Diep veneuze trombose: Pijn en zwelling aan been of bekken
Een diep veneuze trombose (DVT) is een aandoening die optreedt wanneer een bloedstolsel zich vormt in een ader diep in een lichaamsdeel. Het tast vooral de grote aderen in het been aan, maar ook andere diepe aders zoals de armen en het bekken, zijn mogelijk getroffen door een DVT. Vaak ontstaat een diep veneuze trombose door een medische aandoening of behandeling, door langdurige onbeweeglijkheid van een ledemaat of door bepaalde omgevingsfactoren. Pijn en zwelling van het getroffen lichaamsdeel zijn kenmerkende symptomen van een DVT. De arts behandelt de aandoening met antistollingsmedicijnen. Dit is nodig omdat de ziekte mogelijk leidt tot een longembolie wat zonder snelle behandeling fataal verloopt. Via enkele maatregelen valt deze ernstige ziekte te voorkomen.
Epidemiologie aandoening
Een diep veneuze trombose komt het meest voor bij zestigplussers, al is dit mogelijk op elke leeftijd. De jaarlijkse incidentie bedraagt ongeveer 1 per 1000 volwassenen. Oudere mannen zijn iets vaker dan oudere vrouwen getroffen door een DVT.
Oorzaken diep veneuze trombose
Bij een diep veneuze
trombose vormt een trombus (bloedklonter) zich in een ader. Dit ontwikkelt zich mogelijk in elke ader van het been of het bekken, maar is veelal afkomstig van de aderen van de kuit. Af en toe ontstaat dit een diep veneuze trombose in de
oksels; soms als gevolg van een trauma, maar meestal zonder duidelijke reden.
Risicofactoren DVT
De vorming van
bloedstolsels gebeurt sneller bij bepaalde ziekten, na langdurige immobilisatie of bij enkele omgevingsfactoren.
Medische aandoeningen en behandelingen
Een diep veneuze trombose in de
benen verschijnt bij 50% van de patiënten na een chirurgische verwijdering van de prostaat (zonder dat de patiënten op voorhand heparine hebben gekregen) of na een
beroerte (onvoldoende bloedtoevoer naar de
hersenen met mentale en lichamelijke symptomen). Bovendien hebben 10% van de patiënten met een
hartinfarct een klinisch waarneembare diep veneuze trombose. Bij volgende andere medische aandoeningen en behandelingen komt een DVT sneller tot stand:
Langdurige immobilisatie
Trombose treedt vaak na een periode van immobilisatie, maar dit komt om onduidelijke redenen ook voor bij gezonde patiënten. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het langdurig in één positie zitten, zoals tijdens een
vliegtuigreis of in de auto, of bij langdurige bedrust na een operatie of een ongeval.

Roken vormt een risicofactor voor een diep veneuze trombose /
Bron: Geralt, Pixabay Omgevingsfactoren
Vrouwen ervaren in bepaalde omstandigheden sneller een diep veneuze trombose, namelijk bij en zwangerschap of wanneer ze bevallen zijn in de laatste 6 maanden, of bij het nemen van
oestrogenen of
anticonceptiepillen. Maar ook
roken, zwaarlijvigheid en een leeftijd boven de zestig jaar zijn omgevingsfactoren waardoor een patiënt sneller een DVT ontwikkelt.
Symptomen: Zwelling en pijn aan been of bekken
De symptomen van een DVT zijn het gevolg van het bloedstolsel dat de doorbloeding blokkeert. De patiënt is mogelijk asymptomatisch, maar ook klinische kenmerken van een longembolie zijn mogelijk. Een belangrijk verschijnsel van een diep veneuze trombose is
pijn in de kuit, vaak met
een zwelling van het been of de voet, roodheid en gezwollen oppervlakkige aderen. De getroffen kuit is vaak warmer en enkeloedeem treedt soms op. pijn in de kuit bij het naar achter bewegen van de
voet is vaak aanwezig, maar is geen diagnostisch criterium en is tevens aanwezig bij alle kuitletsels. Voorts komen ook
tintelingen aan het been mogelijk tot uiting.
Trombose aan het bekkengebied presenteert zich met ernstige pijn, maar vaak heeft de patiënt weinig fysieke tekenen. Enkel een zwelling van de dij en/of enkeloedeem zijn zichtbare symptomen van een diep veneuze trombose.
Wanneer een grote ader volledig is afgesloten, leidt dit tot een blauwachtige verkleuring van het ledemaat en ernstig
oedeem, wat af en toe resulteert in veneuze
gangreen (afsterven van weefsel met zwarte verkleuring van het gebied).
Diagnostisch onderzoek
De bevestiging van een trombose in het heupgebied is mogelijk met behulp van
echografie of
Doppler-echografie (beeldvormend onderzoek van bloedvaten) en heeft een gevoeligheid en specificiteit van 90%. Een trombose ter hoogte van de knie valt betrouwbaar te detecteren met behulp van een venografie met niet-invasieve technieken en echografie, met een betrouwbaarheid van slechts 70%. De arts verkrijgt een venogram door contrast te injecteren in een ader in de voet. Op deze manier spoort hij vrijwel alle bloedklonters op.
Differentiële diagnose
Volgende aandoeningen beschouwt de arts als differentiële diagnose omdat het klinisch beeld ervan sterk lijkt op de symptomenreeks van een diep veneuze trombose.
- Baker's cyste (ophoping van gewrichtsvloeistof in de knieholte)
- cellulitis (huidinfectie met pijnlijke, rode en gezwollen huid)
- congestief hartfalen
- een longembolie
- het Budd-Chiari Syndroom (afsluiting van een leverader)
- oppervlakkige tromboflebitis (lokale oppervlakkige aderontsteking met pijn)
- septische tromboflebitis

