Basis voor kledingontwerp
Voor de keuze tussen confectiekleding of "op het lijf" ontworpen mode zullen de meeste mensen financiële argumenten aandragen. Relatief weinig mensen hebben bij de aankoop van nieuwe gardarobe een bekende modeontwerper als leverancier. In hun outfit willen mensen echter graag hun persoonlijkheid geaccentueerd zien. Bij op de persoon gemaakte kleding is dit impliciet. Bij confectiekleding kun je na aanschaf eventueel aanpassen. Ook dan zijn basiselementen van belang.
Fysieke persoonskenmerken
het figuur
De volgende omschrijvingen zijn uitgangspunt bij het omschrijven van het figuur. Het gaat hier om een
eerlijke algemene indruk die de persoon voor wie de kleding bedoeld is, maakt in zijn of haar omgeving:
- lengte: kort/lang
- gewicht: dik/mager
- houdingselementen als:
rechte of afhangende schouders, platte of bolle buik, het hoofd omhoog of meer hangend, de duidelijkheid van de taillelijn, op welke plaatsen een goede proportie en waar minder en de verhouding van lengte en omvang
het gezicht
De halslijn van een kledingstuk heeft invloed op de indruk die een gezichtsvorm heeft.
Gezichten worden onderverdeeld in zo'n vijf verschillende vormen:
- rond,
- vierkant,
- langwerpig,
- hartvormig,
- ovaal
Ovaal wordt algemeen gezien als de ideale gezichtsvorm.
de kleur
Een warme of koele uitstraling maar ook groter of kleiner lijken is met kleur te bewerkstelligen.
De kleur(en) van een kledingstuk beïnvloeden de indruk die je maakt in samenhang met de kleur(en) van huid, haar en ogen.
De kleur moet die van de huid fraaier doen voorkomen, die van het haar meer doen glanzen, en die van de ogen dieper maken.
Basiselementen in kledingontwerp.
dit zijn:
Grosso modo kun je in modeontwerp lijngebruik in twee soorten lijnen verdelen: de rechte en de kromme lijn. Rechte lijnen: stijf, ernstig, streng, niet te vermurwen enzovoort. Ook het verschil tussen verticaal en horizontaal lijngebruik:
zelfbewust en waardig tegenover
vriendelijk. Diagonale lijnen zouden verzachting of afzwakking van die indrukken veroorzaken.
Gebogen lijnen kunnen, mits juist gebruikt, een elegante indruk oproepen.
Daarnaast is er sprake van lijndominantie. Wil je iets accentueren, dan moet je de dominerende lijn in je ontwerp daar dichtbij plaatsen. Bijvoorbeeld bij het gezicht, de taille, de benen. Natuurlijk ook andersom, als je daar nu juist niet het accent op wil laten vallen.
Met strepen in de stof zijn veel trucs uit te halen.
Een verticaal streepdessin geeft over het algemeen een slank en lang voorkomen. Horizontaal maakt vaak korter en dikker.
Hierbij is ook de
onderlinge afstand van de strepen van invloed.
Stoffen met motief zijn wel plezierig bij het ontwerpen. Een probleem is dat stoffen met motief al snel mensen fors doet lijken. Kleine dessins en weinig kleurcontrast van verschillende kledingstukken zijn hierbij een aanrader.
- structuur en eigenschappen van stoffen
In principe geldt dat hoe meer een stof glimt, hoe breder iemand lijkt.
Ook maakt het uit hoe een stof geweven is. Hier geldt, hoe gladder de stof geweven is, hoe slanker iemand in het ontwerp lijkt (maar pas op voor glimmen, want dan werkt het weer andersom).
Ook de tegenstelling tussen stugge en flexibele weefsels is hier aan de orde. Je kunt gebruik maken om lichaamslijnen niet te volgen (stug) of juist wel (flexibel). Probeer eerst echter uit, want bij verkeerd gebruik werkt het averechts. Iemand lijkt dan supermassief of je accentueert juist iets te veel.
Rood en oranje worden als warm ervaren, blauw en violet als koel. Ook donkere tegenover lichte kleuren geven deze tegenstelling.
De waarneming van iemands omvang wordt beïnvloed door:
rood en geel, iemand lijkt meer omvang te hebben
blauw, iemand lijkt minder omvang te hebben
Daarnaast is het vermijden van veel contrast een uitgangspunt. Iemand met een blozend hoofd moet je vooral niet in groene kleding laten lopen. Maar ook een persoon met een bleke, vale huidskleur in paars hullen heeft een naar effect. Vermijd dus elkaar aanvullende kleuren.
Bij ontwerpen ga je steeds van figuureigenschappen uit. Het gaat eigenlijk steeds om
accentueren of juist
camoufleren In boevengenoemde basiselementen wordt deze werking ervan omschreven. Enkele voorkomende figuureigenschappen die in literatuur worden genoemd, zijn:
- lang en slank, lang en mager, lang en zwaar
- klein en slank, klein en dik
- omvang en vorm van buste
- heupomvang
- lengte van de taille
- vorm van de schouders (rond, smal/vierkant, breed)
- halslengte
- omvang buik en derrière
Maar het meest van belang is, dat iemand zich in de kleding die je in een bepaalde situatie draagt sociaal prettig en veilig voelt!