Toverkruiden en Artsenijgewassen uit de Volksgeneeskunst
Sinds het begin van onze beschaving, en wellicht nog wel eerder, gebruikt de mens planten en kruiden als voedsel, geneesmiddel en als toverkruid. De bekendste geneesheer uit de klassieke oudheid is Hippocrates, hij bezat veel plantenkennis en wordt beschouwd als de ontdekker van aspirine. Hij maakte van de geneeskunde een exacte wetenschap en haalde haar zo uit de troebele sfeer van tovenarij en godsdienst. Later, in de middeleeuwen speelden zowel tovenarij als godsdienst weer een belangrijke rol. We gaan hier een aantal bijzondere planten bekijken waarbij we niet alleen hun medicinale en toverachtige eigenschappen belichten maar ons ook verdiepen in de vaak rijke historie met al zijn legenden en sagen...
Geheimzinnige planten en kruiden...
Kennis van planten en hun geneeskrachtige eigenschappen of hun werking als toverkruid was in de middeleeuwen maar aan enkelingen voorbehouden. De meeste kennis werd vergaard en opgetekend bij kloosters die er een kloostertuin op na hielden.
In de kloosters waren de monniken vanuit hun religieuze achtergrond verantwoordelijk voor de naamgeving van planten en zij deden onderzoek naar de eigenschappen en toepassingen van planten en kruiden. De namen Duivelsbes, Duivelskruid, Heksenkruid en Kwademansbes voor de plant Atropa belladonna zijn een mooi voorbeeld van religieus getinte benamingen.
Middeleeuwse artsen en tovenaars
De middeleeuwse artsen deelden hun kennis van geneeskrachtige planten met de kloosterlingen maar konden desondanks hun patiënten weinig hulp bieden bij hun genezing daar het hen ontbrak aan de noodzakelijke kennis van de te behandelen ziekten.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan de builenpest, een ziekte die vooral ontstond door de slechte hygiënische omstandigheden en open riolen in die tijd. Geen wonder dat men door onmacht en volksgeloof gedreven vaak te rade ging bij heksen en tovenaars...
Niet geschikt voor doe-het-zelvers...
We gaan hier een aantal van de door hen gebruikte planten bekijken waarbij we de aantekening moeten maken dat wij wel veel nuttige plantenkennis in huis hebben maar niet beschikken over medische certificaten of erkende occulte kennis en dus beslist geen verantwoording kunnen nemen indien u de drankjes, aftreksels of elixers thuis gaat uitproberen, niet zelf doen dus!
Alruin, Mandragora officinarum
Alruin, Mandragora officinarum, is een buitengewoon giftige en gevaarlijke plant waaraan al eeuwenlang grote magische krachten worden toegeschreven. Net als veel andere giftige planten behoort zij tot de nachtschadefamilie, de Solanaceae. De plant is met een geheimzinnig waas omgeven en de herkomst van de naam mandragoro en alruin is niet duidelijk. Zij wordt echter al beschreven in verhalen uit de klassieke oudheid en ook in de bijbel wordt de plant genoemd. De oorspronkelijke groeiplaats zou Palestina zijn geweest en van daaruit heeft de plant zich uitgebreid naar meer noordelijker streken. Alruin is zeldzaam en zou alleen 's nachts te vinden zijn nabij de ruïnes van vervallen boerderijen en ook op plaatsen waar ooit een galg had gestaan. Ze groeide op uit het lijkvocht, de urine en het zaad van een onschuldige gehangene... Hoe luguber wilt u het hebben! De wortel van de plant zou een mensachtige gedaante hebben en mens noch plant zijn.
Vroeger was men erg voorzichtig bij het verwijderen van alruin. In de Middeleeuwen gebruikte men een zwarte hond die met een touw aan zijn halsband en aan de wortel gebonden de wortel uit de grond moest trekken. Het verdere lot van de hond was onplezierig. Alruin is een bestanddeel van heksenzalf, de plant bevat giftige alkaloïden zoals scopolamine en ander hallucinogene alkaloïden, vanaf 0,1 mg scopolamine per kilo lichaamsgewicht treden hallucinaties op die meerdere dagen kunnen aanhouden. Alle alkaloïden van de alruin hebben effect op het brein en de plant werd vroeger ook als narcosemiddel of als pijnstiller gebruikt.
