Trombose: Soorten, symptomen en risicofactoren bloedstolsel
Slagaders brengen bloed van het hart naar de organen. Aderen sturen het bloed terug naar het hart. Bij een trombose vormt zich een bloedstolsel in een bloedvat. Het stolsel kan het bloedvat blokkeren en de bloedstroom volledig afremmen of verminderen, wat ernstige gevolgen voor de gezondheid heeft. Er zijn twee hoofdtypen van trombose, met name een veneuze trombose (bloedstolsel blokkeert een ader) en een arteriële trombose (bloedstolsel blokkeert een slagader). De symptomen zijn erg afhankelijk van de locatie van het bloedstolsel en de trombose, maar bestaan uit bijvoorbeeld pijn aan het been, zwakte van het gezicht en oogproblemen. Een snelle medicamenteuze, chirurgische en/of ondersteunende behandeling is nodig om ernstige complicaties te voorkomen. Het volgen van een gezonde levensstijl verlaagt tot slot het risico op de vorming van bloedstolsels en een trombose.
Oorzaken
Arteriële trombose
Een arteriële trombose resulteert mogelijk uit een
verharding van de slagaders (arteriosclerose). Dit treedt op wanneer vet- of calciumafzettingen de vaatwanden doen verdikken. Dit leidt tot een opeenhoping van vetachtig materiaal (plaque) in de vaatwanden. Deze plaque kan plotseling scheuren, waarna zich een
bloedstolsel vormt.
Veneuze trombose
Enkele oorzaken zijn bekend voor een veneuze trombose
- auto-immuunziekten die ervoor zorgen dat het bloed stolt
- bepaalde medicijnen
- een gebroken bot
- een ziekte of letsel aan de beenaders
- erfelijke aandoeningen, of een grotere kans op een bepaalde aandoening op basis van de genen
- geneesmiddelen die het risico op stolling verhogen (zoals bepaalde anticonceptiva)
- langdurig niet kunnen bewegen (immobiliteit)
- zwaarlijvigheid

Roken vormt een risicofactor voor een trombose /
Bron: Geralt, PixabayRisicofactoren
Arteriële trombose
Risicofactoren voor arteriële trombose kunnen zijn:
Veneuze trombose
Risicofactoren voor een veneuze trombose omvatten:
- een centrale veneuze katheter
- een familiegeschiedenis van een bloedstolsel in een ader diep in het lichaam (diep veneuze trombose)
- een gebrek aan beweging, zoals na een operatie of op een lange reis
- een geschiedenis van een diep veneuze trombose
- een letsel aan een ader, zoals door een operatie, een gebroken bot of een ander trauma
- een oudere leeftijd
- een zwangerschap
- erfelijke bloedstollingsstoornissen
- hormoontherapie of anticonceptiepillen
- overgewicht of obesitas
- roken
- sommige aandoeningen, zoals kanker, hartaandoeningen, longaandoeningen of de ziekte van Crohn
Soorten veneuze en arteriële trombose
Budd-Chiari-syndroom
Een bloedstolsel vernauwt of blokkeert de aderen die bloed van de
lever naar het hart voeren. Patiënten met het
Budd-Chiari-syndroom ervaren een grote milt, een gezwollen buik en bloedingen. Ook werkt de lever niet zo goed meer door leverschade. Hierdoor heeft de patiënt mogelijk een
levertransplantatie nodig.
Caverneuze sinustrombose
Een
caverneuze sinustrombose is een zeldzame aandoening waarbij zich een bloedstolsel vormt in een ader die door de ruimte achter de oogkassen loopt. De meest voorkomende oorzaak is een infectie die zich verspreidt vanuit de
neus, het
gezicht of de
tanden. Ook een
hoofdletsel leidt mogelijk tot een caverneuze sinustrombose. De patiënt kampt met
oogproblemen zoals ongecontroleerde oogbewegingen,
oogpijn,
oogirritatie,
gezwollen ogen en
uitpuilende ogen.
Cerebrale veneuze sinustrombose
Een cerebrale veneuze sinustrombose is een zeldzaam maar levensbedreigend type
beroerte. Door een stolsel in dit hersengebied loopt het bloed niet meer naar het hart weg, maar lekt in het hersenweefsel en veroorzaakt dan een beroerte. Dit gebeurt vooral bij jongvolwassenen, kinderen en
baby's.
Diep veneuze trombose (trombosebeen)
Een
diep veneuze trombose vindt voornamelijk plaats in het been of bekken (trombose in de onderste extremiteit), maar sommige patiënten ervaren ook een diep veneuze trombose in de arm of schouder (trombose in de bovenste extremiteit). Een zwelling van de getroffen ledemaat, een verminderd bewegingsbereik, het onvermogen om te lopen, pijn (zoals
beenpijn), warmte en
roodheid op de plaats van de blokkade zijn de vaakst voorkomende symptomen. Kleine stolsels lossen soms vanzelf op. Grote stolsels die zich niet verplaatsen of aanwezig blijven, remmen mogelijk de bloedstroom in de ader. Ze zijn gevaarlijk als ze afbreken, omdat ze naar de longen kunnen reizen waardoor een
longembolie (afsluiting van een slagader in de longen) tot stand komt. Naast medicijnen dragen patiënten het beste
compressiekousen en verhogen ze ook het been tijdens de nacht.
Femorale trombose
Bij een femorale trombose ontstaat een stolsel in de lange ader in het dijbeen. Dit veroorzaakt meestal geen symptomen, maar soms kampt een patiënt met een zwelling, roodheid en
pijn in het been. Stolsels in de femorale aderen komen tot stand door bijvoorbeeld een operatie, door langdurige bedrust of door langdurig zitten. Ook het gebruik van anticonceptiepillen en een geschiedenis van een diep veneuze trombose zijn risicofactoren voor dit type trombose.
Jugulaire adertrombose
De twee sets halsaders in de nek brengen bloed uit het hoofd en nek terug naar het hart. Wanneer in deze aderen een centrale lijn zit, leidt dit sneller tot stolselvorming. Kanker, chirurgie of het gebruik van intraveneuze (via een ader) geneesmiddelen veroorzaken ook een trombose van de halsader. Deze stolsels kunnen losbreken, naar de longen reizen waardoor een longembolie tot stand komt.

