Kattenallergie: Symptomen door huidschilfers van kat
Een kattenallergie is een vaak voorkomende allergie waarbij patiënten allergisch reageren op specifieke stoffen die katten produceren, zoals speeksel, huidschilfers of urine. Een kattenallergie veroorzaakt milde symptomen zoals een loopneus, maar soms ontstaan ernstige ademhalingsproblemen. Diverse medicijnen verlichten de klachten van een allergie voor katten. Verder wensen sommige patiënten de allergie te behandelen via immunotherapie, waarbij hij geleidelijk over een lange tijd in opbouwende hoeveelheden kattenallergenen geïnjecteerd krijgt om de allergiesymptomen onder controle te krijgen. De prognose is meestal goed wanneer de patiënt enkele zelfzorgmaatregelen neemt om het contact met de kat te verminderen of vermijden.
Epidemiologie van kattenallergie
Ongeveer 10-30% van de bevolking heeft een huisdierallergie zoals een
hondenallergie of een kattenallergie. Kattenallergieën komen twee keer zo vaak voor als hondenallergieën. Ongeveer 30-40% van de kinderen en jongvolwassenen met
astma (chronische
ontsteking van de luchtwegen in de longen) heeft voorts een
allergie voor huidschilfers van dieren (voornamelijk katten).
Oorzaken: Door allergische reactie op speeksel, urine, zweet en huidschilfers
Patiënten met kattenallergieën zijn allergisch voor eiwitten in het speeksel, de urine, het zweet en de huidschilfers van de kat (gedroogde
schilfers van de huid). Het is dus niet zo dat patiënten allergisch reageren op kattenharen. Een patiënt met een allergie heeft een overgevoelig immuunsystemen. Het lichaam valt per toeval onschuldige stoffen aan zoals huidschilfers van
katten omdat het afweersysteem deze ziet als gevaarlijke indringers. Daarom valt het immuunsysteem deze allergenen (uitlokkende stoffen) aan zoals ze zouden doen bij bacteriën of virussen. De symptomen van de allergie zijn de bijwerkingen van de aanval van het lichaam op het allergeen. Onderzoekers begrijpen anno oktober 2020 niet volledig waarom sommige patiënten kattenallergieën ontwikkelen en andere niet. De ‘haarloze’ sfinx veroorzaakt minder waarschijnlijk symptomen van kattenallergieën dan andere rassen. Maar elke kat leidt mogelijk tot problemen, ongeacht het ras, de haarlengte of andere factoren.
Risicofactoren
Patiënten met een andere allergie hebben meer kans om allergisch te zijn voor katten. Een hondenallergie hangt bijvoorbeeld nauw samen met een allergie voor katten. Patiënten die allergisch zijn voor koeien, varkens en paarden reageren soms ook allergisch op katten.
Symptomen
De symptomen van een kattenallergie ontstaan binnen enkele minuten tot uren. Meestal zijn de symptomen mild tot matig maar soms komen ernstige tekenen tot uiting.
Milde tekenen
Symptomen van kattenallergieën zijn:
- ademhaling: hoesten, een piepende ademhaling, een astma-aanval bij patiënten die lijden aan astma
- huid: netelroos, een huiduitslag op de borst en in het gezicht, roodheid van de huid waar een kat heeft gekrast, gebeten of gelikt, een jeukende huid
- neus: een loopneus, een jeukende neus, een verstopte neus, niezen
- ogen: geïrriteerde ogen, rode ogen en jeukende ogen
Ernstige tekenen
Af en toe ontstaan ernstige allergische symptomen door contact met de eiwitten in het speeksel, het zweet, de urine en de huidschilfers van een kat, waardoor sprake is van
anafylaxie. Door anafylaxie ontstaan ernstige
ademhalingsproblemen, een verlaagde bloeddruk en mogelijk zelfs een
shock. Deze levensbedreigende reactie vereist een spoedbehandeling in het ziekenhuis.
Andere allergieën
Katten zelf lokken soms ook andere allergische reacties uit, bijvoorbeeld van stuifmeel,
schimmels of andere allergenen die zich op de vacht van een buitenkat bevinden. Een patiënt hoeft hierbij niet noodzakelijk een kattenallergie te hebben.
