Tarsale coalitie: Voetaandoening met vergroeide botten
Tarsale botten (voetwortelbeentjes) bevinden zich aan de achterkant van de voet en in de hiel. Tarsale coalitie is een aandoening waarbij de tarsale botten in de voet gedeeltelijk of volledig samengegroeid (gefuseerd) zijn. Deze aandoening is vaak pas duidelijk na een enkelverstuiking waarbij het ongemak niet verdwijnt. Dit gebeurt veelal bij patiënten tussen de tien en twintig jaar. Sommige patiënten hebben evenwel pas later in het leven last van de aandoening, mogelijk door een fysieke inspanning of door een enkelverstuiking. Pijn en stijfheid aan de voet en een beperkt bewegingsbereik zijn enkele kenmerken van de voetaandoening. Orthopedische hulpmiddelen en soms een operatieve ingreep zijn mogelijke behandelingsmethoden voor een tarsale coalitie. De vooruitzichten van de voetafwijking zijn goed bij behandelde patiënten.
Epidemiologie van voetaandoening
Ongeveer één tot twee procent van de bevolking lijdt aan een tarsale coalitie. Mannen zijn vier keer vaker dan vrouwen getroffen door de voetafwijking.
Aangeboren
De aangeboren vorm van de aandoening treft voornamelijk tieners (voor de leeftijd van twintig jaar) omdat de kraakbeen- of bindweefselgewrichten in het midden van de botten verstijven en verdikken wanneer ze volwassen worden. Dit resulteert in een verminderd bewegingsbereik in het achterste deel van de voet, wat leidt tot een druk op het enkelgewricht. Bij ongeveer de helft van de patiënten met een
aangeboren aandoening, komen symptomen aan beide voeten voor.
Verworven
De aandoening verschijnt soms ook later in het leven door
artritis (gewrichtsontsteking), reumatoïde artritis (
ontsteking van gewrichten en organen) of een infectie in de gewrichten of door een enkelblessure, een
breuk of een ander traumatisch gewrichtsletsel.
Oorzaken: Vergroeiing van voetwortelbeentjes
Een voetwortel bestaat uit zeven aparte botjes. Bij tarsale coalitie zijn twee voetwortelbeentjes zijn aan elkaar samengegroeid. Meestal betreft dit een fusie tussen de talus (sprongbeen) en de calcaneus (hielbeen), maar ook tussen de calcaneus en het naviculare bot (schuitvormig voetwortelbeen tussen talus en de middenvoetbeenderen 1, 2 en 3) is een ‘verbinding’ mogelijk. Ook tussen andere voetwortelbeentjes ontstaat soms een vergroeiing. Deze coalitie (verbinding) bestaat uit botweefsel, kraakbeenweefsel of bindweefsel. Wanneer botweefsel betrokken is, is de verbinding stijf wat resulteert in symptomen. Bindweefsel gaat gepaard met nog redelijk beweeglijke gewrichten.
Symptomen: Pijn en stijfheid aan voet of voeten
Niet altijd ervaart een patiënt met tarsale coalitie voetproblemen. De symptomatische patiënt heeft toenemende middenvoetpijn (stijve voet of voeten) die voelbaar is tijdens of na een zware training of (sport)activiteit. De patiënt heeft een
platvoet (pijnloze voetafwijking met voetzool op de grond) met een verminderde bewegingsbereik van het enkelgewricht. De patiënt heeft voorts spiersamentrekkingen in het been waardoor de voet naar buiten draait tijdens het lopen. Door de voetproblemen mankt de patiënt vaak. Bovendien verzwikt hij regelmatig de enkel. Soms zijn ook tekenen van het
tarsaal tunnel syndroom (druk op scheenbeenzenuw met
pijn) aanwezig. Tot slot ervaren sommige patiënten
laterale voetpijn (pijn aan de buitenkant van de voet).
Diagnose en onderzoeken
De arts voert na het vraaggesprek en lichamelijk onderzoek uit, waarbij hij de
gewrichtsstijfheid en
gewrichtspijn aan bepaalde gewrichten van de voet opmerkt. Hij bemerkt bovendien de platvoet en de andere typerende kenmerken. De diagnose is echter niet te stellen door enkel maar een vraaggesprek en lichamelijk onderzoek. De arts zet namelijk nog
beeldvormende onderzoeken in zoals een
röntgenfoto, een
CT-scan en/of een
MRI-scan om de aanwezigheid en locatie van de vergroeiing op te sporen. De aandoening is wel moeilijk te identificeren totdat de botten van een kind volwassen zijn geworden.
Behandeling van tarsale coalitie
Conservatieve maatregelen
De arts plaatst de voet in een gips of speciale orthopedische schoen. Dit is nodig zodat de voet voldoende rust krijgt, waardoor de
pijn en
ontsteking verminderen. Vervolgens is een correctie nodig aan de voet, bijvoorbeeld door het gebruik van steunzolen of orthesen. Ook fysiotherapie is nuttig voor de verbetering van de mobiliteit. De patiënt mag verder vrij verkrijgbare
pijnstillers (
NSAID’s) zoals
ibuprofen nemen. Soms moet de arts
corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers) voorschrijven bij ernstige pijn en
zwelling van de gewrichten.
Chirurgie
Zijn de conservatieve maatregelen niet effectief, dan is een chirurgische ingreep noodzakelijk. De arts verwijdert tijdens de operatie de overtollige botgroei of de volledige fusie van de twee gewrichten. Bij ernstige problemen of een grote vergroeiing van het oppervlak, opteert de arts soms voor een operatieve vastzetting van het gewricht. Deze operatie is het laatste redmiddel want aan de ingreep zijn ook enkele nadelen aan verbonden. De patiënt is namelijk beperkt in de beweeglijkheid van de voet waardoor hij zijn activiteitenpatroon moet aanpassen.
Prognose van vergroeide botten
Meestal zijn de conservatieve behandelingen voldoende om de pijn en stijfheid in de voet te verminderen. Hoewel het vaak enkele maanden duurt om volledig te herstellen, hebben de meeste patiënten pijnverlichting en een verbeterde beweging na de operatie.
Lees verder