Anijs, Pimpinella anisum
Anijs, Pimpinella anisum, is niet gevaarlijk en bijna iedereen kent de geur van anijs van de anijsmelk of het broodbeleg, de gestampte muisjes. Dat anijs ook een uitstekend toverkruid is laten de volgende toepassingen zien: maak een geurzakje met anijszaad erin en leg dit onder uw kussen, het zal voorkomen dat u nachtmerries krijgt.
Verse anijsblaadjes in een kamer uitgestrooid zullen het kwaad verdrijven en worden om deze reden ook gebruikt in de Magische Cirkel om de magiër te beschermen tegen boze geesten. Voor u kan het nuttig zijn als bescherming tegen het boze oog en anijs wordt ook gebruikt om goede geesten op te roepen die kunnen helpen bij magische rituelen. Hang een takje boven uw bed en het zal uw jeugd herstellen.
Pythagoras, de bekende wijsgeer, was ervan overtuigd dat men geen epileptische aanval kon krijgen wanneer men een takje anijs in de hand hield. De plant komt van oorsprong uit het oostelijk deel van het Middellandse Zeegebied en uit West-Azië en het is bekend dat anijs al in het jaar 1500 voor Christus werd gebruikt door de Egyptenaren. Uit de zaden van de anijsbloemen werd in de Middeleeuwen veelal een etherische olie geperst die uitwendig kon worden toegepast bij schurft en luizen. Anijs kent vanouds weliswaar veel medische toepassingen zoals het gebruik bij bronchitis, kinkhoest en kriebelhoest en het zou een antibiotische werking hebben maar het medisch bewijs van de werking is nooit geleverd. Dit is typerend voor de volksgeneeskunst, zij stoelt vaak op oude wijsheden. Anijs zit ook in alcoholische dranken zoals pastis en ouzo.
Bilzekruid, Hyoscyamus niger
Het Bilzekruid, Hyoscyamus niger, is net als alruin familie van de nachtschade en ook dit is een bijzonder gevaarlijke en sterk giftige plant. Ook nu weer vormen de belangrijkste gifstoffen in de plant de zogenaamde tropane alkaloïden scopolamine, hyoscyamine en atropine een serieus gevaar wat niet onderschat moet worden. Bilzekruid is een bekend heksenkruid en een belangrijk ingrediënt van heksenzalf, het is een door heksen ook voor andere doeleinden veel en graag gebruikte plant, als gif voor in de zogenaamde gifbeker of als hallucinerend middel. Volgens de overlevering kende ook Shakespeare dit gif en in zijn beroemde drama "Hamlet" zou dit het gif zijn waarmee de koning werd vermoord.
In de volksgeneeskunde werd het vroeger gebruikt om haar narcotische eigenschappen en het werd ook toegepast bij astma en als kramp verlichtend middel. Het blad en de zaden werden voor hun roesopwekkend en hallucinerend effect gerookt. Tot in de 17e eeuw werd bilzekruid gebruikt als smaakstof voor bier maar het werd later vervangen door hop. Omdat het gehalte aan giftige stoffen sterk varieert en gemakkelijk tot vergiftiging kan leiden wordt de plant tegenwoordig niet meer gebruikt voor medische toepassingen. De volksnamen mallewillempjeskruid en dolkruid wijzen ook op de verschijnselen die optreden na het gebruik van de plant. De zachtgele bloemen zijn violet dooraderd en buitengewoon mooi om te zien.
Heksen en hun praktijken...
