Diep veneuze trombose: Pijn en zwelling aan been of bekken
Een diep veneuze trombose (DVT) is een aandoening waarbij een bloedstolsel zich vormt in een diep gelegen ader, vaak in de benen, maar ook in andere delen van het lichaam zoals de armen en het bekken. Deze aandoening kan leiden tot ernstige complicaties zoals een longembolie, waarbij het bloedstolsel naar de longen reist. Symptomen van DVT omvatten pijn, zwelling en een warm gevoel in het getroffen lichaamsdeel. De behandeling bestaat doorgaans uit antistollingsmedicatie om de vorming van nieuwe stolsels te voorkomen en om de bestaande stolsel op te lossen. Vroege diagnose en behandeling zijn cruciaal om ernstige gevolgen te voorkomen. Preventieve maatregelen kunnen helpen om het risico op DVT te verlagen.
Epidemiologie van diep veneuze trombose
Diep veneuze trombose (DVT) is een veelvoorkomende aandoening waarbij zich een bloedstolsel vormt in de diepe aderen van het lichaam, meestal in de benen. De prevalentie van DVT varieert wereldwijd, maar het is een significante oorzaak van morbiditeit en mortaliteit, vooral als complicaties zoals longembolie optreden. DVT komt vaker voor bij bepaalde groepen patiënten en kan worden geassocieerd met verschillende risicofactoren.
Algemene prevalentie
DVT komt wereldwijd voor, met een geschatte incidentie van 1 op de 1000 personen per jaar in de algemene bevolking. In Nederland worden jaarlijks duizenden nieuwe gevallen van DVT gediagnosticeerd. De incidentie neemt toe met de leeftijd, met een hoger aantal gevallen bij ouderen.
Leeftijd en geslacht
DVT komt vaker voor bij ouderen, vooral boven de 60 jaar. Er is ook een lichte oververtegenwoordiging van mannen in de incidentie van DVT bij jongere leeftijdsgroepen, terwijl de prevalentie bij vrouwen na de menopauze toeneemt.
Regionale variatie
De incidentie van DVT varieert per regio en kan worden beïnvloed door lokale risicofactoren, zoals de prevalentie van obesitas, roken, of medische behandelingen die de kans op trombose verhogen. In ontwikkelde landen is de incidentie hoger door een grotere prevalentie van risicofactoren zoals langdurige immobilisatie, chirurgie, en het gebruik van orale anticonceptiva.
Mechanisme
Diep veneuze trombose ontstaat wanneer er zich een bloedstolsel vormt in de diepe aderen van het lichaam, meestal in de benen. Het mechanisme achter DVT wordt beïnvloed door de zogenaamde "driehoek van Virchow," die de drie belangrijkste oorzaken van trombose beschrijft: verstoorde bloedstroom, verhoogde bloedstolling, en schade aan de vaatwand.
Verstoorde bloedstroom
Een van de belangrijkste oorzaken van DVT is een verstoorde bloedstroom, vaak door langdurige immobilisatie. Dit kan optreden na een operatie, langdurige bedrust, of het gebruik van gips bij botbreuken. Langzaam stromend bloed bevordert de ophoping van bloedplaatjes en stollingsfactoren, wat het risico op trombose vergroot.
Verhoogde bloedstolling
Verhoogde bloedstolling kan het gevolg zijn van genetische aandoeningen, zoals de Leiden-mutatie van het factor V-gen, of door externe factoren zoals zwangerschap, hormonale anticonceptie, of bepaalde medicijnen. Deze verhoogde stolling bevordert de vorming van bloedstolsels in de aderen.
Schade aan de vaatwand
Schade aan de vaatwand, door trauma of operatie, kan de bloedstollingscascade activeren en trombusvorming bevorderen. Dit komt vaak voor bij patiënten die geopereerd zijn aan de benen, heupen of buik.
Oorzaken van diep veneuze trombose
Bij diep veneuze trombose vormt zich een bloedstolsel (trombus) in een diepgelegen ader. Dit gebeurt vaak in de aderen van de benen of het bekken, maar kan ook in de armen voorkomen. De aandoening kan ontstaan door een medische aandoening of behandeling, langdurige immobilisatie of omgevingsfactoren.