Diagnose en onderzoeken
De arts voert een huidpriktest of
bloedonderzoekuit om er zeker van te zijn dat de patiënt allergisch is. Bij een huidpriktest injecteert de arts een klein beetje kattenallergeen net onder de huid en vervolgens wacht hij op een reactie. Een bloedonderzoek test op specifieke immuunsubstanties geassocieerd met katten- en andere allergieën. Soms stelt de arts ook voor om enkele maanden geen contact te hebben met de kat om te kijken of de allergiesymptomen dan verbeteren.
Behandeling

Diverse medicijnen verlichten de klachten /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatie
Katallergieën behandelt de arts met standaard
medicatie voor de behandeling van een allergie:
- antihistaminica: Antihistaminica bestrijden een allergische reactie; de medicijnen zijn vrij verkrijgbaar of op doktersvoorschrift verkrijgbaar. Deze zijn in de vorm van een tablet of in de vorm van een neusspray beschikbaar.
- decongestiva (zwelling van de slijmvliezen in de neus verminderen)
- steroïde (ontstekingsremmende) neussprays
Blootstelling aan katten vermijden
Om een kattenallergie volledig te voorkomen, vermijdt de patiënt katten en hun huidschilfers. Ook een kort contact met de kat wekt mogelijk een allergische reactie op. Katten aanraken, knuffelen of kussen is bijgevolg geen goed idee. Bezoekers brengen mogelijk ook huidschilfers met zich mee via hun kleding en bagage. Deze indirecte blootstelling veroorzaakt bij sommige patiënten ernstige kattenallergieën. Bij een gepland logement op een locatie waar een kat vertoeft, is het verstandig dat de kat enkele weken op voorhand al niet meer slaapt in de kamer waar de patiënt met een kattenallergie gaat slapen. Verder neemt de patiënt ook al enkele weken op voorhand aan de mogelijke blootstelling medicatie want tijdens de allergische reactie is de reactie vaak nog moeilijk onder controle te krijgen. Medicatie voorkomt dan een allergische reactie.
Blootstelling aan allergenen verminderen
Een aantal patiënten wenst dat de kat in huis blijft. Volgende adviezen zijn dan nuttig. Zo is het verstandig om de blootstelling aan de kat te beperken. Een ander familielid moet bijvoorbeeld zorgen voor de kat en de kattenbak reinigen. Verder komt de kat het best niet in alle delen van het huis. De slaapkamer is bijvoorbeeld verboden terrein voor de kat. Indien mogelijk blijft de kat zoveel mogelijk buiten. Op deze manier omzeilt de patiënt een opstoot van een kattenallergie. Kattenhuidschilfers liggen overal en daarom is het verstandig om de vloeren grondig te vegen en dweilen, regelmatig te stofzuigen met een speciale HEPA-filter (gewone filters vangen vaak te weinig allergenen). Tapijten en gordijnen in huis zijn voorts geen goed idee omdat de huidschilfers hier vaak op blijven liggen. De lucht reinigen met behulp van een centrale luchtreiniger voorkomt dat huidschilfers door het huis circuleren. Decoratieve geurkaarsen, potpourri en plug-in luchtverfrissers zijn wel af te raden; ze verergeren namelijk de allergiesymptomen. De kat regelmatig wassen vermindert bij een aantal patiënten de klachten, al zijn wetenschappers het er niet over eens dat deze methode wel echt effectief is.
Immunotherapie
Immunotherapie is een andere behandelingsoptie. Hierbij krijgt de patiënt op geregelde tijdstippen injecties met het allergeen toegediend wat de arts geleidelijk opbouwt. De behandeling duurt vaak jaren. Voor kinderen jonger dan vijf jaar is deze behandelingsoptie niet geschikt.
Preventie
Er is geen manier om een allergie te voorkomen. De blootstelling aan huisdieren als een jong kind vermindert op latere leeftijd het risico op het ontwikkelen van huisdierallergieën. Anderzijds verergeren de klachten bij blootstelling aan een huisdier mogelijk wanneer een kind gevoelig is voor een allergie.
Prognose
Bij sommige patiënten is het dankzij enkele zelfzorgmaatregelen goed mogelijk om een kat als huisdier te houden en de symptomen onder controle te krijgen. Een kattenallergie verergert echter mogelijk waardoor het risico op astma verhoogt. Het is bijgevolg belangrijk om met tekenen van een kattenallergie te praten met een arts. Verder is het ondanks vele maatregelen niet altijd mogelijk om een kat te houden door steeds terugkerende of heel ernstige symptomen.
Lees verder