De middeleeuwse heks was een vrouw die, in het gunstigste geval, beschikte over veel kennis van de werking en eigenschappen van bepaalde planten en onder meer aan die kennis zou zij haar toverkracht ontlenen. De heks stond overigens vrijwel altijd in een kwaad daglicht en werd alom gevreesd. Heksen zouden een duivelse samenzwering hebben gevormd tegen de christelijke gemeenschap en Satan verschafte de heksen hun occulte vermogens waardoor zij hun kwade toverkunsten konden uitoefenen.
Zij vlogen 's nachts door het luchtruim naar hun heksensabbat, hierbij aangevoerd door hun heidense godin die onder vele namen bekend stond zoals Diana, Holda of Perchta. Tijdens de heksensabbat dansten zij naakt, copuleerden met de duivel en aten ongedoopt kindervlees. Tamelijk griezelig allemaal dus!
Geheimzinnige toverdrankjes...
De heks stond ook bekend om haar geheimzinnige toverdrankjes gemaakt van duivelse kruiden en planten. Ook aan tovenaars en artsen uit die tijd werden nog wel eens magische krachten toegeschreven die te danken waren aan hun plantenkennis en de door hen toegepaste kruidenelixers en aftreksels van planten. De overeenkomsten tussen de zogenaamde artsenijgewassen en toverkruiden zijn dan ook heel groot en er is heel vaak sprake van zowel een duivelse als een genezende kracht. Toverplanten of magische planten behoren tot de vrij grote groep planten die tegenwoordig meestal met de verzamelterm psychoactieve planten worden aangeduid of "planten der goden" zoals beschreven in het boek van professor Richard Evans Schultes met dezelfde titel.
Duizendguldenkruid, Centaurium erythraea
Het is niet alleen maar ellende met toverkruiden want duizendguldenkruid, Centaurium erythraea, is een zeer nuttig toverkruid als u enkele takjes hiervan in uw beurs doet, het kruid zorgt er dan voor dat uw portemonnee nooit leeg raakt. Kijk, daar hebt u nog eens wat aan! Het kruid biedt bovendien ook nog bescherming tegen allerlei boze geesten. Zoals een goed toverkruid betaamt had het nog meer toepassingen, het werd gebruikt om willoze mensen sterker te maken en het helpt grenzen te stellen en "nee!" te zeggen. Het werkt ook bij mensen die zichzelf aan anderen opdringen met goede raad en advies en zich daardoor niet verdiepen in wat zij zelf voor hun eigen persoonlijke bestemming behoren te ondernemen. Dien het ze wel ongemerkt toe natuurlijk... Artsen in het oude Rome waren al bekend met de plant, hij werd toegepast bij het bestrijden van koorts.
Ook bij de Gallische druïden was het een bekend geneeskruid en tijdens de Middeleeuwen groeide de plant in bijna iedere kloostertuin. Ook heden ten dage wordt de plant nog steeds gekweekt in onder andere Noord-Amerika want het kent diverse medische toepassingen zoals het gebruik als eetlustopwekkend middel, tegen anorexia nervosa en tegen spijsverteringskwalen. De meeste bekende kruiden zijn door biologen en chemici ontleed en zo weet men dat duizendguldenkruid naast verschillende bitterstoffen ook glycosiden, flavonoïden, valeriaanzuur en xanthone bevat. De naam Centaurium komt waarschijnlijk uit de Griekse mythologie, de plant zou zijn vernoemd naar de centaurus Chiron die zijn eigen wonden behandelde met het kruid en die beroemd was om zijn kennis van geneeskundige kruiden.
Doornappel, Datura stramonium
De doornappel, Datura stramonium, is ook weer een plant uit de nachtschadefamilie die zeer giftig is en hallucinogene alkaloïden bevat. In Bijbelse kringen wordt wel eens de volgende sage over de doornappel verteld: Ooit zou er een grote doornappelboom in het paradijs hebben gestaan maar nadat de slang Eva had verleid tot het eten van een appel van de boom sprak God een vloek over de slang uit. De slang kronkelde zich om de toen nog machtige doornappelboom en bevlekte haar. Hierdoor werd de boom steeds kleiner totdat er tenslotte slechts een nietige plant overbleef. De eens zo machtige boom draagt nog steeds appelvormige vruchtjes met dicht bij elkaar geplaatste stekels die de tanden van de slang verbeelden waaraan de boom zijn huidige verschijning te danken heeft.
