MRI-scan: Dwarsdoorsneden van het lichaam via een magneet
MRI staat voor magnetic resonance imaging. Dit is een beeldvormend onderzoek waarbij de scanner bestaat uit een krachtige magneet waarin zich radiogolven bevinden. Bij het onderzoek komt een lichaamsdeel in beeld via dwarsdoorsneden dat het toestel genereert. De computer visualiseert door middel van dit onderzoek de dwarsdoorsneden van alle inwendige organen en bloedvaten. Een MRI-scan valt in vele medische toepassingen te gebruiken. Bovendien is het onderzoek niet invasief en ongevaarlijk daar het toestel geen röntgenstralen gebruikt.
Synoniemen MRI-scan
Een MRI-scan is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- KST: Kernspin Tomografie
- Magnetic resonance imaging
- MR: Magnetische resonantie
- MRI: Magnetic Resonance Imaging
- MRT: Magnetresonanztomographie
- NMR: Nuclear Magnetic Resonance = Nucleaire magnetische resonantie (oude benaming)
Indicatie MRI-onderzoek via magneet
Lichaamsgebieden van een MRI-scan
De arts voert een MRI-scan uit om onder andere een diagnose te stellen bij een patiënt. Een MRI-scan is mogelijk van de buik (
abdominale MRI), de nek of hals (cervicale MRI), de
borstkas, het hoofd (craniale MRI), het hart, de lende (lumbale MRI) en het bekken. Hierdoor zijn de
hersenen, het ruggenmerg, de botten en gewrichten, de borsten, het hart en de bloedvaten en de interne organen zoals de lever, de
baarmoeder of de prostaat in beeld te brengen.
Opsporen van letsels en diagnose van aandoeningen
Dankzij een MRI-scan zijn onder meer volgende aandoeningen op te sporen of te diagnosticeren: aandoeningen van het bewegingsapparaat, aandoeningen van het bot en zacht weefsel, bepaalde keel-, neus- en ooraandoeningen, de meeste spinale aandoeningen en letsels (ruggenmergaandoeningen),
hersenaandoeningen (zoals tumoren en
dementie), prostaatproblemen, sommige maagdarmaandoeningen, sportblessures, vaatafwijkingen en vrouwelijke bekkenproblemen.
Tegenindicatie gebruik van een MRI-scanner
Bij een patiënt die een pacemaker, een hartdefibrillator of kunstmatige hartkleppen heeft, is dit onderzoek niet aanbevolen. Ook een patiënt met cochleaire implantaten, recent geplaatste kunstgewrichten, aneurysmaclips (bepaalde clips in het hoofd na een hersenoperatie) of vasculaire
stents, krijgt dit onderzoek niet. Als een patiënt een metaalsplinter in het oog heeft, leidt dit eveneens tot problemen waardoor het onderzoek is afgeraden. Voorts zijn patiënten met een programmeerbare shunt voor hydrocefalie ook uitgesloten voor het onderzoek. De sterke magnetische velden die tijdens een MRI-scan bewegen, resulteren namelijk mogelijk in een verstoorde werking van de hartpacemakers en andere implantaten. De magneten zijn tevens in staat om een stuk metaal in het lichaam te bewegen of te verschuiven. Daarnaast is de gebruikte contrastvloeistof mogelijk schadelijk voor patiënten die lijden aan een
nierziekte en dialyse krijgen. Bij patiënten die nog herstellen van een recente operatie die minder dan acht weken geleden is, gaat het MRI-onderzoek evenmin door. Tot slot is het onderzoek niet aangeraden voor zwangere vrouwen.
Voor het onderzoek dat dwarsdoorsneden van de patiënt maakt
Voorbereidingen
De patiënt hoeft geen bij de meeste onderzoeken speciale voorbereidingen te treffen. Wel laat hij best alle metalen voorwerpen zoals munten, naalden, horloges,
hoorapparaten, pennen, zakmessen, haarspelden, tandprotheses, juwelen, brillen enzovoort thuis of anders laat hij deze achter in het kleedhokje. Dit geldt eveneens voor magneetkaarten, zoals bijvoorbeeld betaalkaarten. Hij draagt best comfortabele kledij zonder metalen ritsen of drukknopen. Deze metalen voorwerpen leiden namelijk tot vervormde beelden, schade aan de voorwerpen of rondvliegende objecten tijdens het onderzoek.
