Ziekte van Freiberg
De ziekte van Freiberg is vaak ook bekend onder de naam Köhler 2. Het gaat om sterfte van botweefsel in de middenvoetsbeentjes. Hierdoor ontstaat er pijn en moeite met lopen, maar is de voet ook gevoeliger voor botbreuken. Vaak is het dan ook een botbreuk waardoor de ziekte van Freiberg ontdekt wordt.
De ziekte van Freiberg
Köhler 2, zo wordt de ziekte van Freiberg ook wel eens genoemd. Deze ziekte ontstaat voornamelijk tijdens de puberteit en meer bij meisjes dan bij jongens. Het gaat hier om botversterf in een van de middenvoetsbeentjes. Op de foto zijn deze aangegeven als nummer 8 t/m 12 (klik op de foto voor een vergroting). De ziekte van Freiberg (Köhler 2) moet niet verward worden met de ziekte van Köhler (Köhler 1). Hier gaat het om botversterf van de voetwortelbeentjes. De voetwortelbeentjes zijn de botjes in de voet die de enkel en de hiel vormen. Köhler 1 en 2 zijn wel onlosmakelijk met elkaar verbonden: in beiden gevallen gaat het om sterfte van het botweefsel in de voet.
Oorzaak
De oorzaak voor het ontstaan van de ziekte van Freiberg is vaak onbekend. Gedacht wordt dat een slechte doorbloeding een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn, waardoor de bloedtoevoer naar het bot toe wordt verstoord. Hierdoor sterven botcellen af. Daarnaast kan een te grote belasting van de voet ook een rol spelen. Duidelijk is dat de ziekte meestal pas na het 14e levensjaar begint, en veel meer bij meisjes voorkomt dan bij jongens. Het vaakst wordt de ziekte gezien bij pubers en jong volwassenen. Toch kan het ook bij ouderen ontstaan. Vaak gaat het hier dan om sporters die de voet veel belasten.
Symptomen: pijn en mank lopen
Bij de ziekte van Freiberg wordt er pijn aan de voet gevoeld. Niet alleen bij belasting, maar ook tijdens rust. De pijnklachten kunnen variëren. Zo kunnen ze een tijdje verdwijnen om later weer terug te keren. De pijn is vooral voelbaar onderaan het kopje van het aangedane middenvoetsbeentje. Er kan drukpijn ontstaan. Drukpijn is pijn die gevoeld wordt wanneer men op de aangedane plek duwt. Vaak gaat de ziekte ook gepaard met zwellingen van de voet. De bewegingsvrijheid kan sterk afnemen. Later kan het zo erg worden dat lopen nog amper mogelijk is. Als gevolg van de ziekte ontstaat osteoporose: een afname van de sterkte van de botten. Daardoor is men gevoeliger voor botbreuken. Iets op de voeten laten vallen kan hierdoor sneller leiden tot een botbreuk. Bij pubers en jong volwassenen is de ziekte in eerste instantie goed te herkennen doordat ze de pijnlijke voet gaan ontlasten. Ze lopen mank/kreupel en klagen wisselend over pijn aan de voet. Vaak is een botbreuk aan de voet er de oorzaak van dat men bij een arts terecht komt. Veel pubers en jong volwassenen zijn niet zo snel geneigd om met voetpijn naar een arts te gaan. Vooral niet wanneer de pijnklachten sterk wisselen en het niet duidelijk is wanneer deze optreden.
Behandeling en herstel
Köhler 1 geneest meestal vanzelf, bij de ziekte van Freiberg is dit meestal niet altijd het geval. Hierdoor ziet de algehele prognose er slechter uit. Behandeling is in eerste instantie niet gericht op genezing maar op het wegnemen van de pijnklachten. Vaak zal de orthopeed steunzolen of aangepaste schoenen proberen. Aangepaste schonen bestaan meestal uit een schoen met iets verhoogde hak. Soms helpt dit, maar soms ook niet. De arts kan een gipsverband (loopgips) aanbrengen om de voet te ontlasten. Dit wordt gedurende enkele weken gedaan en in de acute fase waarin de meeste pijnklachten optreden. Bij een groot aantal patiënten helpt het om de achillespees te rekken middels rekoefeningen. De fysiotherapeut kan hierbij helpen.
Soms kan het kopje van het middenvoetsbeentje gaan vervormen. Dan is een operatie noodzakelijk. Afhankelijk van het stadium waarin de ziekte zich bevindt, kan dit verschillen. De ziekte kent namelijk vijf stadia. Pas in de laatste stadia zijn de klachten zo duidelijk, dat met zekerheid is vast te stellen dat het om de ziekte van Freiberg gaat. In eerdere stadia wordt er soms een foute diagnose gesteld.