgelegd door het heersende modebeeld. Waarbij men bedenkt om stijlen te introduceren zoals “blingbling”, “fifties-rode-lippen” en wespentaille, het androgyne sixties beeld om vervolgens bij de natuurlijke schoonheid uit te komen. Inmiddels worden er steeds meer stijlen gecombineerd en dat is waar de vrouw haar eigen smaak boven komt drijven… als diezelfde vrouw het overigens durft.
Enkele voorbeelden
Bij kleding iets voor je laten doen, moet je uitgaan van een professional die je helpt. Hij/zij heeft er verstand van, is eerlijk en kan je de beste adviezen geven. Een professional is terug te vinden in sommige betere kledingwinkels of huur een personal tailor of een personal dresser in. Eenmalig een investering waar je jaren plezier van kunt hebben.
Waar kan je zoal tegenaan lopen wat je met goed passende kleding/schoenen kunt corrigeren?
- Als je stevige heupen hebt kan je desgewenst je bovenlichaam met bepaalde kleding in verhouding brengen tot je onderlichaam. Heb je naast die stevige heupen ook een leuke taille… neem die dan mee in je ideaal plaatje. Tenminste als jij je er lekker bij voelt en niet bang bent dat daardoor je heupen nog nadrukkelijker worden.
- Weinig billen wil nog niet zeggen dat broeken je niet staan. Het gaat om de juiste pasvorm om de platte billen toch de veelal gewenste ronding te geven.
- Lange benen en een korte romp? Vergeet dan de lange rok maar, dat benadrukt alleen maar. Let goed op de lengte van je rok en laat je benen zien. Afhankelijk van de situatie en waar jij je lekker bij voelt kan de rok iets boven de knie of op de knie zijn.
- Heb je dikke billen en wil je het iets nuanceren, dan is alles verhullen met lange en grote jasjes geen oplossing en benadruk je het eerder. Een colbert tot half op de bil laten vallen, is veel beter.
- Heb je grote voeten maar loop je graag gemakkelijk, de platte schoen benadrukt de grote voeten maar een hak veel minder. Neem de sleehak om toch ongeveer het loopcomfort van een plattere schoen te hebben.
- Heb je verhoudingsgewijs korte armen, neem dan je kleding met een driekwart mouw. Dan lijken je armen langer.
- Heb je de bekende “kipfiletjes” bij de bovenarmen en wordt je daar niet vrolijk van, draag dan geen mouwloos jasje, jurkje of bloesje. Bij iedere beweging van de armen zal het “filetjes” zichtbaar zijn, waardoor je je weer onzekerder kunt gaan voelen. Neem gewoon een korte mouw welke 3/4 van je bovenarm bedekt of los je mouwloze jurkje of bloesje op met een leuk vestje met korte of driekwart mouw.
Zo is er voor ieder “probleem”, tenminste wat jij als vrouw als probleem betitelt, wel een oplossing.
Tot slot
Aan een bekende in de omgeving vragen wat zij/hij er van vindt is altijd prima, maar neem het niet als maatstaf. De niet professional zal onwillekeurig toch de eigen smaak (in kleding en ideaal figuur) in het achterhoofd mee laten spelen. Een professional kent je verder niet en bekijkt alleen of de betreffende kleding iets voor je doet. Het model, de kleur, de stof.