Vermoeidheid is een mogelijk teken van een longembolie /
Bron: Concord90, PixabayLongembolie
Bij een longembolie is ergens anders een bloedstolsel gevormd en is dit via de bloedbaan naar de longen gereisd. Meestal is dit stolsel afkomstig van een ader in het been of bekken. Dit blokkeert de bloedstroom in de longen, zodat ze niet zo goed werken. Ook ontstaat mogelijk schade aan andere organen omdat ze niet genoeg zuurstof krijgen.
Pijn op de borst, (plotselinge)
kortademigheid,
bloed ophoesten, een
snelle hartslag of
onregelmatige hartslag, vermoeidheid, rugpijn en
flauwvallen komen mogelijk tot uiting. Een erg groot stolsel of meerdere stolsels leiden mogelijk tot de dood.
May-Thurner-syndroom
De rechter iliacale slagader voert bloed naar het rechterbeen. De linker iliacale ader brengt bloed uit het linkerbeen terug naar het hart. Deze twee bloedvaten kruisen in het bekken. Normaal gesproken is dat geen probleem. Bij een patiënt met het May-Thurner-syndroom, duwt de slagader de ader tegen de wervelkolom, waardoor sneller een stolsel in het linkerbeen ontstaat. Jonge vrouwen zijn het vaakst getroffen. Ze ervaren mogelijk een plotselinge zwelling in het onderlichaam.
Myocardinfarct (hartaanval)
De slagaders van het hart raken mogelijk verstopt met een plakkerig vet (plaque). Een stolsel dat zich op de plaque vormt, snijdt de bloedtoevoer naar het hart af. Onbehandeld sterft een deel van de hartspier af. Een
hartaanval veroorzaakt meestal een knellende pijn in de borst. Vrouwen hebben mogelijk andere symptomen, zoals rugpijn of
vermoeidheid.
Nieradertrombose
Het
nefrotisch syndroom (nierziekte met
te veel eiwit in de urine) veroorzaakt mogelijk een bloedstolsel in één van de aderen die bloed wegvoeren van de
nieren. Bij een langzaam groeiend stolsel ontstaan vaak geen symptomen. Een stolsel dat plotseling tot stand komt, veroorzaakt lage rugpijn en
bloed in de urine. Wanneer een patiënt slechts één nier heeft of stolsels in beide aderen heeft, stoppen de nieren mogelijk met werken.