Risicofactoren voor DVT
De vorming van bloedstolsels kan versneld worden door verschillende factoren, waaronder medische aandoeningen, behandelingen en omgevingsomstandigheden.
Medische aandoeningen en behandelingen
Een diep veneuze trombose in de benen komt vaak voor na chirurgische ingrepen, zoals een prostaatverwijdering of na een beroerte. Ongeveer 10% van de patiënten met een hartinfarct ontwikkelen DVT. Andere medische aandoeningen en behandelingen die het risico op DVT verhogen zijn onder meer:
Langdurige immobilisatie
Langdurige immobilisatie, zoals bij lange vliegtuig- of autoreizen, of bedrust na een operatie of ongeval, kan leiden tot DVT. Dit gebeurt doordat de bloedcirculatie vertraagt door gebrek aan beweging.
Roken is een risicofactor voor diep veneuze trombose /
Bron: Geralt, Pixabay Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren die het risico op DVT verhogen zijn onder andere zwangerschap of de periode na de bevalling, het gebruik van
oestrogenen of
anticonceptiepillen, roken, overgewicht en een leeftijd boven de zestig jaar.
Risicogroepen
Bepaalde patiëntengroepen lopen een verhoogd risico op diep veneuze trombose door de aanwezigheid van specifieke risicofactoren. Dit omvat zowel genetische factoren als omgevingsfactoren die het risico verhogen.
Ouderen
De prevalentie van DVT neemt toe met de leeftijd, vooral bij ouderen boven de 60 jaar. Ouderen hebben vaker te maken met verstoorde bloedstroom, verminderde mobiliteit en bijkomende aandoeningen die het risico op DVT verhogen.
Ziekenhuispatiënten
Patiënten die recent een operatie hebben ondergaan of langdurig in bed hebben gelegen, lopen een verhoogd risico op DVT door langdurige immobilisatie en beschadiging van de vaatwand. Dit geldt met name voor operaties aan de heupen, benen en buik.
Patiënten met chronische ziekten
Patiënten met aandoeningen zoals hartfalen, kanker, of auto-immuunziekten hebben een verhoogd risico op DVT door verminderde bloedstroom, verhoogde stollingsfactoren, of ontsteking.
Symptomen van diep veneuze trombose
De symptomen van DVT zijn vaak het gevolg van een bloedstolsel dat de bloedstroom blokkeert. Veelvoorkomende symptomen zijn pijn en zwelling van het getroffen lichaamsdeel. De symptomen kunnen variëren afhankelijk van de locatie van de trombose.
Symptomen in het been
Een veelvoorkomend symptoom van DVT in het been is
pijn, vaak met
zwelling van de enkel of voet, roodheid en gezwollen oppervlakkige aderen. De getroffen kuit kan warmer aanvoelen en er kan enkeloedeem optreden. Pijn bij het bewegen van de voet kan aanwezig zijn, maar is geen specifiek diagnostisch criterium. Daarnaast kunnen
tintelingen aan het been optreden.
Symptomen in het bekkengebied
DVT in het bekkengebied kan gepaard gaan met ernstige pijn, maar vaak zijn de fysieke tekenen beperkt tot zwelling van de dij of enkeloedeem.
Als een grote ader volledig is afgesloten, kan dit leiden tot een blauwachtige verkleuring van het ledemaat en ernstig
oedeem, wat in sommige gevallen kan resulteren in veneuze
gangreen (afsterven van weefsel met zwarte verkleuring).
Alarmsymptomen
Diep veneuze trombose kan soms asymptomatisch zijn, maar het kan ook leiden tot duidelijke symptomen die wijzen op de aanwezigheid van een bloedstolsel in de aderen.
Zwelling en pijn in het been
Een van de meest voorkomende symptomen van DVT is zwelling in het been, vaak gepaard met pijn of gevoeligheid, vooral bij het aanraken van de huid. Dit kan wijzen op een verstopping van de aderen door een bloedstolsel.
Verandering in huidskleur
De huid van het aangedane been kan rood of blauwachtig worden als gevolg van de verstopping van de aderen. Dit kan gepaard gaan met warmte in het getroffen gebied.
