Yogahoudingen salamba sirsasana II (hoofdstand)
Salamba sirsasana II maakt deel uit van de sirsasana-cyclus, een aantal hoofdstanden. Deze yogahouding lijkt op salamba sirsasana I. Er wordt echter meer gevraagd van het evenwichtsgevoel, aangezien het omgekeerde lichaamsgewicht slechts op drie punten rust: de twee handen en het hoofd. Deze variant van de klassieke hoofdstand heeft veel voordelen en waarborgt een zeer goede doorbloeding van de schildklier maar vooral ook van de hersenen, de hypofyse en de pijnappelklier (epifyse). Samen met de lotushouding (padmasana) staat de hoofdstand symbool voor de yogapraktijk. Volgens de traditionele yogahandboeken heeft de sirsasana-cyclus een verjongend effect en een gunstige uitwerking op het hele lichaam en alle organen. Overigens zouden ook mensen met spataderen wel eens veel baat kunnen hebben bij de hoofdstand (en de varianten).
Inhoud
Oorsprong van salamba sirsasana II (hoofdstand)
Salamba is een Sanskriet-woord en betekent ondersteund. En
sirsa wil zeggen hoofd.
Asana is Sanskriet voor (zit)houding en vormt de derde fase van het
achtvoudige yogapad van Patanjali (
Yoga-Sutras). In salamba sirsasana II rust het lichaamsgewicht op de twee handen en het hoofd. De omgekeerde houding stimuleert de
bloeddoorstroming in de
hersenen. In de oude Indiase handboeken over
hatha-yoga, zoals de
Gheranda-samhita, wordt sirsasana dan ook de koning van de yogahoudingen genoemd. De achterliggende gedachte is dat alles wat iemand dagelijks onderneemt, zowel fysiek als mentaal, geleid wordt door het denkvermogen ofwel de hersenen.
Schildklier
Het netwerk van zenuwen en zenuwknopen staat direct of indirect in contact met de hersenen. Dankzij de omgekeerde lichaamshouding in
salamba sirsasana II wordt dit orgaan rijkelijk van
bloed voorzien, met inbegrip van bijvoorbeeld de hypofyse en epifyse. Hetzelfde geldt voor de
schildklier, de
bijschildklieren en de zintuiglijke organen, zoals de ogen.
Techniek
Salamba sarvangasana I is een goede voorbereiding op salamba sirsasana II. De 'schouderstand' zorgt immers voor een gevoel van
balans dat nodig is voor als u zich aan de gevorderde hoofdstanden waagt. Ook is het belangrijk dat u eerst
salamba sirsasana I beheerst, een hoofdstand waarbij de onderarmen en het hoofd een driehoek vormen, de basis waarop het lichaamsgewicht rust. In salamba sirsasana II hebt u die ondersteuning niet en rust het hele lichaamsgewicht slechts op het hoofd en de twee handpalmen. Dit vergt beslist meer evenwichtsgevoel.
- Zorg voor een zachte ondergrond. Een yogamat is ideaal, maar een opgevouwen deken kan natuurlijk ook. Wel moet u ervoor zorgen dat het hoofd voeling houdt met de vloer.
- Kniel op de vloer, in de lengterichting van de yogamat.
- Plaats de linkerhandpalm op de vloer, net voorbij de knie. Doe hetzelfde met de rechterhandpalm. Plaats de handen op schouderbreedte, de vingers wijzen naar voren.
- Laat de kruin van uw hoofd tussen de handen rusten.
- Recht uw rug en loop daarna met uw tenen naar het hoofd toe. Houd de benen gestrekt.
- Breng de gestrekte benen van de vloer en ga in urdhva dandasana (opwaartse stokhouding), waarbij de benen en romp een hoek van negentig graden ten opzichte van elkaar maken.
- Adem rustig door in de volledige yoga-ademhaling. Bereid u mentaal voor op de laatste fasen.
