Allergieën en allergische reactie: Contact met allergenen
Ongeveer één op de vijf mensen krijgt tijdens het leven te maken met een allergie, ook wel bekend als 'hypersensitiviteit'. Een allergische reactie ontstaat wanneer het immuunsysteem overreageert op een normaal gesproken onschadelijke stof, zoals pollen, huisstofmijt, schimmels, insectensteken of voedsel. Allergieën kunnen verschillende milde tot ernstige symptomen veroorzaken, zoals een loopneus, niezen, jeuk, huiduitslag, tranende ogen en zwelling. Anafylaxie is een levensbedreigende vorm van een allergische reactie. De behandeling van allergieën bestaat voornamelijk uit het vermijden van de uitlokkende stoffen en het gebruik van medicijnen.
Een allergie ontstaat vaak als gevolg van een immuunrespons op stoffen (allergenen) die normaliter onschadelijk zijn. Zowel genetische als omgevingsfactoren spelen hierbij een rol. Als beide ouders allergieën hebben, is de kans groot dat hun kind ook een allergie ontwikkelt. Het immuunsysteem beschermt het lichaam normaal gesproken tegen schadelijke stoffen, zoals bacteriën en virussen. Bij allergieën is het immuunsysteem echter overgevoelig voor bepaalde allergenen, waardoor een allergische reactie ontstaat. Wanneer een allergeen het immuunsysteem activeert, komt histamine vrij, wat de typische allergische symptomen veroorzaakt.
Allergenen: Stoffen die leiden tot een allergie
Veel voorkomende allergenen zijn onder meer:
- Dierlijke eiwitten en huidschilfers van huisdieren en andere dieren (bijvoorbeeld huidschilfers van honden).
- Schimmels / schimmelsporen.
- Insectenbeten en steken (zoals gif van bijen of wespen).
- Medicijnen (zoals antibiotica, aspirine of topische medicijnen).
- Natuurlijke latex.
- Stof en huisstofmijt.
- Stuifmeel van bomen, grassen en bloemen.
- Te weinig blootstelling aan zonlicht.
- Uitwerpselen van mijten.
- Voedingsmiddelen (zoals ei, schelpdieren, pinda's, granen, melk, noten, soja, vis, dierlijk vlees en tarwe).
- Voedingsversterkers en conserveringsmiddelen (zoals sulfiet).
- Warme of koude temperaturen.
- Water.
- Wrijving of druk op de huid.
Allergieën kunnen ook bepaalde medische aandoeningen verergeren, zoals
sinusinfecties,
eczeem (een chronische
huidziekte met
droge huid en
jeukende huid) en
astma.
Symptomen aan huid, ogen, ademhaling en lichaam
Inademen
Bij het inademen van allergenen kunnen de volgende symptomen optreden:
Bij een allergische reactie ontstaan mogelijk (jeukende) bultjes op de huid /
Bron: Hans, Pixabay Huid
Wanneer allergenen in contact komen met de huid, kunnen de volgende symptomen optreden: een
huiduitslag, netelroos, jeuk,
blaren, een afgeschilferde huid of zwelling, zoals bij een
gezwollen bovenlip. Als iemand bijvoorbeeld een chemisch product aanraakt met de
handpalmen, kan daar een huiduitslag ontstaan.
Pijn kan ook optreden, bijvoorbeeld
pijn aan de oksel. Bij een allergie voor
tandpasta kan
stomatitis (
ontsteking van het mondslijmvlies) ontstaan.
Lichaam
Bij het gebruik van medicatie kan de allergische reactie zich over het hele lichaam verspreiden, met diverse symptomen tot gevolg. Sommige geneesmiddelen (zoals aspirine en ampicilline) kunnen een huiduitslag veroorzaken. Ook symptomen zoals een
loopneus, hoesten,
ochtendhoofdpijn of
hoofdpijn kunnen optreden.
Ogen
Allergenen die in contact komen met de ogen, kunnen
oogallergieën veroorzaken, zoals
allergische conjunctivitis, een ontsteking van het
oogbindvlies. Dit kan worden veroorzaakt door
make-up en oogcosmetica. Symptomen zijn onder andere
jeukende ogen,
tranende ogen,
rode ogen,
wallen onder de ogen en/of
gezwollen ogen. Soms kunnen ook
glazige ogen of een
wit bultje op het ooglid ontstaan.