Verergering van symptomen bij beweging
De pijn en zwelling kunnen verergeren bij het lopen of het uitvoeren van andere fysieke activiteiten, omdat de bloedstroom verder belemmerd wordt.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
De diagnose van DVT kan worden bevestigd met behulp van
echografie of
Doppler-echografie, die een gevoeligheid en specificiteit van ongeveer 90% hebben. Voor trombose ter hoogte van de knie wordt vaak een venografie uitgevoerd in combinatie met echografie, met een betrouwbaarheid van ongeveer 70%. Bij een venogram wordt contrastmiddel in een ader geïnjecteerd om de bloedstolsels zichtbaar te maken.
Differentiële diagnose
Bij de diagnose van DVT moet rekening worden gehouden met andere aandoeningen die vergelijkbare symptomen kunnen vertonen:
- Baker's cyste (ophoping van gewrichtsvloeistof in de knieholte)
- Cellulitis (huidinfectie met pijnlijke, rode en gezwollen huid)
- Congestief hartfalen
- Een longembolie
- Het Budd-Chiari Syndroom (afsluiting van een leverader)
- Oppervlakkige tromboflebitis (lokale oppervlakkige aderontsteking met pijn)
- Septische tromboflebitis
Medicijnen worden gebruikt bij de behandeling van DVT /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling van diep veneuze trombose
De belangrijkste doelstelling van de behandeling is het voorkomen van een longembolie. Patiënten met DVT krijgen antistollingsmedicatie, meestal heparine, gedurende drie tot zes maanden. Deze
medicijnen helpen het bloed te verdunnen en de vorming van nieuwe stolsels te voorkomen. Tijdens de behandeling wordt vaak bedrust aanbevolen totdat de medicatiekuur voltooid is. Na de behandeling kunnen
compressiekousen worden aanbevolen om de bloedcirculatie te ondersteunen en verdere complicaties te voorkomen.
Prognose
De meeste patiënten herstellen goed van een DVT, hoewel de aandoening soms kan terugkeren. Sommige patiënten ervaren langdurige symptomen, zoals pijn en zwelling in het been, wat wordt aangeduid als het “post-flebitis-syndroom” of “post-trombotisch syndroom”. Symptomen zoals pijn, zwelling, huidskleurveranderingen en
huidzweren kunnen onmiddellijk na de genezing optreden, of pas maanden of jaren later. Het dragen van steunkousen kan helpen deze symptomen te verlichten.
Complicaties van diep veneuze trombose
Pijn op de borst kan een symptoom zijn van een longembolie, een complicatie van DVT /
Bron: Pexels, Pixabay Longembolie
Een
longembolie is de meest voorkomende complicatie van DVT. Wanneer een bloedstolsel losraakt, kan het naar de longen verplaatsen en de bloedstroom blokkeren. Dit kan leiden tot ernstige ademhalingsproblemen en andere symptomen zoals
bloed ophoesten,
duizeligheid,
flauwvallen, een snelle hartslag,
pijn op de borst die verergert bij hoesten of diep ademhalen, en plotselinge, onverklaarbare
kortademigheid. Longembolieën kunnen optreden bij elke vorm van DVT, maar komen vaker voor bij trombose in het heupgebied.
Pijn en andere complicaties
In sommige gevallen kan de destructie van de diepe veneuze trombus leiden tot pijnlijke, gezwollen ledematen, wat gepaard gaat met oedeem en soms veneuze
eczeem (chronische
huidziekte met
droge huid en
jeukende huid). Dit komt voor bij ongeveer de helft van de patiënten met klinisch symptomatische DVT. Bij deze patiënten kunnen elastische steunkousen levenslang nodig zijn.
Preventie van diep veneuze trombose
Patiënten met hartfalen, een myocardinfarct of een recente operatie aan de benen of het bekken ontvangen vaak preventieve medicatie om DVT te voorkomen. Het is ook belangrijk dat patiënten beenoefeningen doen en niet langdurig immobiel blijven na een operatie. Bij patiënten met een hoog risico, zoals die met een geschiedenis van DVT of
obesitas, kunnen elastische steunkousen worden aanbevolen om de kans op trombose te verminderen.
Lees verder