Proteïnurie: Verlies van eiwit in urine door nierschade
Proteïnurie is een toestand waarbij zich overmatig veel eiwit in de urine bevindt. Dit is meestal een vroeg teken van een nieraandoening. Normaal gesproken komen bij gezonde nieren namelijk geen significante hoeveelheden eiwitten in de urine terecht. Door nierschade is het filtersysteem echter aangetast, wat leidt tot een overmatige hoeveelheid eiwit in de urine. Deze nierschade treedt op als gevolg van diabetes, een hoge bloeddruk en aandoeningen die een ontsteking in de nieren veroorzaken. Vaak gaan in het beginstadium geen symptomen gepaard met proteïnurie, al is oedeem (zwelling) van enkele lichaamsdelen wel mogelijk. Een urineonderzoek bevestigt de diagnose. De behandeling is afhankelijk van diverse factoren maar bestaat meestal uit leefstijlaanpassingen en/of medicijnen. Een snelle behandeling is nodig, want tal van complicaties zijn mogelijk.
Functie van de nieren: Filteren van bloed
De nieren verwijderen afvalstoffen en overtollig water en zouten uit het bloed. Ze ontvangen vanuit de nierslagaders bloed. Het bloed stroomt in de nefronen, bepaalde delen van de nieren. Elk nefron bestaat uit een glomerulus (haarvaten in de nier) en een tubulus (nierbuisje). Elke nier bevat ongeveer één miljoen nefronen. De glomeruli filteren het bloed en verwijderen afvalstoffen uit het bloed. Ze zorgen er tevens voor dat sommige stoffen, zoals eiwitten, in het bloed blijven. Als de glomeruli beschadigd zijn, komen eiwitten uit het bloed in de urine terecht. Normaal gesproken verliezen gezonde mensen minder dan 150 milligram (ongeveer 3 procent van een theelepel) eiwit in de urine per dag. Verliest een patiënt meer dan 150 mg per dag, dan is sprake van proteïnurie.
Epidemiologie proteïnurie
Patiënten met een familiegeschiedenis van een
nierziekte lijden vaker aan proteïnurie. Ook patiënten boven de 65 jaar vormen een risicofactor voor het overmatig verlies van eiwit in de urine. Daarnaast zijn mensen van Afro-Amerikaanse, Indiaanse of Spaanse afkomst vaker aangetast. Mannen zijn voorts dubbel zo vaak als vrouwen getroffen door proteïnurie.
Oorzaken en risicofactoren
Het voorkomen van te veel eiwit in de urine is meestal een teken van een nierziekte als gevolg van de verhoogde permeabiliteit (doorlaatbaarheid) van de glomeruli (haarvaten van de nier waarin het filteren van het bloed gebeurt). De verhoogde permeabiliteit is het gevolg van vele mogelijke aandoeningen en omgevingsfactoren.
Aandoeningen
Volgende aandoeningen veroorzaken nierschade, wat leidt tot proteïnurie:
Zwaarlijvigheid leidt mogelijk tot nierschade, hetgeen resulteert in een overmatig verlies van eiwit in de urine /
Bron: Tobyotter, Flickr (CC BY-2.0) Omgevingsfactoren
Volgende omgevingsfactoren veroorzaken nierschade wat resulteert in proteïnurie:
- bepaalde geneesmiddelen
- de blootstelling aan hitte
- de blootstelling aan kou
- een zware inspanning
- emotionele stress
- hypertensie (een verhoogde bloeddruk)
- intoxicaties (vergiftigingen)
- obesitas (zwaarlijvigheid)
Soorten proteïnurie
Proteïnurie is onderverdeeld in drie categorieën: voorbijgaande (intermitterende), orthostatische en persistente proteïnurie.
Voorbijgaande proteïnurie
Voorbijgaande of intermitterende proteïnurie is de meest voorkomende vorm van proteïnurie. Dit gaat meestal voorbij zonder behandeling en is vaak het gevolg van koorts en zware inspanning.
Orthostatische proteïnurie
Orthostatische proteïnurie ontstaat terwijl de patiënt rechtop staat (en niet bij het liggen). Dit komt bij ongeveer 2 tot 5% van de adolescenten voor, maar is ongebruikelijk bij mensen ouder dan dertig jaar. De oorzaak van orthostatische proteïnurie is niet bekend. Orthostatische proteïnurie is niet schadelijk, vereist geen behandeling en verdwijnt meestal met het verouderen.
Persistente proteïnurie
Deze vorm van proteïnurie is permanent en komt voor bij patiënten met een onderliggende nierziekte of andere medische problemen.
Symptomen: Geen of zwelling in voeten, buik of gezicht
Bij proteïnurie zijn vaak geen symptomen aanwezig, dus het blijft vaak lang onopgemerkt. Vaak komt slechts per toeval aan het licht dat de patiënt lijdt aan proteïnurie bij een standaard lichamelijk onderzoek waarbij de patiënt een urinemonster laat onderzoeken. De urine verschijnt schuimend bij een hoog eiwitgehalte in de urine. Af en toe komt oedeem (vochtophoping) voor, waardoor de
handen, de
voeten, de buik of het
gezicht gezwollen zijn. Dit geeft dan aan dat de nierschade reeds ver gevorderd is. Soms heeft de patiënt wel symptomen die verband houden met de onderliggende aandoening die proteïnurie veroorzaakt.