Datura is ook verbonden met de aanbidding van Shiva, de god die geassocieerd word met de creatieve en destructieve aspecten van de kosmos. Daarnaast worden er in het Boeddhistische geschrift Guhyasamāja Tantra instructies gegeven voor het rituele gebruik van Datura en in de Kama Sutra staat een recept voor het gebruik door de man waarmee hij zijn partner kan onderwerpen aan zijn wil. Al met al is de doornappel dus een gevaarlijk plantje! De plant komt voor op mesthopen bij boerderijen en op bouwland, ze heeft het liefst een kalkrijke bodem en is inheems in Europa en Noord-Amerika. Ze werd door Indianen wel gebruikt om hallucinaties op te wekken hetgeen bepaald niet ongevaarlijk is want een overdosering is dodelijk. Datura is een onmisbaar element in heksenzalf.
Heksenkruid, Atropa Belladonna
Hoewel Heksenkruid, Atropa Belladonna, ook wel Wolfskers, Duivelskruid, Duivelsbes of Kwademanskruid wordt genoemd is zij toch vooral bekend onder de naam Heksenkruid. De planten en dan met name de bessen zijn extreem giftig en zelfs dodelijk. Samen met Bilzekruid, Hyoscyamnus niger, Doornappel, Datura stramonium en meerdere andere ingrediënten (nee, het recept geven we hier niet) is het een belangrijk onderdeel van de ‘heksenzalf’. Deze kruiden bevatten namelijk stoffen die op zichzelf of in combinatie met elkaar hallucinerend werken. De zalf wordt aangebracht op dunne plaatsen van de huid zoals in de oksels en liezen. De werkzame stoffen worden door de huid opgenomen en veroorzaken een bewustzijnverandering waarbij vaak de indruk ontstaat dat men vliegt en waarbij ook erotische beelden worden waargenomen. Een onmisbaar onderdeel van de heksensabbat dus.
In vroeger tijden was de werking van het heksenkruid bij artsen ook bekend en gevreesd, desondanks gebruikten zij het kruid in allerlei levenselixers! De soort aanduiding "belladonna" komt uit het Italiaans en betekent 'mooie vrouw'. In de Renaissance druppelden vrouwen het atropine uit de plant in hun ogen om hun pupillen te verwijden en de ogen donkerder en glanzender en dus verleidelijker te maken. In de moderne geneeskunde zijn stoffen die zijn afgeleid van de belladonna alkaloïden nog steeds belangrijk: atropine, één van de chemische bestanddelen van het kruid, wordt door artsen gebruikt als pupilverwijder.
Artsenijgewassen
Dat het hierboven beschreven heksenkruid een plant is die zowel door heksen als door medici wordt gebruikt is niet verwonderlijk gezien haar eigenschappen en werkzame stoffen. Het komt heel vaak voor dat giftige planten een toepassing hebben gevonden in de medische wetenschap, zij bevatten vaak werkzame stoffen die, mits juist gedoseerd, een genezing van de patiënt kunnen bewerkstelligen. Vandaag de dag worden veel van deze stoffen synthetisch vervaardigd maar men is dikwijls ook aangewezen op de stoffen uit de plant zelf. In de geneeskunde zocht men ook al vroeg naar middelen om de patiënt te kunnen verdoven bij een operatie zodat de operatie ongestoord en makkelijker uit te voeren was en om de pijn en het leed voor de patiënt te verzachten.