- Breng de benen gestrekt vanuit urdhva dandasana (opwaartse stokhouding) omhoog. Als beginneling kunt u in stap 5 ook eerst de knieën buigen en de bovenbenen tegen de romp drukken. Wanneer u nu de voeten optrekt naar de achterkant van de dijbenen kunt u makkelijker uw evenwicht bewaren en vervolgens langzaam de benen omhoog strekken.
- Idealiter hoort het lichaam zo recht als een kaars te zijn. Houd ook het hoofd recht. Voorkom dat het lichaamsgewicht ertoe neigt om op het voorhoofd of achterhoofd te rusten.
- Houd salamba sirsasana II in het begin ongeveer 15 seconden tot een halve minuut vol. Later kunt er een eventueel een kwartier van maken.
- Kom in omgekeerde volgorde terug in de kruiphouding.
- Ontspan grondig in savasana (lijkhouding).
Aandachtspunten
Oefen in de beginfase eventueel bij een muur, of vraag iemand die u helpt en bijvoorbeeld in salamba sirsasana II uw benen vasthoudt tot u voldoende balans hebt gevonden. Wat ook helpt bij het zoeken naar balans is om in de voltooide
hoofdstand de billen aan te spannen. Al doende kunt u met de benen kleine correcties uitvoeren. Zorg er altijd voor dat uw hoofd recht op de vloer rust. Neig er niet toe om het lichaamsgewicht op het voorhoofd of achterhoofd te laten rusten. Dit is bij beginnende
yogi's een van de oorzaken van zowel hoofdpijn als druk op de ogen en bloedstuwing in het hoofd. Een onjuiste hoofdstand veroorzaakt bovendien rugpijn.
Voorbereiding
Salamba sarvangasana I (schouderstand) en salamba sirsasana I (hoofdstand) vormen een uitstekende voorbereiding. Mijd deze variant of zoek eerst medisch
advies bij verkoudheid of oorpijn. Dat geldt ook als u lijdt aan een oogaandoening, hoge en lage
bloeddruk,
hartproblemen,
hoofdpijn, bij rug- en nekproblemen of als u
zwanger bent.
Uitwerking
De beoefening van de sirsasana-cyclus heeft tal van voordelen. De belangrijkste is dat de zwaartekracht een omgekeerd effect uitoefent op het lichaam. Het heeft volgens de yogis niet alleen een
verjongende uitwerking, maar ook een positief effect op het zenuwstelsel, de hersenen, alle gerelateerde organen (o.a. de hypofyse) maar ook op de hormonale functies van de schildklier en de
bijschildklieren.
Vermoeidheid, slapeloosheid, gebrek aan vitaliteit, spataderen en
geheugenproblemen zouden met de beoefening van salamba sirsasna II wel eens verleden tijd kunnen zijn.
OM-symbool /
Bron: Brenkee, PixabayGezondheidseffecten van salamba sirsasana II (hoofdstand)
Het is heel belangrijk dat salamba sirsasana II op de juiste manier wordt uitgevoerd. Anders kunnen er
klachten ontstaan. De gezondheidsvoordelen van deze hoofdstand zijn identiek aan de voordelen van salamba sirsasana I. Ze komen echter alleen tot volle ontplooiing bij een correcte totstandkoming van deze weldadige yogahouding.
Therapie
Salamba sirsasana II heeft een therapeutische en ondersteunende, maar niet per definitie een
genezende uitwerking op onder andere de volgende klachten, kwalen en aandoeningen:
- Neurasthenische klachten, dankzij de stimulerende werking op de hersenen.
- Onrust.
- Stress.
- Spataderen.
- Spijsverteringsklachten, obstipatie.
- Gebrekkig concentratievermogen.
- Stofwisselingsziekten, dankzij de stimulerende werking op onder andere de hypofyse, schildklier en andere organen met een endocriene functie.
- Astma.
- Menopauzale klachten.
- Slapeloosheid.
- Vermoeidheid.
- Gebrek aan vitaliteit.
Lees verder