Praktisch
De patiënt komt in de meeste gevallen nuchter naar het ziekenhuis. Sommige patiënten die lijden aan zware
claustrofobie (irrationele en onvrijwillige angst voor afgesloten ruimtes) krijgen net voor het onderzoek een kalmeermiddel aangezien de scanner een ronde opening heeft die centraal slechts een diameter heeft van zestig centimeter. Af en toe krijgt de patiënt intraveneus een kleine dosis contrastmiddel toegediend vlak voor het onderzoek. Dankzij de contrastvloeistof (kleurstof) is de arts in staat om bepaalde gebieden duidelijker te zien; hij krijgt zo informatie over de bloedvaten. De patiënt gaat vlak voor het onderzoek best nog even naar het toilet. Het onderzoek kent namelijk een duurtijd van tien tot negentig minuten (gemiddeld dertig minuten) en de patiënt mag tijdens het onderzoek niet bewegen. Bewegingen zorgen namelijk voor onscherpe beelden.
Tijdens het onderzoek: Arts verkrijgt beelden van lichaamsdeel van patiënt
De technoloog medische beeldvorming positioneert de patiënt eerst op een onderzoekstafel. De patiënt mag hierbij op een deken of kussen liggen want de onderzoekstafel voelt soms wat hard of koud aan. Daarna gaat de arts weg uit de onderzoeksruimte en start het onderzoek. De onderzoekstafel glijdt langzaam in een grote ring binnen. Aan het hoofd- en voetuiteinde is deze ring volledig open. De medische ploeg bevindt zich tijdens het onderzoek in een aparte controlekamer waar ze de patiënt zien en horen. Communicatie tijdens het onderzoek is eveneens mogelijk daar in de onderzoeksruimte luidsprekers geïnstalleerd zijn. De patiënt schrikt soms wel van het hard kloppend geluid dat de scanner maakt wanneer de elektrische stroom in de spoelen de scanner in- en uitschakelt. Dit heeft echter geen gevolgen op de patiënt, die hiervoor een hoofdtelefoon of oordopjes mag gebruiken. Het onderzoek is daarnaast pijnloos. Tijdens het onderzoek genereert de scanner tientallen of soms honderden beelden, die een softwareprogramma op de computer omzet.
Na het onderzoek
De patiënt mag na het onderzoek meteen zijn normale activiteiten weer hervatten, tenzij hij een kalmerend geneesmiddel heeft gekregen want in dat geval moet hij nog even rust houden. Na het onderzoek drukt de technoloog medische beeldvorming de beelden af. De arts of radioloog verwerkt en bestudeert vervolgens deze beelden. De arts maakt van dit onderzoek een uitgebreid verslag en bezorgt het aan de behandelende arts van de patiënt. De behandelende arts geeft op zijn beurt de volledige uitslag mee aan de patiënt, nadat hij alle gegevens heeft beoordeeld. Het is afhankelijk per ziekenhuis wanneer de patiënt terugkomt naar de behandelende arts voor de bespreking van de resultaten, maar in de meeste ziekenhuizen zijn de resultaten binnen vierentwintig uur (24u) bekend.
Risico’s MRI-onderzoek
Aan een MRI-scan zijn weinig tot geen risico’s of bijwerkingen verbonden. MRI maakt namelijk geen gebruik van ioniserende straling.
Allergische reacties op de contrastvloeistof komen zelden voor, maar zijn wel schadelijk voor patiënten met nierproblemen die dialyse krijgen. Soms krijgt een patiënt bij het gebruik van kleurstof tijdelijk
polyurie (grote hoeveelheden plassen) als complicatie.