Katheters: Types - Intraveneuze katheter en urinekatheter
Een katheter is een dunne, flexibele slang die vaak van zacht plastic is gemaakt. Katheters zorgen ervoor dat vloeistoffen in het lichaam terechtkomen of juist uit het lichaam worden verwijderd. Een blaaskatheter (urinekatheter) helpt bijvoorbeeld bij plasproblemen of urine-incontinentie. Heeft de patiënt bloed of medicatie nodig, dan is een intraveneuze katheter nodig, die is verbonden met een van de aders met een naald. Beide types hebben hun eigen indicaties, risico’s en mogelijke complicaties.
Urinekatheters
Afhankelijk van de gezondheidstoestand van de patiënt en de duur van de benodigde plashulp, kiest de arts voor een type urinekatheter (blaaskatheter).
Condoomkatheter
Een condoomkatheter is een optie voor sommige mannen. De katheter, die lijkt op een condoom, wordt over de penis gedragen. Het is beschikbaar in diverse maten. De condoomkatheter is verbonden met een zak waarin de urine wordt opgevangen. Lekkage kan soms optreden bij dit type katheter. De man kan zichzelf leren katheteriseren met dit type condoomkatheter.
Intermitterende katheter
De patiënt gebruikt deze katheter meerdere keren per dag, op geplande tijdstippen of wanneer de blaas vol zit. De katheter wordt meestal via de plasbuis (de buis die urine uit de blaas afvoert) ingebracht. De patiënt leert van de arts of verpleegkundige hoe hij deze katheter moet gebruiken (zelfkatheterisatie).
Suprapubische katheter
De arts plaatst een
suprapubische katheter in de blaas door een incisie in de buik net onder de navel. Dit type katheter is meestal comfortabeler dan een verblijfskatheter en infecties komen minder vaak voor.
Verblijfskatheter (Foley-katheter)
Een verblijfskatheter blijft continu zitten. Een kleine ballon gevuld met water houdt één uiteinde in de blaas. Het andere uiteinde loopt naar een zak die aan het
been is bevestigd of aan de zijkant van een bed of statief hangt. Een verblijfskatheter moet minstens elke drie maanden worden vervangen.
Risico’s en complicaties bij urinekatheters
Er zijn risico’s verbonden aan het gebruik van een blaaskatheter:
- blaaskrampen: Blaaskrampen ontstaan wanneer de blaas probeert de katheter naar buiten te duwen. Medicatie kan dit probleem verhelpen.
- infectie: Door de katheter kunnen ziektekiemen in het lichaam komen, wat de blaas, urethra of de nieren kan infecteren. Bij pijn in de buik of liezen, koorts, koude rillingen, en/of verwardheid is advies van een arts nodig. Er kan sprake zijn van een urineweginfectie.
- lekken: Dit kan wijzen op een verstopte katheter door gestold bloed of puin, wat vaak voorkomt bij verblijfskatheters. Als er bloedstolsels in de urine aanwezig zijn of de urinestroom geblokkeerd is, is advies van een arts nodig.
Intraveneuze katheters
Intraveneuze katheters (IV-katheters) bestaan in twee soorten: de centrale veneuze katheter en de perifere veneuze katheter.
Centrale veneuze katheter
Wanneer de patiënt langdurig
medicijnen nodig heeft, krijgt hij meestal een centrale veneuze katheter. Deze katheter wordt in de nek, het been, de arm of de bovenkant van de borst geplaatst en is verbonden met een van de grote bloedaders van het hart. Deze katheter blijft maanden of zelfs jaren zitten en wordt geïndiceerd in de volgende situaties:
- het meten van de bloeddruk in een van de grote aderen
- onvoldoende nierfunctie: De patiënt wordt aangesloten op een dialyseapparaat, dat afvalmateriaal uit het bloed verwijdert
- onvoldoende voedselopname via de mond, de maag of de darmen: Voedingsstoffen komen rechtstreeks in het bloed terecht
- langdurige intraveneuze medicatie nodig, zoals chemotherapie: Een grote ader kan een katheter beter dragen dan een kleine
- regelmatig bloedmonsters nodig
- poliklinische intraveneuze medicatie nodig: De patiënt kan actiever zijn tussen behandelingen door
- snelle toediening van veel medicijnen of bloed
De patiënt krijgt meestal een rustgevend medicijn waardoor hij slaperig wordt. De arts verdooft vervolgens het gebied waar de katheter wordt geplaatst.
Risico’s en complicaties van centrale veneuze katheter
Plaatsing
Bij de plaatsing van een centrale veneuze katheter is er een kleine kans op enkele problemen:
Langdurige aanwezigheid
Bij langdurige aanwezigheid kunnen andere mogelijke complicaties optreden:
- een bloedstolsel in de ader of een vernauwde ader
- een geblokkeerde katheter door gestold bloed
- een infectie op de plaats waar de katheter door de huid gaat: Het schoonhouden van de katheter en de huid eromheen is belangrijk om dit risico te minimaliseren. Roodheid, gevoeligheid, zwelling, koorts en/of koude rillingen kunnen wijzen op een infectie
- een loskomende katheter
- een verwrongen katheter: De arts moet deze soms corrigeren of vervangen
- lekkage van de katheter
Perifere veneuze katheter
Als de patiënt voor korte tijd een infuus nodig heeft, kiest de arts meestal voor een perifere veneuze katheter. Dit type katheter is verbonden met een ader in de
hand, onderarm of
voet. Dit is de eenvoudigste en minst dure optie. Na maximaal vier dagen moet de arts of verpleegkundige dit type katheter vervangen om irritatie van de ader of andere problemen te voorkomen.
Lees verder