Pijnstillende medicatie: Soorten & bijwerkingen pijnstillers
Vrij verkrijgbare of op doktersvoorschrift verkrijgbare pijnstillers (analgetica) zijn medicijnen die pijn verminderen of hoofdpijn, pijnlijke spieren, artritis, of andere pijnen behandelen. Er zijn veel verschillende pijnmedicijnen voor het behandelen van milde, matige en ook ernstige pijn. Elk pijnstillend geneesmiddel biedt voordelen maar net als bij elk ander medicijn gaan mogelijk bijwerkingen gepaard met het gebruik van pijnstillende medicatie. Sommige soorten pijn reageren beter op bepaalde medicijnen dan andere. Elke patiënt heeft bovendien een iets andere reactie op een pijnstiller. Er zijn veel dingen die een patiënt kan doen om pijn te verzachten. Pijnstillers zijn slechts een onderdeel van een behandelplan voor pijn.
Soorten vrij verkrijgbare pijnstillers

NSAID's verlichten de meeste pijnen veroorzaakt door hoofdpijn /
Bron: Geralt, PixabayNSAID’s
NSAID's (niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen) verlichten de pijn door de productie van prostaglandinen te verminderen. Dit zijn hormoonachtige stoffen die pijn veroorzaken. NSAID's zijn ook verkrijgbaar in een receptsterkte die een arts kan voorschrijven. Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) zijn bijvoorbeeld Diclofenac,
aspirine,
ibuprofen (Motrin, Advil) of
naproxen (Aleve, Naprosyn).
NSAID's zijn nuttig voor:
- het verlagen van koorts
- het verlichten menstruele krampen
- het verlichten van pijn door ontsteking (zoals spierverstuikingen).
- het verlichten van pijn veroorzaakt door hoofdpijn, spierpijn en spierstijfheid
- het verminderen van een ontsteking (zwelling)
Het gebruik van NSAID's verhoogt het risico op een hartaanval of een beroerte. Verder ervaren sommige patiënten
maagzweren,
maagbloedingen en
nierproblemen door het gebruik van deze pijnstillende geneesmiddelen.
Paracetamol
Paracetamol is vrij verkrijgbare pijnmedicatie die bruikbaar is voor het behandelen van milde tot matige acute en kortdurende pijn. Dit medicijn verlicht vooral spierpijn en spierstijfheid. Deze pijnstiller werkt op de hersengebieden die de ‘pijnberichten’ ontvangen. Daarnaast vermindert paracetamol koorts.
Anticonvulsiva, pijnstillende medicatie voor aanvallen
Anticonvulsiva zijn op voorschrift verkrijgbare
geneesmiddelen die de arts voorschrijft om
convulsies (oncontroleerbare bewegingen) te behandelen. Sommige van deze medicijnen zijn ook effectief voor het verlichten van pijn. Wellicht minimaliseren ze de effecten van zenuwen die
pijn veroorzaken. Enkele voorbeelden zijn carbamazepine (Tegretol), gabapentine (Neurontin) en pregabaline (Lyrica).
Bijwerkingen komen niet veel voor. Treden deze toch op, dan bestaan deze mogelijk uit:

Wazig zien is één van de mogelijke bijwerkingen van het nemen van bepaalde soorten antidepressiva /
Bron: Nufkin, Flickr (CC BY-2.0)Antidepressiva bij neuropathische pijn en zenuwpijn
Antidepressiva zijn door de arts voorgeschreven geneesmiddelen die pijn en/of
psychische aandoeningen behandelen. Ze wijzigen de niveaus van neurotransmitters (natuurlijke chemicaliën) in de
hersenen. Deze medicijnen verhogen de beschikbaarheid van de lichaamssignalen voor welzijn en ontspanning. Hierdoor is het mogelijk om pijn onder controle te krijgen bij sommige patiënten met chronische pijnaandoeningen die niet volledig reageren op de gebruikelijke behandelingen. Antidepressiva werken het beste voor
neuropathische pijn en
zenuwpijn. Chronische pijnaandoeningen die de arts behandelt met laag gedoseerde antidepressiva omvatten enkele soorten hoofdpijn (zoals
migraine) en
menstruatiepijn.
