Tarsaal tunnel syndroom: Druk op scheenbeenzenuw met pijn
Het tarsaal tunnel syndroom (ook bekend als tarsaletunnelsyndroom) is een aandoening waarbij er overmatige druk ontstaat op de scheenbeenzenuw (nervus tibialis posterior). Deze zenuw loopt door de enkel en is verantwoordelijk voor zowel het gevoel als de beweging van delen van de voet. Bij het tarsaal tunnel syndroom ontstaan er symptomen zoals gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of spierbeschadiging, voornamelijk in de onderkant van de voet. Behandelingen omvatten fysiotherapie, medicatie en in sommige gevallen een operatie. Wanneer de druk op de zenuw succesvol wordt verlicht, zijn de vooruitzichten doorgaans goed. Het tarsaal tunnel syndroom werd voor het eerst beschreven in de medische literatuur door Keck en Lam in 1962.
Mechanisme
Het tarsaal tunnel syndroom (TTS) ontstaat wanneer de tibiale zenuw, die door de tarsale tunnel aan de binnenkant van de enkel loopt, wordt samengedrukt. Deze zenuw wordt samengedrukt door structuren in de tunnel, wat leidt tot verstoring van de zenuwgeleiding en pijn, gevoelloosheid, en andere symptomen in het onderste deel van het been en de voet.
Anatomie van de tarsale tunnel
De tarsale tunnel is een smalle doorgang aan de binnenkant van de enkel, die wordt omgeven door botten, ligamenten, en andere weefsels. De tibiale zenuw en verschillende bloedvaten lopen door deze tunnel. Wanneer er druk op de zenuw komt, kunnen de zenuwvezels worden bekneld, wat leidt tot een verminderde functie van de zenuw en de typische symptomen van het tarsaal tunnel syndroom.
Mechanismen van zenuwcompressie
Compressie van de tibiale zenuw kan op verschillende manieren optreden. Dit kan worden veroorzaakt door anatomische afwijkingen, ontstekingen, letsel, of door een verhoogde druk in de tarsale tunnel door zwelling van omliggende weefsels. Wanneer de druk de zenuwfunctie verstoort, kunnen signalen van de zenuw naar de voet en enkel worden belemmerd, wat leidt tot de typische symptomen zoals pijn, tintelingen, en gevoelloosheid.
Effecten op de zenuwgeleiding
De druk op de tibiale zenuw leidt tot een vertraging of blokkering van de zenuwgeleiding, wat zich uit in de klassieke symptomen van het syndroom. Dit kan variëren van lichte, tijdelijke klachten tot ernstige, langdurige pijn en verlies van gevoel, afhankelijk van de mate van compressie en de duur ervan.
Oorzaken: Druk op scheenbeenzenuw (nervus tibialis posterior)
Het tarsaal tunnel syndroom ontstaat door perifere neuropathie (schade aan perifere zenuwen), wat kan leiden tot pijn, zwakte, gevoelloosheid en tintelingen, vooral in de voeten. Deze aandoening is het gevolg van compressie of inklemming (entrapment) van de nervus tibialis posterior in de tarsaal tunnel, een smalle doorgang aan de achterzijde van de enkel. Bij druk op deze zenuw ontstaan symptomen zoals branderige pijn en gevoelloosheid in de voeten.
Marathonlopers of joggers hebben een verhoogd risico op het tarsaal tunnel syndroom. /
Bron: Skeeze, PixabayRisicofactoren
De druk op de nervus tibialis posterior kan toenemen door verschillende risicofactoren, waaronder:
- Abnormale botgroei, zoals een osteofyt (benig botuitsteeksel rond gewrichten)
- Een ganglioncyste (knobbeltje in een gewricht)
- Cysten (abnormaal gevormde zakvormige holtes in het lichaam)
- Gezwollen aderen (spataderen)
- Lipomen (goedaardige vetgezwellen tussen huid en spierlaag)
- Jicht (ontstekingsziekte die pijn en zwelling veroorzaakt, vooral in de grote teen)
- Joggen en marathonlopen, vooral bij verkeerd schoeisel en een meer naar binnen staande voet
- Platvoeten of een hoge voetboog
- Spataderen
- Systemische ziekten zoals:
- Diabetes mellitus (suikerziekte)
- Lage schildklierfunctie (hypothyreoïdie)
- Artritis (gewrichtsontsteking)
- Reumatoïde artritis (ontsteking van gewrichten en organen)
- Artrose aan de enkelgewrichten (reumatische aandoening van het gewrichtskraakbeen)
- Tenosynovitis
- Zwelling door een verwonding, zoals een verstuikte enkel of een peesblessure
In sommige gevallen kan de arts de oorzaak van de symptomen niet precies achterhalen.