Voeding
Het consumeren van een voedingsmiddel waarvoor iemand allergisch is, kan leiden tot
misselijkheid,
braken,
buikpijn,
krampen,
diarree of een ernstige, levensbedreigende reactie (
anafylaxie).
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts voert een lichamelijk onderzoek uit en stelt vragen om de mogelijke oorzaak van de allergie te achterhalen. Vaak worden huidtesten gebruikt om te onderzoeken welke allergenen de allergische reactie veroorzaken. Bij een huidpriktest worden verschillende allergenen op de huid aangebracht, die vervolgens worden doorprikt. Ontstaat er na een kwartier roodheid of zwelling, dan is de patiënt mogelijk allergisch voor deze stof(fen). De arts kan ook een bloedtest uitvoeren, waarbij het bloedmonster wordt getest op de aanwezigheid van bepaalde antilichamen die duiden op een allergie. Dit wordt een IgE-test genoemd. Daarnaast is het soms nodig om allergietesten te laten uitvoeren in een laboratorium.
Onderzoek en diagnose bij astma
Bij astma kan een longfunctietest worden uitgevoerd, zoals spirometrie, waarbij wordt gemeten hoeveel lucht de patiënt kan in- en uitademen en hoe snel dit gebeurt.
Differentiële diagnose
Andere aandoeningen kunnen symptomen veroorzaken die lijken op allergieën, zoals verkoudheid, sinusitis, astma, voedselintoleranties, een
waterhoofd (een medische aandoening waarbij zich overtollig vocht in de hersenen ophoopt) en mondslijmvliesontsteking. De arts moet deze aandoeningen uitsluiten om een juiste diagnose te kunnen stellen.
Bloedonderzoek en allergietest
Naast de huidtesten kan de arts ook een bloedonderzoek (IgE) uitvoeren. Een bloedmonster wordt naar het laboratorium gestuurd, waar wordt getest op de aanwezigheid van antilichamen die wijzen op een allergie. Verder kan een arts een mondslijmvliesonderzoek, speekseltest of urinetest aanvragen. Soms is een röntgenonderzoek nodig, bijvoorbeeld bij een verstopte neus, een neuspoliep of sinusitis.
Diverse medicijnen zijn mogelijk bij de behandeling van een allergische reactie /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling via medicijnen en vermijden van allergenen
De beste manier om de symptomen van allergieën te verminderen, is door de uitlokkende factoren te vermijden, zoals bepaalde voedingsmiddelen, geneesmiddelen en omgevingsfactoren. Daarnaast kan de arts verschillende soorten medicatie voorschrijven om allergische reacties te beheersen of te voorkomen.
Antihistaminica
De arts kan
antihistaminica voorschrijven, een type medicatie dat de effecten van histamine blokkeert, een stof die het lichaam vrijgeeft tijdens een allergische reactie. Dit helpt bij het verlichten van symptomen zoals niezen, jeuk, tranende ogen en huiduitslag.
Corticosteroïden
Corticosteroïden zijn krachtige ontstekingsremmers die vaak worden ingezet bij allergische reacties die gepaard gaan met ernstige ontstekingen, zoals bij astma of eczeem. Ze zijn beschikbaar in verschillende vormen, waaronder tabletten, inhalatoren, crèmes en oogdruppels.
Decongestiva
Decongestiva zijn medicijnen die zwelling en congestie in de neus verminderen. Ze worden meestal kortdurend gebruikt bij symptomen zoals een verstopte neus, die vaak voorkomen bij allergieën zoals hooikoorts. Langdurig gebruik van decongestiva wordt echter afgeraden vanwege het risico op rebound-congestie, waarbij de symptomen kunnen verergeren zodra het medicijn wordt gestopt.
Epinefrine bij anafylaxie
Voor ernstige allergische reacties, zoals anafylaxie, schrijft de arts epinefrine voor. Anafylaxie is een zeldzame maar levensbedreigende reactie die snel optreedt en zonder behandeling fataal kan zijn. Symptomen van anafylaxie zijn onder andere
netelroos, ademhalingsproblemen, zwelling van de keel, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, duizeligheid, flauwvallen, lage bloeddruk (
hypotensie), een snelle hartslag (
tachycardie) en zelfs
hartstilstand. Epinefrine wordt meestal toegediend via een autoinjector, zoals een EpiPen, en werkt door de bloedvaten te vernauwen en de luchtwegen te openen, waardoor de ademhaling wordt verbeterd en de bloeddruk wordt gestabiliseerd.