Slachtoffers
Alruin werd regelmatig toegepast en er zullen ongetwijfeld slachtoffers bij zijn gevallen maar men had vroeger weinig keus, of ondraaglijke pijn lijden of wellicht niet meer wakker worden uit de verdoving na de operatie. Artsen hebben altijd veel onderzoek gedaan naar planten die mogelijk geneeskrachtige eigenschappen bezitten en dat onderzoek gaat nog altijd door. Het tropisch regenwoud bevat nog steeds honderden soorten planten die niet zijn onderzocht en waar nog een schat aan kennis verborgen ligt. Uiteindelijk is het onderzoek al voor onze jaartelling begonnen en konden artsen door de eeuwen heen tal van geschriften raadplegen om hun kennis van planten te vergroten. Hieronder volgen nog enkele artsenijgewassen uit de volksgeneeskunde.
Pepermunt, Mentha spicata
Munt, Mentha spicata, heeft als artsenijplant een lange geschiedenis, al eeuwen wordt het gebruikt als genezend middel bij allerlei soorten kwalen en ziekten. Wrijf het verse kruid tegen het voorhoofd om hoofdpijn te verdrijven en draag munt in een lint om uw pols als bescherming tegen ziekte. Maagproblemen bestrijdt u door een groen lappen popje te vullen met munt en het in te wrijven met helende oliën. Munt wordt ook gebruikt bij reisbezweringen, om lust te bewerkstelligen en niet onbelangrijk: om de duivel uit te drijven! Verse munt op uw huisaltaar trekt goede geesten aan en helpt u bij uw magische bezweringen waarbij het ook kan worden gebruikt om uw huis te beschermen tegen het kwaad. Reeds 3000 jaar geleden was munt al bij Egyptische artsen in gebruik om bloedingen mee te stelpen.
In de bijbel wordt verteld dat munt gestrooid werd op de vloer van de synagoge en de oude Romeinen gebruikten het om wijn op smaak te brengen. Bij de Grieken en Romeinen was het kruid heilig. Omdat alle variëteiten van munt gemakkelijk met elkaar kruisen bestaan er veel ondersoorten. Pepermunt, Mentha x piperita, is pas laat in de zeventiende eeuw in Engeland ontstaan uit een kruising van watermunt (Mentha aquatica) met het oeroude aarmunt (Mentha spicata). Thee van munt maakt men door de blaadjes enige tijd in heet water te laten trekken, het is een lekkere en verkwikkende drank die verkoelend werkt op warme dagen. Enkele muntblaadjes als garnering bij toetjes doet het ook goed.
Salvia, Salvia officinalis
Salvia of salie, Salvia officinalis, is al heel lang bekend om haar goede geneeskrachtige eigenschappen. In de magische literatuur wordt salie beschouwd als een machtige toverplant en als magisch elixer heeft het een opbeurende werking bij oververmoeidheid, zenuwuitputting, hysterie en klachten van psychische aard. Voor de Romeinen was salie een Heilige plant, het kruid was gewijd aan Jupiter de Romeinse Oppergod. De naam salvia betekent zoveel als: "Zij die heelt" en komt van het Latijnse "salvare" dat "redden" of "genezen" betekent. De soortnaam "officinalis" is een aanduiding dat salie al heel lang bekend staat als een geneeskruid. We zien deze toevoeging bij artsenijplanten veel vaker zoals bijvoorbeeld bij rozemarijn: Rosmarinus officinalis.
De ontsmettende werking van salvia is bewezen en het is dan ook een prima middel om toe te passen bij ontstekingen en dan met name die van de slijmvliezen. Al vanouds wordt de plant toegepast in hoestdrankjes en het werkt ook goed bij mond infecties en infecties aan het tandvlees, het wordt daarom ook wel in tandpasta verwerkt. Sterke saliethee kan gebruikt worden om mee te gorgelen en spoelen maar niet om te drinken want salie is giftig in hoge concentraties. De plant kent wereldwijd meer dan 90 soorten en betoverend mooie cultivars zoals de Salvia greggii "Icing Sugar" ® van kwekerij Bastin. Salie kent ook veel toepassingen als keukenkruid en is vooral bekend uit de Italiaanse keuken waar het wordt toegepast in vleesgerechten zoals saltimbocca.
