Hartmiddelen uit de natuur
Bij de behandeling van hartzwakte spelen in de geneeskunde plantaardige middelen nog steeds een belangrijke rol. Van het klassieke hartmiddel digitalis, wordt echter niet meer het kruid voorgeschreven, maar wel de geïsoleerde stoffen, de zogenaamde hartglycosiden zoals digitaline en digitoxine. Een veilig en goed werkzaam kruid, dat vooral in de natuurgeneeskunde gebruikt wordt is Meidoorn, Crataegus laevigata.
Digitalis (vingerhoedskruid) is een tweejarige inheemse plant die behoort tot de zogenaamde forte-fytotherapeutica, de krachtig werkende plantaardige middelen. Andere sterk werkende kruiden voor het hart zijn zeeajuin (scilla maritima), lelietje-van-dalen (convallaria majalis), oleander (nerium oleander) en voorjaarsadonis (adonis vernalis). Deze planten zijn licht giftig en worden alleen nauwkeurig gedoseerd voorgeschreven. Men hoeft de dosering ervan weliswaar niet tot op een tienduizendste gram te berekenen, maar volkomen onschuldig zijn ze nu ook weer niet. In de klassieke geneeskunde worden nu alleen nog de geïsoleerde bestanddelen van deze planten gebruikt.
Een veilige, versterkende plant voor het hart: Meidoorn / Crataegus laevigata
In de natuurgeneeskundige fytotherapie worden de sterk werkende planten zoals Digitalis niet meer gebruikt. Er wordt gekozen voor zacht werkende middelen die trager werken maar wel veel veiliger zijn. Een veilig en toch goed werkzaam plantaardig middel bij hartzwakte is meidoorn. Meidoorn is ook een van de best onderzochte planten. Al in 1976 tijdens een te München gehouden meidoorn-colloquium, werd op grond van de resultaten van een in opdracht van de regering gehouden onderzoek vastgesteld, dat meidoorn als niet-giftig kan worden beschouwd, ook bij zeer langdurig gebruik werden geen schadelijke gevolgen vastgesteld. Dat is belangrijk, omdat meidoorn niet zo direct en snel werkt als digitalis; het hartversterkende effect ontwikkelt zich pas na langer gebruik, na ongeveer drie tot zes weken. Dan blijft het echter lang aanhouden.
Meidoorn vooral voor goed de verbetering van de hartdoorbloeding, die zowel te danken is aan de lichte verwijding van de kransslagaders als, naar onderzoek heeft aangetoond, de bevordering van de bloedtoevoer in reeds beschadigde delen van het hart. Daarom is de toepassing vooral succesvol bij een hart dat verouderingsverschijnselen vertoont en als middel ter voorkoming van hartproblemen. Bij mensen van middelbare leeftijd bijvoorbeeld, die de eerste tekenen van hartslijtage bespeuren: kortademigheid, snellere polsslag en een gevoel van druk bij inspanningen. Hier kan meidoorn, mits op tijd en over een lange periode ingenomen, de noodzaak van sterkere medicijnen voorkomen. Tegenwoordig gebruikt men meidoorn bij voorkeur in de vorm van druppels met een exact gehalte aan werkzame stof . Men neemt daarvan driemaal daags 15 tot 20 druppels in, gedurende een langere periode.
Ook meidoornthee is te gebruiken. Hiervoor worden de bloemen gebruikt, maar ook wel het blad of een mengsel van beide.
Meidoornbloesemthee ( flores crataegi) dosis: 2 theelepels per kop, 2 tot 3 maal daags een kop. Overgieten met kokend water. Om een toereikende hoeveelheid werkzame stoffen te bereiken dient de thee langer te trekken dan meestal gebruikelijk is, zowat 15 tot 20 minuten. Zoeten met wat honing versterkt de werking. Meidoornbloemen op zich hebben een goede invloed bij beginnende en lichte vormen van hartzwakte en doorbloedingsstoornissen van de kransslagaderen. Deze basiswerking is ook gewenst bij een reeks van andere aandoeningen die in meerdere of mindere mate invloed uitoefenen op het hart. Daarom zijn meidoornbloemen een dikwijls gebruikt bestanddeel van theemengsels voor het hart.
Aanvullende planten voor het 'nerveuze' hart: hartgespan, citroenmelisse, sint-janskruid
Het nerveuze hart van de overwerkte mens die lichamelijk dan weer eens hier, dan weer daar met problemen tobt en die geestelijk uitgeput begint te raken. Dat is ook in de overgangsjaren een veelvoorkomend syndroom. Hiervoor kan hartgespan voor een theemengsel worden aanbevolen. Dit kruid werkt kalmerend en - door de bitterstoffen - tevens versterkend. De tijd die het hart nodig heeft om na inspanning te herstellen wordt door hartgespan verminderd, het prestatievermogen van elke hartslag op zich neemt toe en de bloedsomloop wordt versterkt. Zo kan bij lichamelijk of geestelijk uitgeputte mensen de vaak onaangenaam snelle pols worden genormaliseerd. Naast meidoorn zijn sint-janskruid en citroenmelisse ook beproefde middelen die de werking van meidoorn en hartgespan ondersteunen. Sint-janskruid is gekend als een antidepressivum, als een plantaardig middel tegen depressie. Het verbetert merkbaar iemands stemming, mits het langere tijd achtereen wordt ingenomen; het is een betrouwbaar middel, de werking houdt lang aan en als thee of tinctuur 1:5 is het zeer veilig.
Hartgespan, meidoorn en sintjanskruid zijn middelen die pas effect hebben wanneer ze worden toegepast in de vorm van een kuur. Citroenmelisse daarentegen kan, vooral bij zenuwachtige personen vrij snel helpen. Daarom is dit laatste kruid zo waardevol in het mengsel. Wij kennen de melisse vooral als middel tegen slaapstoornissen, stress en nervositeit. Het is een van de belangrijkste middelen tegen nerveuze aandoeningen van allerlei organen: maag, darmen of zelfs het hart.
Een kruidenmengsel voor een zwak hart, ouderdomshart, hoge bloeddruk en ritmestoornissen kan er dan als volgt uitzien:
- hartgespan (herba leonuri) 10,0
- sint-janskruid (herba hyperici) 20,0
- meidoornbloemen (flores crataegi) 50,0
- melissebladeren (folia melissae) 20,0
Dosis: 2 theelepels per kop. Overgieten met kokend water en 15 tot 20 minuten laten trekken. 2 tot 3 koppen per dag. Gebruikelijk is een kuur van enkele maanden. Bijwerkingen in deze doseringen zijn niet te verwachten.