Immunotherapie
Immunotherapie is een behandelingsoptie die wordt overwogen wanneer de patiënt niet in staat is om allergenen te vermijden en andere behandelingen onvoldoende effect hebben. Bij immunotherapie worden geleidelijk toenemende hoeveelheden van het allergeen in het lichaam geïnjecteerd, wat kan helpen om het immuunsysteem minder gevoelig te maken voor de stof. Dit type therapie is vooral effectief voor allergieën zoals hooikoorts, insectensteken en, in sommige gevallen, huisstofmijt. Immunotherapie is echter minder effectief bij voedselallergieën vanwege het risico op ernstige reacties.
Leukotriëne-receptorantagonisten
Leukotriëne-receptorantagonisten zijn medicijnen die de werking van leukotriënen blokkeren, stoffen die bijdragen aan allergische ontstekingen, met name in de luchtwegen. Ze worden vaak gebruikt bij de behandeling van allergisch astma en allergische rhinitis.
Prognose allergie is meestal goed
In de meeste gevallen kunnen allergieën effectief worden beheerd met medicatie en door het vermijden van uitlokkende factoren. Sommige kinderen ontgroeien hun (voedsel)allergieën naarmate ze ouder worden. Immunotherapie kan een langdurige oplossing bieden, hoewel het jarenlange behandeling en regelmatige doktersbezoeken vereist. Bijwerkingen van immunotherapie kunnen onder andere netelroos, huiduitslag en zelden anafylaxie zijn. Over het algemeen is de prognose voor mensen met allergieën goed, mits de juiste maatregelen worden genomen.
Complicaties: Anafylaxie en andere risico's
Complicaties die kunnen voortvloeien uit allergieën of de behandeling ervan zijn onder andere:
- Ademhalingsproblemen en ongemak tijdens een allergische reactie.
- Anafylaxie, een levensbedreigende allergische reactie die onmiddellijke behandeling vereist.
- Bijwerkingen van geneesmiddelen, zoals slaperigheid door antihistaminica of andere bijwerkingen van corticosteroïden en decongestiva.
Preventie van allergieën en nieuwe inzichten
Hoewel sommige allergieën moeilijk te voorkomen zijn, zijn er maatregelen die het risico op het ontwikkelen van allergieën kunnen verminderen:
Borstvoeding en vroege blootstelling aan allergenen
Borstvoeding gedurende de eerste vier tot zes maanden van het leven kan helpen om het risico op het ontwikkelen van allergieën te verminderen. Daarnaast suggereert recent onderzoek dat vroege blootstelling aan bepaalde allergenen, zoals
huisstofmijt en huidschilfers van
katten, het risico op allergieën kan verlagen. Kinderen die opgroeien op boerderijen of in huishoudens met huisdieren, lijken minder vaak allergieën te ontwikkelen, mogelijk doordat hun immuunsysteem in een vroeg stadium wordt blootgesteld aan een breed scala van allergenen.
Omgevingsfactoren en hygiënehypothese
Volgens de hygiënehypothese zijn kinderen die opgroeien in steriele omgevingen, zoals stedelijke gebieden, vatbaarder voor het ontwikkelen van allergieën. Het is gebleken dat kinderen die op jonge leeftijd in contact komen met diverse micro-organismen, bijvoorbeeld door opgroeien in een landelijke omgeving, een sterker en meer uitgebalanceerd immuunsysteem ontwikkelen, wat de kans op allergieën kan verkleinen.
Voeding en allergiepreventie
Hoewel voeding op zich niet altijd allergieën kan voorkomen, suggereren sommige onderzoeken dat het introduceren van potentieel allergene voedingsmiddelen, zoals pinda's en eieren, in kleine hoeveelheden en op de juiste leeftijd, de kans op het ontwikkelen van voedselallergieën kan verkleinen. Dit moet echter altijd in overleg met een arts worden gedaan, vooral bij kinderen met een verhoogd risico op allergieën.
Allergenen vermijden
Voor mensen die al allergieën hebben, blijft het vermijden van uitlokkende factoren de meest effectieve preventieve maatregel. Dit kan betekenen dat er aanpassingen in de leefomgeving nodig zijn, zoals het gebruik van luchtfilters, het regelmatig reinigen van woonruimtes, en het vermijden van bepaalde voedingsmiddelen of medicijnen.
Lees verder