Tarsaal tunnel syndroom: Druk op scheenbeenzenuw met pijn
Het tarsaal tunnel syndroom (tarsaletunnelsyndroom) is een aandoening waarbij overmatige druk ontstaat op de scheenbeenzenuw (nervus tibialis posterior). Deze zenuw loopt in de enkel en is verantwoordelijk voor het gevoel en de beweging van delen van de voet. Het tarsaal tunnel syndroom leidt tot gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of spierbeschadiging, voornamelijk in de onderkant van de voet. Fysiotherapie, medicatie en een operatie zijn inzetbaar voor het behandelen van deze pijnlijke voetaandoening. Wanneer de arts de druk op de zenuw kan verlichten, zijn de vooruitzichten meestal goed. Het tarsaal tunnel syndroom werd voor het eerst beschreven in de medische literatuur door Keck en Lam in 1962.
Oorzaken: Druk op scheenbeenzenuw (nervus tibialis posterior)
Bij het tarsaal tunnel syndroom ontstaat
perifere neuropathie (schade aan perifere zenuwen met pijn, zwakte, gevoelloosheid en tintelingen aan vooral de
handen en
voeten) en
spieratrofie (spierverlies) als gevolg van beklemming of inklemming (entrapment) van de zenuw aan de achterzijde van de enkel (tarsaal tunnel). Deze tunnel is normaal gezien smal, maar wanneer druk ontstaat op de scheenbeenzenuw, resulteert dit in de symptomen van het tarsaal tunnel syndroom. Bij het tarsaal tunnel syndroom ontstaan bijgevolg acroparesthesieën (brandende
pijn aan voeten) door druk op de nervus tibialis posterior achter de binnenenkel.

Marathonlopers of joggers lijden sneller aan het tarsaal tunnel syndroom /
Bron: Skeeze, PixabayRisicofactoren
Door volgende risicofactoren verhoogt de druk op de nervus tibialis posterior:
- een abnormale groei, zoals een osteofyt (benig botuitsteeksel rond gewrichten), een knobbeltje in het gewricht (ganglioncyste),
- een cyste (abnormaal gevormde zakvormige holte in het lichaam)
- een gezwollen ader (varicose)
- een lipoom (goedaardig vetgezwel tussen huid en spierlaag)
- jicht (ziekte met pijn en zwelling aan grote teen en andere gewrichten)
- joggen: door een meer naar binnen staande voet bij joggers en marathonlopers met fout schoeisel ontstaat druk op de nervus tibialis posterior in de tarsaal tunnel
- platvoeten of een hoge voetboog
- spataderen
- systemische ziekten zoals:
- tenosynovitis
- zwelling door een verwonding, zoals een verstuikte enkel of een pees in de buurt
In sommige gevallen is de arts niet in staat om de oorzaak te achterhalen.
Symptomen: Pijn aan voet
Een patiënt met het tarsaal tunnel syndroom heeft brandende, scherpe, schietende, elektrische pijn die uitstraalt in de voetboog, hiel en soms de
tenen of de kuit. Prikkelingen,
tintelingen, elektrische schokjes, zwakte, doofheid of
gevoelloosheid zijn voelbaar in de voetzool. De
voetpijn verergert in een aantal omstandigheden:
- ’s nachts
- bij het dragen van strakke schoenen
- bij het naar buiten buigen van de voet
- bij het rechtstaan gedurende lange periodes rechtstaan
- bij het staan of lopen op de binnenkant van de voet
- tijdens het (hard)lopen en wandelen
De meeste klachten verdwijnen in rust.
Diagnose en onderzoeken
Eerst voert de arts een lichamelijk en
neurologisch onderzoek uit waarbij hij de coördinatie, het gevoel, de kracht en de reflexen van de voet test. Vervolgens voert de arts een tineltest uit om het tarsaal tunnel syndroom te diagnosticeren. Hierbij tikt hij met een rubberen hamer op de tarsaal tunnel. Wanneer de patiënt uitstralende pijn en tintelingen ervaart, lijdt hij vermoedelijk aan de aandoening. De patiënt vertoont dan het teken van Tinel, wat vernoemd is naar J. Tinel, een Franse neuroloog (1879–1952) die dit teken beschreef in de medische literatuur. De arts voert een zenuwgeleidingsonderzoek uit om de diagnose te bevestigen en de locatie van de beklemming aan te geven. Een
röntgenfoto of
MRI-scan is bovendien nuttig om de aanwezigheid van andere structuren te bepalen, zoals cysten, artritis of een
tarsale coalitie (voetaandoening met vergroeide botten).
Behandeling van tarsaal tunnel syndroom
Wanneer de voet of enkel pijnlijk of ontstoken is, stopt de patiënt met alle fysiek belastende activiteiten en past hij tijdens de acute fase
koude toe op het pijnlijke gebied. Indien patiënten
overgewicht hebben, is het verstandig om gewicht te verliezen zodat minder druk ontstaat op de nervus tibialis posterior. Een foute voetenstand corrigeert de arts met een steunzool of speciale
orthopedische schoenen, waardoor de klachten verminderen. Een revalidatieprogramma bij de
fysiotherapeut is nodig met specifieke rek- en stretchoefeningen, versterkende oefeningen en massages (triggerpointmassage) voor de voet.
Orthopedische hulpmiddelen zoals een brace, spalk of krukken zijn in een aantal gevallen nuttig. Voorts injecteert de arts mogelijk
corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmende medicijnen) in de tarsaal tunnel, al biedt dit maar tijdelijke effecten. Indien deze behandelingen niet werken, voert de arts een
chirurgische ingreep uit. Het succespercentage van een operatie is meestal hoog, hoewel het herstel van de patiënt vaak een paar weken tot een paar maanden duurt. Circa drie op de vier patiënten ervaart een aanzienlijke verbetering van de klachten terwijl één op de vier patiënten geen verbetering of maar een lichte verbetering van de klachten heeft. Complicaties van tarsaal tunnelchirurgie zijn:
Prognose aandoening
Een goed uitgevoerde decompressie levert bevredigende resultaten op. Een eerste duidelijke afname van pijn en paresthesieën (tintelingen in ledematen door druk op zenuw) treedt op, wat gevolgd wordt door een vermindering van de symptomen. Meestal blijven de symptomen wel in zekere mate aanwezig daar de aandoening diverse oorzaken heeft en mogelijk onomkeerbare zenuwschade aanwezig is. Wel leert de patiënt leven met de klachten en verergeren de symptomen meestal niet na de behandeling.
Lees verder