Pijn op de borst wijst mogelijk op het Paget-Schrötter-syndroom /
Bron: Pexels, PixabayPaget-Schrötter-syndroom
Het syndroom van Paget-von Schrötter is een zeldzame vorm van een diep veneuze trombose die meestal optreedt bij een jonge, gezonde patiënt die een sport beoefent waarbij hij veel gebruik maakt van de bovenarmen, zoals
zwemmen. De ader raakt mogelijk bekneld door de
spieren eromheen. Deze druk leidt in combinatie met herhaalde bewegingen tot de vorming van een bloedstolsel in de schouder. De symptomen komen vaak plotseling op en bestaan uit zwelling, pijn op de borst en een
blauwe kleur op de huid. Deze aandoening leidt onbehandeld tot ernstige complicaties.
Portale adertrombose
De poortader transporteert bloed van het maagdarmkanaal en de milt naar de lever. Patiënten met cirrose of patiënten die vatbaar zijn voor stolsels krijgen mogelijk te maken met portale adertrombose. Een klein stolsel veroorzaakt meestal geen symptomen. Als de druk zich ophoopt in de ader achter het stolsel, gaat dit gepaard met een
vergrote milt, een gezwollen buik en bloedingen. De arts behandelt deze symptomen en probeert te voorkomen dat het stolsel vergroot.
Retinale ader occlusie (oogtrombose)
Wanneer een stolsel de bloedstroom in de centrale ader in het
netvlies (het weefsel aan de achterkant van het oog) of kleinere zijaders blokkeert, kan het bloed niet uit het oog wegvloeien. Het bloed lekt hetgeen leidt tot
glaucoom of een
netvliesloslating. De behandeling van
retinale ader occlusie verloopt via lasertherapie en medicatie.
Trombotische beroerte
Wanneer een stolsel de bloedstroom in één van de slagaders van de
hersenen blokkeert, begint dat hersengebied af te sterven. Waarschuwingssignalen voor een beroerte zijn
zwakte in het gezicht en de armen en
spraakproblemen. Een snelle behandeling voorkomt blijvende problemen met praten of
verlamming aan één kant van het lichaam. Een snelle behandeling vergroot ook de kans op een goed herstel van de hersenen.
Vena cava superior-trombose
De vena cava superior is een grote ader in de borst die bloed terugbrengt van het bovenlichaam naar het hart. De patiënt krijgt dit type stolsel meestal omdat hij een centrale lijn heeft (om medicijnen in het lichaam in te brengen) of een katheter in de ader heeft. De arts zet meestal bloedverdunnende medicijnen in om meer stolsels te voorkomen.
Diagnose en onderzoeken
De arts neemt de medische geschiedenis af en daarna volgt een lichamelijk onderzoek. Andere nodige onderzoeken zijn:

Diverse medicijnen zijn inzetbaar /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling van bloedstolsels
De behandeling hangt af van het type trombose en de omvang van de eventuele schade, maar bestaat meestal uit:
- bloedverdunnende geneesmiddelen (anticoagulantia)
- chirurgie om bloed rond de geblokkeerde slagader te leiden
- een operatie om de aangetaste slagader te verwijden
- een stent die een bloedvat openhoudt waardoor deze niet sluit
- geneesmiddelen die bloedstolsels doen oplossen of voorkomen (trombolytica)
- katheters om de aangetaste bloedvaten te verwijden
Soms zijn ook andere behandelingen nodig
Complicaties
Een trombose kan de bloedstroom in zowel de aderen als slagaders blokkeren. De complicaties zijn afhankelijk van de locatie van de trombose. De meest ernstige problemen zijn een beroerte, een hartaanval en ernstige
ademhalingsproblemen. Soms komen patiënten ook te overlijden als gevolg van een trombose.

Het eten van een gezonde en gevarieerde voeding is belangrijk /
Bron: Jill111, PixabayPreventie
Het is mogelijk om het risico op een trombose te verminderen door:
- andere gezondheidsproblemen te behandelen zoals suikerziekte, een hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte
- de benen te bewegen tijdens lange reizen
- een gezonde en evenwichtige voeding te eten
- gewicht te verliezen bij overgewicht
- minder alcohol te drinken
- snel weer te actief zijn na een operatie
- te stoppen met roken
- voldoende lichaamsbeweging
Lees verder