Sommige soorten antidepressiva zijn:
- selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI's) zoals citalopram (Celexa), fluoxetine (Prozac), paroxetine (Paxil) en sertraline (Zoloft)
- serotonine en norepinefrine heropnameremmers (SNRI's) zoals venlafaxine (Effexor) en duloxetine (Cymbalta)
- tricyclische antidepressiva zoals amitriptyline, desipramine (Norpramin), doxepin (Silenor), imipramine (Tofranil) en nortriptyline (Pamelor)
Deze medicijnen vereisen een geleidelijke dosisopbouw. De doses die nodig zijn om pijn te behandelen, zijn vaak lager dan die voor de behandeling van een
depressie.
Over het algemeen hebben antidepressiva minder langdurige bijwerkingen dan frequent, voortdurend gebruik van andere pijnstillers. SSRI's en SNRI’s veroorzaken meestal minder bijwerkingen dan tricyclische antidepressiva. De meest voorkomende bijwerkingen van antidepressiva zijn onder andere:
Corticosteroïden en medicijnen die pijn verlichten
Corticosteroïden bieden verlichting voor ontstoken lichaamsdelen door het verlichten van zwelling,
roodheid,
jeuk en allergische reacties. Corticosteroïden zet de arts in voor de behandeling van
allergieën,
astma (chronische
ontsteking van luchtwegen in de
longen) en
artritis (gewrichtsontsteking). Wanneer de arts deze medicatie voorschrijft om pijn onder controle te houden, geeft hij injecties in een bepaald gewricht of schrijft hij via de mond ingenomen tabletten voor. Voorbeelden van deze op voorschrift verkrijgbare medicijnen zijn: prednison, prednisolon en methylprednisolon.
Corticosteroïden zijn sterke geneesmiddelen en veroorzaken soms ernstige bijwerkingen, waaronder:
Om deze mogelijke bijwerkingen te minimaliseren, schrijft de arts corticosteroïden voor in de laagst mogelijke dosis gedurende een zo kort mogelijke tijd om de pijn te verlichten.
Opioïden voor sterke pijnstilling
Opioïden zijn verdovende pijnstillers die natuurlijke, synthetische of semisynthetische opiaten bevatten. Opioïden zijn de krachtigste beschikbare pijnstillende medicijnen. Deze pijnstillers schrijft de arts vaak voor voor de behandeling van acute pijn, zoals kortdurende pijn na een operatie. Enkele voorbeelden van opioïden zijn onder meer:
Codeïne, dihydrocodeïne en tramadol zijn zwakkere opioïden voor matige pijn, terwijl morfine en oxycodon worden gebruikt voor het behandelen van meer ernstige pijn.
Opioïden zijn effectief bij hevige pijn of
kankerpijn en veroorzaken geen bloeding in de maag of andere lichaamsdelen. Het komt zelden voor dat patiënten verslaafd raken aan opioïden bij een kortdurend gebruik voor pijnverlichting. Bij langdurig gebruik voor de behandeling van
chronische pijn, is het risico op
verslaving reëel en mogelijk gevaarlijk.
Mogelijke bijwerkingen van opioïden omvatten:
Andere pijnbehandelingen
Een ander pijnstillend middel dat een patiënt
topisch (op de huid) kan toepassen, is een lidocaïne (Lidoderm) pleister. Deze pleister wordt door een arts voorgeschreven. Sommige patiënten zijn gebaat met bepaalde soorten fysiotherapie of andere soorten medicijnen. Ook
TENS (transcutane elektrische zenuwstimulatie) is soms nuttig. Verder zijn er
natuurlijke pijnstillers beschikbaar, al zijn deze niet allemaal wetenschappelijk bewezen effectief. Accupunctuur biedt mogelijk ook pijnverlichting. Meditatie,
yoga en ontspanningsoefeningen bieden eveneens pijnverlichting voor sommige patiënten.
Patiënt gecontroleerde analgesie
Patiënt gecontroleerde analgesie (PCA) is een methode voor pijnbeheersing waarmee de patiënt de hoeveelheid toe te dienen pijnmedicatie kan regelen. Dit wordt vaak gebruikt in het ziekenhuis om pijn te behandelen. Door op een knop op een computerpomp te drukken, ontvangt de patiënt een vooraf afgemeten dosis pijnmedicijn. De pomp is verbonden met een buisje waardoor het geneesmiddel intraveneus (in een ader), subcutaan (net onder de huid) of in het ruggenmerggebied kan worden geïnjecteerd.
Lees verder