Risicogroepen
Er zijn bepaalde groepen patiënten die een verhoogd risico lopen om het tarsaal tunnel syndroom te ontwikkelen. Deze groepen omvatten mensen met specifieke medische aandoeningen, bepaalde beroepsgroepen, en mensen die gevoelig zijn voor structurele afwijkingen.
Sporters en mensen met een actieve levensstijl
Sporters, vooral degenen die regelmatig intensieve activiteiten uitvoeren die de enkels en voeten zwaar belasten, zoals hardlopers en basketballers, hebben een verhoogd risico op TTS. De herhaalde belasting van de voet kan leiden tot overbelasting en zwelling in de tarsale tunnel, wat de zenuw samendrukt.
Ouderen en mensen met onderliggende gezondheidsproblemen
Ouderen hebben vaak een verhoogd risico op het ontwikkelen van TTS door de veroudering van weefsels en de aanwezigheid van andere gezondheidsproblemen, zoals artritis of diabetes. Deze aandoeningen kunnen het risico op zenuwcompressie verhogen en de algehele gezondheid van de zenuwen beïnvloeden.
Patiënten met diabetes mellitus hebben een verhoogd risico op zenuwschade door neuropathie, wat hen vatbaarder maakt voor het ontwikkelen van TTS. Andere metabole aandoeningen die de zenuwen beïnvloeden, zoals hypothyreoïdie, kunnen ook bijdragen aan een verhoogd risico op het syndroom.
Beroepen die langdurig staan of lopen vereisen
Mensen die werken in beroepen waarbij ze langdurig staan of lopen, zoals verplegers, verkopers, of leraren, hebben een hoger risico op het ontwikkelen van TTS. Deze beroepen kunnen leiden tot overbelasting van de enkels en voeten, wat druk uitoefent op de tibiale zenuw en leidt tot compressie.
Symptomen: Pijn aan de voet
Bij het tarsaal tunnel syndroom ervaart de patiënt branderige, scherpe, schietende of elektrische pijn die uitstraalt naar de voetboog, hiel en soms de tenen of de kuit. Andere symptomen zijn prikkelingen, tintelingen, elektrische schokjes, zwakte, doofheid of gevoelloosheid in de voetzool. De voetpijn kan verergeren in de volgende omstandigheden:
- 's Nachts
- Bij het dragen van strakke schoenen
- Bij het naar buiten buigen van de voet
- Bij langdurig rechtstaan
- Bij het staan of lopen op de binnenkant van de voet
- Tijdens (hard)lopen en wandelen
De meeste klachten nemen af in rust.
Alarmsymptomen
De symptomen van het tarsaal tunnel syndroom kunnen variëren van mild tot ernstig. Het is belangrijk om alarmbellen te herkennen, zodat tijdig medische hulp kan worden ingeschakeld om verdere schade te voorkomen.
Pijn in de enkel en voet
Een van de meest voorkomende symptomen van het tarsaal tunnel syndroom is pijn in de enkel of voet, die vaak verergert bij activiteit of na langdurig staan. De pijn kan stekend of branderig van aard zijn en kan zich uitbreiden naar de tenen en de voetzool.
Gevoelloosheid en tintelingen
Veel patiënten ervaren een gevoel van gevoelloosheid of tintelingen, meestal aan de binnenkant van de voet of rond de tenen. Dit komt door de beknelling van de zenuw, die de normale zenuwgeleiding verstoort.
Spierzwakte en verminderde mobiliteit
In sommige gevallen kan de beknelde zenuw spierzwakte veroorzaken, wat het moeilijk maakt om de voet normaal te bewegen. Dit kan leiden tot problemen met lopen, vooral bij het opstaan uit een zittende positie of tijdens het lopen op ongelijke oppervlakken.
Symptomen die verergeren bij bepaalde activiteiten
De symptomen van TTS kunnen verergeren door bepaalde activiteiten, zoals wandelen, rennen, of zelfs zitten met de voet in een onnatuurlijke positie. Dit komt doordat de druk op de zenuw toeneemt wanneer de voet in beweging is of gedurende langere tijd onder belasting staat.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van het tarsaal tunnel syndroom begint met een lichamelijk en
neurologisch onderzoek, waarbij de arts de coördinatie, het gevoel, de kracht en de reflexen van de voet beoordeelt. De tineltest, waarbij de arts met een rubberen hamer op de tarsaal tunnel tikt, kan ook aanwijzingen geven. Bij het ervaren van uitstralende pijn en tintelingen, is de aandoening waarschijnlijk aanwezig. De arts kan ook een zenuwgeleidingsonderzoek uitvoeren om de diagnose te bevestigen en de exacte locatie van de beklemming te bepalen. Een
röntgenfoto of
MRI-scan kan nuttig zijn om andere structuren, zoals cysten, artritis of een
tarsale coalitie (vergroeide botten in de voet), in kaart te brengen.