Een urineonderzoek bevestigt proteïnurie /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay
Diagnose en onderzoeken
De arts onderzoekt proteïnurie via een
urineonderzoek. De arts vraagt na het detecteren van een hoge hoeveelheid proteïne in de urine, een
24-uurs urinemonster voor verdere analyse. Hieruit valt de daadwerkelijke hoeveelheid verlies van eiwitten via de urine van de hele dag te meten. Is dit hoger dan 150 milligram eiwit in de urine per dag, dan is een behandeling nodig en zijn ook andere onderzoeken vereist om mogelijke andere oorzaken van proteïnurie op te sporen. Beeldvormende onderzoeken die de arts uitvoert bij het vermoeden van een
nieraandoening zijn een
nierechografie en een
röntgenfoto of
CT-scan van de
borstkas. Eventueel is een
nierbiopsie vereist.
Behandeling via leefstijlaanpassingen en medicijnen
Patiënten met diabetes, een hoge bloeddruk of een hoog
cholesterolgehalte die lijden aan proteïnurie, krijgen het advies om de levensstijl aan te passen en/of om diabetes goed te reguleren en te behandelen zodat de gezondheid van de nieren niet verslechtert.
Afhankelijk van de onderliggende oorzaak van proteïnurie bestaat de behandeling mogelijk eveneens uit medicijnen zoals
ACE-remmers, angiotensine receptor blokkers (ARB’s),
diuretica (plaspillen),
anticoagulantia (antistollingsmedicijnen),
statines (cholesterolverlagende geneesmiddelen) en vitamine D.
Verder krijgen patiënten die een hoog risico lopen op chronische nierschade, jaarlijks een urineonderzoek.
Prognose van proteïnurie
De prognose van proteïnurie hangt af van de oorzaak en de ernst van de nierschade. Over het algemeen geldt:
Korte termijn:
- Voorbijgaande proteïnurie: Vaak verdwijnt voorbijgaande proteïnurie vanzelf zonder behandeling en is de prognose uitstekend. Deze vorm van proteïnurie is meestal tijdelijk en gerelateerd aan factoren zoals zware inspanning of koorts.
- Orthostatische proteïnurie: Deze vorm heeft meestal een goede prognose. Het is vaak geen teken van ernstige nieraandoeningen en verdwijnt vaak met de leeftijd.
Lange termijn:
- Persistente proteïnurie: De prognose hangt af van de onderliggende oorzaak. Als de oorzaak effectief wordt behandeld, kan de nierfunctie behouden blijven en kunnen complicaties worden verminderd. Echter, als de onderliggende aandoening niet goed behandeld wordt, kan dit leiden tot progressieve nierschade en uiteindelijk tot chronisch nierfalen.
- Chronische nierziekte en complicaties: Patiënten met aanhoudende proteïnurie hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van chronisch nierfalen en cardiovasculaire aandoeningen. Regelmatige controle en behandeling zijn cruciaal om de voortgang van de ziekte te beheersen en de kwaliteit van leven te verbeteren.
Het is belangrijk voor patiënten met proteïnurie om regelmatig medisch toezicht te krijgen en de aanbevolen behandelingen te volgen om de prognose te optimaliseren en complicaties te voorkomen.
Complicaties van verlies van eiwit in urine door nierschade
De complicaties van proteïnurie zijn afhankelijk van de onderliggende oorzaak van de aandoening. In het algemeen wijst eiwit in de urine op een beginnende nierziekte, waardoor de nierfunctie na verloop van tijd daalt. De patiënt heeft mogelijk ook last van een hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte, waarbij de nieren verder schade oplopen indien hiervoor geen goede behandeling plaatsvindt.
Andere complicaties van proteïnurie zijn:
- acuut nierfalen als gevolg van intravasculaire uitputting
- een verhoogd risico op arteriële en veneuze trombose, vooral van een renale veneuze trombose
- een verhoogd risico op bacteriële infectie, vooral van een spontane bacteriële peritonitis
- een verhoogd risico op hart- en vaatziekten
- longoedeem als gevolg van overvulling (vocht in de longen door linkerhartfalen)
Preventie van proteïnurie
De preventie van proteïnurie richt zich vooral op het verminderen van de risicofactoren voor nierziekten. Dit kan worden bereikt door:
- Gezonde levensstijl: Een evenwichtig voedingspatroon, regelmatige lichaamsbeweging en het vermijden van overmatig alcoholgebruik en roken.
- Beheer van chronische ziekten: Goede controle van diabetes en hypertensie door middel van medicatie en regelmatig medisch toezicht.
- Vroege opsporing: Regelmatig medisch onderzoek en urineonderzoek bij mensen met een verhoogd risico, zoals ouderen en mensen met een familiegeschiedenis van nierziekten.
- Beperken van blootstelling aan schadelijke stoffen: Voorzichtig omgaan met geneesmiddelen die nierschade kunnen veroorzaken en vermijden van overmatige blootstelling aan hitte en kou.
Door deze preventieve maatregelen kan de kans op het ontwikkelen van proteïnurie en de bijbehorende complicaties worden verminderd.
Lees verder