Valeriaan, Valeriana officinalis
Echte valeriaan, Valeriana officinalis, is een artsenijgewas wat eveneens al beschreven werd door de oude Grieken en Romijnen en het wordt ook genoemd in Angelsaksische geschriften uit de 11de eeuw. In de Middeleeuwen had het kruid diverse toepassingen, het werd in de keuken gebruikt, als parfum, als ingrediënt voor wierook en als middel tegen de pest. De kalmerende en rustgevende werking werd pas ontdekt in de 18de eeuw, daarvoor werd het ook veel toegepast als middel tegen epilepsie en koorts. Ze heeft ook bijzondere eigenschappen als magisch kruid, de gedroogde wortel kan men verpulveren en in zakjes in huis ophangen of in kussens stoppen om makkelijker in slaap te vallen. Een takje van de plant bevestigd aan de kleding van een vrouw kan er voor zorgen dat mannen haar achterna gaan lopen.
Valeriaanwortel wordt daarom ook wel toegepast in liefdeselixers. De oude Grieken hingen een twijgje Valeriaan aan het raam om het kwaad te weren. En "last but not least": als de melk bij het karnen geen boter wil worden, giet ze dan door een van valeriaan stengels gevlochten krans heen... Valeriaan is ook vandaag de dag bekend om haar rustgevende werking met als nadeel dat het middel als sterk verslavend wordt beschouwd. De plant is overblijvend en kan een indrukwekkende hoogte van wel twee meter bereiken waarbij zij recht omhoog groeit. De verse bloemen zijn eerst lichtroze en later verbloeiend naar wit, ze hebben een zoete geur en staan in schijnschermen. De bloeitijd is van mei tot augustus, de plant is inheems en houd van vocht.
Nog veel meer
Er bestaan natuurlijk nog veel meer artsenijgewassen en toverkruiden, dat leidt geen twijfel, maar het zou onmogelijk zijn ze hier allemaal te beschrijven. Zoals al eerder vermeld heeft namelijk bijna iedere plant wel een medische toepassing gevonden in de loop der eeuwen en er worden nog steeds nieuwe toepassingen ontdekt. Een mooi klassiek voorbeeld van een medicijn dat afgeleid is van een plant die eerst in de volksgeneeskunde werd gebruikt is Digitalis, zij wordt in de volksgeneeskunst nu niet meer gebruikt omdat het een moeilijk te doseren en gevaarlijk giftige plant is maar zij wordt als synthetisch produkt wel toegepast in de medische wetenschap. De vier meest griezelige
toverkruiden hebben we hier wel beschreven maar ook hiervan zijn er natuurlijk nog veel meer. En bent u altijd al van plan geweest heks te worden dan zijn de mogelijkheden ook vandaag de dag niet op de vingers van één hand te tellen! Wel willen wij u er wellicht ten overvloede op wijzen dat wij geen verantwoordelijkheid kunnen nemen voor uw doen en laten wanneer u eenmaal lid geworden bent van één van de vele heksengenootschappen.
Blijft u liever met beide benen op de grond dan kunt u zich verdiepen in de vele geschriften die er bestaan over
artsenijgewassen, er is meer dan voldoende studiemateriaal om de rest van uw leven mee te vullen!
Neem de volgende waarschuwing alstublieft serieus:
Een deel van de hierboven staande slottekst is geschreven met een knipoog naar het occulte. De nu volgende waarschuwing is dat niet, u dient deze absoluut serieus te nemen: De hier gegeven plantenbeschrijvingen zijn bedoeld als informatie om kennis van te nemen, ga niet zelf met een van deze planten experimenteren. Gebruik alruin, bilzekruid, doornappel en heksenkruid niet als recreatieve of alternatieve drug, dit is beslist onverantwoord aangezien de bovengenoemde planten zelfs bij zeer geringe doseringen sterk giftig zijn waardoor zij bij gebruik ernstig letsel kunnen veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg kunnen hebben!
Lees verder