Behandeling van tarsaal tunnel syndroom
Bij pijn of ontsteking van de voet of enkel is het belangrijk om fysieke activiteiten te vermijden en in de acute fase
koude toe te passen op het pijnlijke gebied. Patiënten met
overgewicht wordt geadviseerd om gewicht te verliezen om de druk op de nervus tibialis posterior te verminderen. Een onjuiste voetenstand kan gecorrigeerd worden met steunzolen of speciale
orthopedische schoenen. Een
fysiotherapeut kan helpen met een revalidatieprogramma dat specifieke rek- en strekoefeningen, versterkende oefeningen en massages (triggerpointmassage) omvat.
Orthopedische hulpmiddelen zoals een brace, spalk of krukken kunnen in sommige gevallen nuttig zijn. De arts kan ook
corticosteroïden injecteren in de tarsaal tunnel, wat tijdelijke verlichting kan bieden. Indien deze behandelingen niet effectief zijn, kan een
chirurgische ingreep nodig zijn. Het succespercentage van de operatie is doorgaans hoog, maar het herstel kan enkele weken tot maanden duren. Ongeveer drie op de vier patiënten ervaart een aanzienlijke verbetering van de klachten, terwijl één op de vier patiënten geen verbetering of slechts beperkte verbetering van de klachten ondervindt. Mogelijke complicaties van de operatie zijn:
Prognose van de aandoening
De prognose voor patiënten met het tarsaal tunnel syndroom varieert, afhankelijk van de ernst van de zenuwcompressie en de snelheid van behandeling. In veel gevallen kan het syndroom effectief worden behandeld met conservatieve maatregelen, maar in ernstige gevallen kan chirurgische interventie noodzakelijk zijn.
Conservatieve behandeling en herstel
Veel patiënten ervaren verlichting van hun symptomen met conservatieve behandelingen, zoals rust, fysiotherapie, ontstekingsremmers, en orthopedische hulpmiddelen. Deze behandelingen kunnen helpen om de druk op de zenuw te verlichten en de symptomen te verlichten.
Chirurgische behandeling
In gevallen waarin conservatieve behandelingen niet effectief zijn, kan een operatie nodig zijn om de druk op de zenuw te verlichten. De chirurgische ingreep omvat vaak het openen van de tarsale tunnel om ruimte te maken voor de zenuw, waardoor de compressie wordt verminderd.
Langdurige klachten en terugkeer van symptomen
Sommige patiënten kunnen langdurige klachten ervaren, zelfs na behandeling. In deze gevallen kan het nodig zijn om aanvullende behandelingen te ondergaan of de symptomen kunnen na verloop van tijd terugkeren, vooral als de onderliggende oorzaken van de zenuwcompressie niet volledig zijn verholpen.
Complicaties
De behandeling van het tarsaal tunnel syndroom kan enkele complicaties met zich meebrengen, vooral als een chirurgische ingreep nodig is. Mogelijke complicaties zijn:
- Diep veneuze trombose: Dit kan leiden tot pijn en zwelling aan het been of bekken en kan ernstige gevolgen hebben als het niet tijdig wordt behandeld.
- Infectie: Postoperatieve infecties kunnen optreden op de plaats van de ingreep en kunnen de genezing bemoeilijken.
- Longembolie: Deze ernstige complicatie ontstaat wanneer een bloedstolsel zich naar de longen verplaatst, wat kan leiden tot ademhalingsproblemen en andere ernstige symptomen.
- Complex regionaal pijnsyndroom: Dit is een aandoening die kan ontstaan na een verwonding of operatie en gekenmerkt wordt door langdurige pijn, zwelling en veranderingen in de huid.
- Wondgenezingsproblemen: Het genezingsproces kan vertraagd zijn, wat leidt tot langdurige symptomen en mogelijk de noodzaak van aanvullende medische interventies.
Preventie
Het voorkomen van het tarsaal tunnel syndroom kan soms worden bereikt door aandacht te besteden aan de volgende maatregelen:
- Draag geschikte schoenen: Zorg ervoor dat schoenen goed passen en voldoende ondersteuning bieden om overmatige druk op de tarsaal tunnel te voorkomen.
- Beheer overgewicht: Het behouden van een gezond gewicht vermindert de druk op de voeten en enkels, wat kan helpen bij het voorkomen van het tarsaal tunnel syndroom.
- Voorkom overbelasting: Bij activiteiten zoals joggen of andere belastende oefeningen, zorg voor een goede techniek en gebruik van ondersteunende inlegzolen indien nodig.
- Regelmatige stretching en oefeningen: Voer regelmatig rek- en versterkingsoefeningen uit voor de voeten en enkels om de flexibiliteit en kracht te verbeteren, en vermijd letsel.
- Behandel systemische aandoeningen: Zorg voor een goede controle en behandeling van aandoeningen zoals diabetes mellitus, hypothyreoïdie, en artritis, die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het tarsaal tunnel syndroom.
Lees verder