Trombolytica: Medicijnen voor oplossen van bloedstolsels
Bloedstolsels zijn de belangrijkste oorzaak van en hartaanval en een beroerte. Het behandelen van bloedstolsels gebeurt met trombolytica. Deze geneesmiddelen breken bloedstolsels af of lossen ze op. Het meest gebruikte medicijn voor trombolytische therapie is Alteplase (weefselplasminogeenactivator, rtPA) maar andere geneesmiddelen hebben hetzelfde effect. De toediening van dit trombolyticum moet zo snel mogelijk intraveneus (via een ader) worden toegediend, al is deze medicatie niet altijd en bij alle patiënten aangewezen. Trombolyse brengt tot slot enkele risico’s en complicaties met zich mee.
Beroerte en trombolytische therapie
De meeste
beroertes zijn het gevolg van
bloedstolsels die naar een bloedvat in de
hersenen bewegen en dan de bloedtoevoer naar dat gebied blokkeren. Dit type beroerte staat bekend als een ‘ischemische beroerte’. De arts zet hierbij trombolytica in om het stolsel snel op te lossen. Het geven van trombolytica binnen de drie uur nadat de eerste symptomen van een beroerte zijn verschenen, beperkt de schade en beperkingen veroorzaakt door de beroerte.
Indicatie
De arts voert eerst verdere onderzoeken uit en neemt een aantal factoren in overweging alvorens trombolytica toe te dienen:
een
CT-scan van de hersenen om zeker te zijn dat er geen
hersenbloeding is opgetreden
een lichamelijk onderzoek dat een significante beroerte toont
de
medische geschiedenis van de patiënt
Hartaanval en oplossen van bloedstolsel
Een bloedstolsel blokkeert soms de bloedvaten naar het hart. Een deel van de hartspier krijgt hierdoor onvoldoende bloed, wat leidt tot een
hartaanval. Trombolytica werken door snel een belangrijk stolsel op te lossen. Hierdoor herstelt de bloedtoevoer naar het hart zich, waardoor schade aan de hartspier wordt voorkomen. Trombolytica stoppen een hartaanval die anders verergert of potentieel dodelijk is. De resultaten zijn beter wanneer de patiënt binnen twaalf uur na het begin van de hartaanval een trombolytisch middel toegediend krijgt. Het medicijn herstelt de bloedtoevoer naar het hart bij de meeste patiënten. De bloedstroom is echter mogelijk niet helemaal normaal en daardoor is soms nog steeds een kleine hoeveelheid
spierbeschadiging mogelijk. Daardoor is bij een aantal patiënten een bijkomende behandeling nodig zoals een
hartkatheterisatie met angioplastiek en
stenting. Orale (via de mond ingenomen) bloedverdunners schrijft de arts later soms nog voor om de vorming van nieuwe stolsels te voorkomen.
Indicatie
Niet altijd zet een arts meteen trombolytica in bij een hartaanval. Hij baseert namelijk deze beslissing op vele factoren zoals:
- de geschiedenis van pijn op de borst
- de leeftijd van de patiënt (oudere patiënten hebben een verhoogd risico op complicaties)
- de medische geschiedenis zoals de geschiedenis van een eerdere hartaanval, diabetes mellitus (suikerziekte), een lage bloeddruk (hypotensie) of een verhoogde hartslag (tachycardie)
- de resultaten van een ECG (hartfilmpje: meting van de elektrische activiteit van het hart): Trombolytica zijn namelijk enkel inzetbaar wanneer bepaalde veranderingen optreden op het ECG. Dit type hartaanval staat bekend als ‘ST-segment elevatie-myocardiaal infarct (STEMI)’.
- het geslacht
Longembolie en behandelen van bloedstolsels
Trombolyse (gebruik van trombolytica) zet de arts ook in voor het behandelen van een
longembolie (afsluiting van een slagader in de longen). Aderen die
diep veneuze trombose (pijn en
zwelling aan het been of bekken) veroorzaken of stolsels in de
benen, het bekkengebied en de bovenste ledematen. Indien onbehandeld breken stukjes van het stolsel af en reizen ze naar een slagader in de longen, wat resulteert in een acute longembolie.
Medische therapieën en trombolytica
Ook bij geblokkeerde chirurgische bypasses, geblokkeerde dialysefistels of
katheters is een behandeling met trombolytica belangrijk.
Tegenindicatie van trombolyse
In het algemeen mag een patiënt in volgende omstandigheden geen trombolytica krijgen
- actieve bloedingen of ernstig bloedverlies
- bloedzweren
- een ernstige hoge bloeddruk
- een ernstige nierziekte
- een hemorragische beroerte door bloeding in de hersenen
- een recente hoofdwonde / een trauma
- een recente operatie
- een zwangerschap
- het gebruik van bloedverdunnende geneesmiddelen zoals Coumadin
Toediening van medicijnen
De arts bepaalt aan de hand van vele factoren hoe hij de medicijnen toedient. Soms opteert hij om de trombolytica in de toegangsplaats te injecteren via een katheter. In de meeste gevallen echter plaatst de arts een langere katheter in een bloedvat vlak bij het bloedstolsel, zodat het mogelijk is om direct medicatie in het stolsel zelf af te geven. De arts gebruikt bij beide methoden radiologische beeldvorming om na te gaan of het bloedstolsel effectief oplost. Als het stolsel relatief klein is, duurt het behandelproces enkele uren. Voor grotere en ernstige blokkades is een behandelduur van meerdere dagen nodig.
Risico’s en bijwerkingen van trombolytica
Complicaties ontstaan sneller bij ouderen en bij patiënten met andere aandoeningen. Door de medicijnen ontstaan sneller bloedingen die potentieel levensbedreigend zijn zoals een
inwendige bloeding of een hersenbloeding, al gebeurt dit niet vaak. Kleine
tandvleesbloedingen of de een
bloedneus komen voor bij ongeveer één op de vier patiënten die het medicijn toegediend krijgen. Minder dan één op de duizend patiënten ervaart een infectie door de toediening van de medicatie. Ook bestaat er een klein risico op een
allergische reactie op de contrastkleurstof die mogelijk nodig is voor de beeldvorming. Trombolyse is eveneens geassocieerd met een verhoogd risico op
zwangerschapscomplicaties.
Andere complicaties van trombolyse omvatten:
- blauwe plekken of bloedingen op de toegangsplaats
- migratie van het bloedstolsel naar een ander deel van het vaatstelsel
- nierbeschadiging bij patiënten met diabetes mellitus (suikerziekte) of andere reeds bestaande nieraandoeningen
- schade aan het bloedvat
Als trombolytica niet geïndiceerd of potentieel te gevaarlijk zijn, zet de arts andere therapieën in om een stolsels te behandelen die leidt tot een beroerte of een hartaanval:
- de chirurgische verwijdering van de stolsel (trombectomie)
- een chirurgische procedure om vernauwde of geblokkeerde bloedvaten te openen die bloed naar het hart of de hersenen toedienen
Prognose van trombolyse
Bij de meeste patiënten is trombolytische therapie succesvol, maar bij maximaal 25% van de patiënten lukt het niet om het bloedstolsel volledig op te lossen. Verder krijgen ongeveer één op de tien patiënten opnieuw te maken met het stolsel of ontstaat weer een blokkering in het bloedvat. Bovendien zijn trombolytica niet in staat om beschadigd weefsel te herstellen. Een verdere behandeling is dan nodig om de onderliggende oorzaken van de bloedstolsels aan te pakken en de beschadigde weefsels en organen te repareren.
Lees verder