Medicijnen zijn inzetbaar bij de behandeling van DVT /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling met antistollingsmedicijnen
Het belangrijkste doel van de therapie is om een longembolie te voorkomen. Patiënten met een trombus krijgen daarom steeds
antistollingsmedicijnen (anticoagulantia) gedurende drie tot zes maanden. Deze
medicijnen (meestal heparine) verdunnen het bloed. Daarnaast krijgt de patiënt bedrust als advies totdat de kuur met antistollingsmedicijnen voltooid is. Daarna draagt de patiënt
compressiekousen.
Prognose
De patiënt herstelt meestal goed van een DVT, maar de aandoening keert soms wel terug. Sommige patiënten ervaren langdurige pijn en zwelling in het been, gekend als het “post-flebitis-syndroom” of “post-trombotisch syndroom”. Pijn, zwelling, huidskleurveranderingen en
huidzweren verschijnen ook meteen of anders soms pas één of meerdere jaren nadat de patiënt genezen is van de aandoening. Steunkousen helpen vaak om deze problemen te voorkomen.
Complicaties: Longembolie en pijn

Pijn op de borst is een symptoom van een longembolie, een complicatie van een DVT /
Bron: Pexels, Pixabay Longembolie
Een
longembolie is de vaakst voorkomende complicatie van een diep veneuze trombose. Bij een diepe veneuze trombose breken de bloedstolsels in de aderen mogelijk af, waardoor ze in de bloedbaan en vervolgens in de longen terechtkomen. Hierdoor is de bloedstroom verstopt en ontstaat een longembolie. Een longembolie is mogelijk bij elk type diep veneuze trombose, maar vaker wanneer de trombose optreedt bij het heupgebied. In 20-30% van de patiënten, gebeurt de verspreiding van trombose proximaal zonder klinische bewijzen, dus een zorgvuldige controle van het been, meestal door middel van een echografie, is wel nodig.
Bloed ophoesten,
duizeligheid of
flauwvallen, een snelle pols,
pijn op de borst of ongemak dat verergert bij het
hoesten of diep ademhalen en plotselinge, onverklaarbare
kortademigheid zijn de belangrijkste symptomen van een longembolie.
Pijn
Af en toe gaat de vernietiging van de diepe veneuze trombus gepaard met klinisch pijnlijke, gezwollen ledematen wat gepaard gaat met oedeem en soms veneuze
eczeem (chronische
huidziekte met
droge huid en
jeukende huid). Dit komt voor bij ongeveer de helft van de patiënten met klinisch symptomatische diep veneuze trombose. Elastische steunkousen zijn bij deze patiënten levenslang nodig.
Preventie
Patiënten met hartfalen, een myocardiaal infarct (hartspierinfarct) of een operatie aan de benen of het bekken krijgen vooraf reeds medicijnen toegediend om een diep veneuze trombose te voorkomen. Verder moet de patiënt beenoefeningen uitvoeren en mogen ze niet geïmmobiliseerd blijven na een operatie. Een elastische steunkous is nodig bij patiënten met een hoog risico (bijvoorbeeld die met een geschiedenis van een trombose of
obesitas).
Lees verder