Nylons: fijne “chique” voor het vrouwenbeen
Bankrovers zouden Wallace Carothers eigenlijk op hun blote knieën moeten danken, vrouwen ook trouwens. Want deze medewerker van het Amerikaanse chemieconcern DuPont vond in 1935 de synthetische vezels uit, waarvan nylons werden gemaakt. En met die nylons hebben zich in het verleden talloze criminelen vermomd om maar niet herkend te worden. Misschien ook om nóg angstaanjagender over te komen dan alleen met een vuurwapen in de hand. De later simpelweg als “nylon” wereldberoemd geworden synthetische vezel van koolstof, water en lucht, luistert chemisch correct naar de mooie naam Polyhexamethyleneadipamide, kortweg: PA 6.6.
Ladders kenmerkend voor nylons
Nylon behoort tot de groep van de polyamiden (PA), evenals het in 1938 in Duitsland uitgevonden en chemisch vergelijkbare
Perlon (PA 6), dat echter als gevolg van de oorlog pas begin jaren vijftig van de vorige eeuw de kousenmarkt veroverde met merknamen als Bellinda, Arwa of Elbeo. Hoewel geprezen als schuur- en krasbestendig, waren ook nylon- en perlon-kousen niet gevrijwaard van ladders. Gelukkig waren er in de jaren 60 van de vorige eeuw diverse kousenhuizen die zich hadden toegelegd op vakkundig "ophalen" (herstellen) van ladders in nylon kousen. Ook nagellak was destijds onder jongedames een beproefd middel om een beginnende ladder aan boven- en onderzijde aan te stippen om zo verdere schade te voorkomen.
Perlon, Duits alternatief voor nylon, aanvankelijk niet om vrouwenbeen te verfraaien
Duitse chemici wisten destijds met succes het octrooi van DuPont te omzeilen. In januari 1938 ontwikkelde men onder de merknaam "Perlon" een vezel die chemisch en fysisch nagenoeg identiek was aan nylon. Maar in plaats van het vrouwenbeen te verfraaien, werd het Duitse alternatief voor nylon in eerste instantie alleen gebruikt voor oorlogsdoeleinden, als materiaal voor parachutes of als additief voor autobanden, voor uniformen, schoonmaakborstels en pistoolgrepen. Pas na het einde van de Tweede Wereldoorlog werden de eerste kousen uit Perlon vervaardigd. Maar een paar kostte ongeveer 15 mark, evenveel als een vakman destijds in ongeveer tien uur verdiende.
Van nylon kous naar panty
Voor de eerste grote reclameboodschap van nylon koos koos de DuPont-groep de datum van 27 oktober 1938. Exact een half jaar voor de wereldtentoonstelling van New York kondigde men "de eerste door mensen gemaakte kunstvezel" aan en maakte daarmee wereldwijd naam. In het jaar van de wereldtentoonstelling zelf, in 1939, verkocht het chemische bedrijf op haar hoofdkantoor in Wilmington de eerste 4000 paar nylons uit een testomgeving.
De panty van later datum
Let wel, die nylons waren nog geen panty's, (die werden pas twintig jaar later uitgevonden) maar twee enkele nylon kousen, die met elastische bandjes (jarretels) werden vastgemaakt op een heupgordel. De uiteindelijke panty had naden en versterkte teen- en hielstukken. In vergelijking met de panty's van tegenwoordig ogen enkele bewaard gebleven exemplaren uit die periode werkelijk heel erg grof en lomp.
Nylon: wezenlijk fijner en sterker dan conventionele textielvezels
Pas één jaar later, op 15 mei 1940 kon DuPont nylons voor het eerst in heel de Verenigde Staten aanbieden. Geadverteerd had de groep daarvoor met de weinig opwindende slogan "Voor de wereld van morgen ... een nieuwe naam en een nieuw materiaal". Nylons waren wezenlijk fijner dan conventionele textielvezels en toch, als men de reclame mocht geloven, "sterk als staal". Geen wonder dat de “wondervezel” navolgers trok.
Het vrouwenbeen had met smart gewacht op de introductie van nylons
Hoewel de fabrikant van de kunstvezel op die eerste verkoopdag naar eigen zeggen al vijf miljoen paar wist te verkopen, gingen natuurlijk veel Amerikaanse vrouwen nog met lege handen naar huis. In het jaar daarop echter, gingen er al meer dan zestig miljoen paar kousen over de toonbank. Het vrouwenbeen had blijkbaar met veel smart gewacht op de introductie van nylons. Want de vrouwen in de VS kochten destijds elk jaar pakweg 500 miljoen paar van deze “zijden kousen”. En onder vrouwelijke werkneemsters waren er die jaarlijks gemiddeld 36 paar versleten. Ook kousen van kunstzijde op basis van houtpulp waren niet goedkoop, zoals in die beginfase trouwens geen enkel concurrerend product goedkoop was.
Nylons aanvankelijk een duur luxe-artikel
Ook in ons land waren nylons in de jaren vlak na de oorlog een duur luxeartikel en nauwelijks te verkrijgen. Ze kostten vrijwel evenveel als het maandsalaris van een secretaresse en een ladder was dan ook een regelrecht drama. En vrouwen die zich geen nylons konden veroorloven, die improviseerden en lieten zich soms met behulp van een wenkbrauwpotlood een kousennaad op de blote benen natekenen!
Minirok vereiste panty's
In de jaren 50 van de vorige eeuw konden rondbreiende cilindermachines ook goedkoop naadloze nylons produceren. Maar dat luidde nog niet het einde van de nylons in. Het was de opkomende minirok die in de jaren 60 en 70 panty's vereiste. Maar vanaf pakweg 2015 valt er een revival van de nylon kous waar te nemen. Er is vooral vraag naar de retro-versie van nylons met de klassieke naad: daarlangs kunnen mannenblikken bewonderend op een vrouwenbeen naar boven glijden.