De meest voorkomende teenafwijkingen op een rijtje
Afwijkingen aan de tenen komen veel voor. Meestal gaat om het kromme tenen, hamertenen, klauwtenen, vergroeide tenen of overliggende tenen. In de meeste gevallen geven deze afwijkingen geen last. Als dat wel het geval is, is de afwijking doorgaans op een chirurgische manier goed te behandelen.
Kromme tenen
Veel mensen hebben één of meerdere kromme tenen. Het is een veelvoorkomend fenomeen aan de voet. Meestal staan kromme tenen symmetrisch aan allebei de voeten. Doorgaans staat de vierde of vijfde teen onlogisch. Een kromme teen geeft doorgaans geen last. Als een persoon op de voeten staat, kun je het beste zien of een teen wel of niet recht staat. Bij een kwart van de kinderen trekt de kromme teen vanzelf recht. Aan deze afwijking wordt dan ook meestal niets gedaan. Bij een kromme teen is de kans op de ontwikkeling van eelt op het topje van de teen wel groter. Dat kan erg pijnlijk zijn.
Hamertenen/Klauwtenen
Bij een hamerteen staat de teen in een kromme stand. Tussen het basiskootje en het middenkootje staat het gewricht naar boven gekeerd. De toppen van de tenen komen wel op de grond. Als dit zo blijft, is er sprake van een hamerteen. Wanneer de teen nog goed kan bewegen, spreekt men van een klauwteen. Lopen is erg pijnlijk, doordat het gewricht drukt tegen de schoen. Kinderen met hamertenen hebben daarom aangepast schoeisel dat bestaat uit een speciale steunzool. Het is ook een optie in de kleutertijd de buigpees te splitsen. Bij jongeren kan ook gekozen worden voor een chirurgische behandeling waarbij het gewricht uit de teen wordt gehaald. De teen trekt dan vanzelf recht. Hamertenen moeten goed verzorgd worden, omdat er snel eelt en likdoorns voorkomen.
Vergroeide tenen/Zwemvliesvoeten
1 op de 3000 mensen wordt geboren met vergroeide tenen of vingers. Dit heet ook wel syndactylie. Huid en/of bot zijn dan aan elkaar vastgegroeid. Vergroeide tenen staan ook wel bekend als zwemvliesvoeten. Bij vastgegroeide tenen wordt meestal niet ingegrepen. Als een kind geen last heeft van de afwijking is er prima mee te leven, omdat ze het bewegingsapparaat van de voet niet hinderen. Als een grote teen is vastgegroeid aan een andere teen, volgt vaak wel een operatie om de tenen te scheiden.
Overliggende tenen
Van een overliggende teen is sprake als de vijfde teen over de vierde teen heen ligt, maar ook andere kleine teentjes kunnen over elkaar heen liggen. Overliggende tenen zijn vaak een erfelijke afwijking. Meestal zijn kinderen met overliggende tenen klachtenvrij. Als het wel problemen geeft, kan een operatie de afwijking verhelpen.
Polydactylie/Extra tenen
Een afwijking die ook veel voorkomt aan de tenen is polydactylie. Dit houdt in dat een kind wordt geboren met extra tenen of vingers. Bij de voet zit bij deze afwijking meestal een extra teen aan de buitenkant van de voet. In zeldzamere gevallen komen er nog meer extra tenen voor. Een extra teen wordt meestal op jonge leeftijd al chirurgisch verwijderd, omdat het dragen van schoenen anders moeilijk wordt. Een chirurgische ingreep wordt meestal gedaan als het kind ongeveer een jaar oud is. Het amputeren van de extra teen gaat op jonge leeftijd eenvoudiger.