Antibiotica: Geneesmiddelen tegen een bacteriële infectie
Antibiotica zijn krachtige geneesmiddelen voor de preventie of bestrijding van bacteriële infecties. Deze levensreddende medicatie die bestaat in verschillende toedieningswijzen, doodt bacteriën (= bactericide antiobitiocum) of voorkomt de reproductie en verspreiding van deze bacteriën (= bacteriostatisch antibioticum). Bacteriën zijn kleine microscopische organismen waarvan sommige ziekten veroorzaken. Het is voorts bij een antibioticakuur belangrijk dat de patiënt het medicijn correct en volledig inneemt zodat de bacteriën geen resistentie (weerstand) opbouwen tegen het geneesmiddel. Dit veilig geneesmiddel kent geen of slechts enkele milde bijwerkingen al zijn ernstige complicaties in zeer zelden gevallen ook mogelijk.
Indicatie antibioticum: Bestrijding van bacteriële infectie
Antibiotica bestrijden bacteriële infecties en zijn zeker nuttig wanneer de infectie:
- besmettelijk is (tenzij de patiënt een behandeling met een antibioticum krijgt)
- een te lange tijd nodig heeft om te verdwijnen uit het lichaam
- meer en ernstige complicaties met zich meebrengt
- niet spontaan uit het lichaam verdwijnt
Daarnaast neemt de patiënt soms antibioticum profylaxe. Dit betekent dat de patiënt deze inneemt als voorzorgsmaatregel tegen een bacteriële infectie.
Tegenindicatie medicijn
Sommige antibiotica zijn niet geschikt voor patiënten met bepaalde medische aandoeningen (vooral bij nier- en leverproblemen), of vrouwen die zwanger zijn of
borstvoeding geven. Ook bij patiënten waarvan geweten is dat ze allergisch reageren op bepaalde antibiotica, is de arts uiterst voorzichtig.
Soorten antibiotica
Vooreerst is sprake van breedspectrumantibiotica en engspectrumantibiotica. Een antibioticum met een breed spectrum is werkzaam tegen verschillende groepen van bacteriën, terwijl een antibioticum met een eng spectrum slechts tegen een beperkte groep bacteriën werkzaam is. Op de markt zijn honderden verschillende soorten antibiotica verkrijgbaar, maar de meeste zijn in te delen in zes groepen met name:
aminoglycosiden, cefalosporinen, fluorchinolonen,
macroliden, penicilines en
tetracyclines.
Aminoglycosiden
Deze antibiotica zet de arts in bij zeer ernstige ziekten zoals bloedvergiftiging, omdat ze ernstige bijwerkingen hebben waaronder
gehoorverlies en nierschade. De arts dient deze meestal toe via een injectie, maar een druppeltoediening bij
oorinfecties of
ooginfecties is ook mogelijk. Bij oogproblemen hanteert de patiënt correcte
oogdruppelrichtlijnen. Gentamicine en tobramycine zijn enkele voorbeelden van aminoglycosiden.
Cefalosporinen
De arts gebruikt cefalosporinen bij een breed scala van infecties, waaronder ernstige infecties zoals
sepsis (bloedvergiftiging: overdreven reactie van het immuunsysteem op ziektekiemen) en
meningitis (hersenvliesontsteking met
hoofdpijn, koorts en een
stijve nek). Cefalexine is hiervan een voorbeeld.
Fluorchinolonen
Dit is breedspectrumantibiotica die de arts gebruikt bij een breed scala van infecties. Bekende voorbeelden omvatten ciprofloxacine en levofloxacine.
Macroliden
Deze zijn bijzonder nuttig voor het behandelen van long- en luchtweginfecties, of zijn een alternatief voor patiënten met een penicilline-allergie of bij de behandeling van penicilline-resistente stammen van bacteriën. Enkele voorbeelden van macroliden omvatten
erytromycine en claritromycine.
Penicillines
Deze bestrijden diverse infecties, inclusief
huidinfecties, luchtweginfecties en urineweginfecties. Penicilline en
amoxicilline zijn hiervan de bekendste voorbeelden. Alexander Fleming ontdekte penicilline, het eerste natuurlijk antibioticum, in 1928.
Tetracyclines
Deze gebruikt de arts bij een breed scala van infecties maar vooral bij de behandeling van matige tot ernstige
acne en
rosacea. Tetracycline en
doxycycline zijn enkele voorbeelden van tetracyclines.
Toedieningswijzen van antibiotica
Antibiotica bestaat in verschillende vormen:
lokale (op de huid aangebracht) of orale (via de mond ingenomen) antibiotica en antibiotica dat de arts toedient via een injectie.
Injecties met antibiotica
De patiënt krijgt een injectie. Een andere mogelijkheid is dat de arts via een infuus rechtstreeks antibiotica in het bloed of de spier toedient. Deze vorm van antibiotica gebeurt meestal bij ernstige infecties.
Lokale antibiotica
Bij lokale antibiotica valt te denken aan crèmes, lotions, sprays of druppels, die de patiënt aanbrengt op de huid om infecties te behandelen.
Orale antibiotica
Orale antibiotica neemt de patiënt in via de mond. Dit omvatten tabletten, pillen en capsules of vloeistof die de patiënt drinkt. Orale antibiotica bestrijden de meeste soorten milde tot matige infecties.
Gebruik geneesmiddelen
De patiënt bekijkt eerst grondig de bijsluiter die bij de medicatie zit, en hij volgt de instructies van de huisarts en/of apotheker op.
Sommige antibiotica mag de patiënt niet innemen met bepaalde voedingsmiddelen of dranken bijvoorbeeld. Nog andere medicijnen mag de patiënt niet innemen in combinatie met voeding. Het is bovendien belangrijk om de voorgeschreven kuur niet stop te zetten, zelfs als de patiënt zich beter voelt. Het is namelijk mogelijk dat resistentie optreedt tegen het antibioticum en de bacteriën zo toch overleven. Een vergeten dosis neemt de patiënt in wanneer hij hieraan denkt, en anders slaagt hij deze dosis over als het bijna tijd is om de volgende dosis in te nemen. Twee doses kort op elkaar innemen is niet aanbevolen omdat dit de kans op bijwerkingen verhoogt. Het per ongeluk innemen van een extra dosis van antibiotica veroorzaakt zelden ernstige schade, maar de kans op milde bijwerkingen verhoogt wel. Het effect van een antibioticum op de infectie begint meestal snel, namelijk al na enkele uren.
Milde en ernstige bijwerkingen van medicijn
Milde bijwerkingen
De meeste antibiotica zijn relatief veilig en ernstige bijwerkingen zijn eerder zeldzaam. De meest voorkomende milde bijwerkingen zijn onder meer een ziek gevoel (malaise), een
loopneus, een
huiduitslag, een zwelling van de
tong en het
gezicht (vooral bij penicilline) een
opgeblazen gevoel, spijsverteringsproblemen,
diarree, een
stinkende ontlasting, een
groene ontlasting,
witte stipjes in de ontlasting,
een tekort aan vitamine K (bij langdurig antibioticagebruik),
jeukende voeten,
maagpijn,
misselijkheid en
braken. Ook schimmelinfecties van de mond, het spijsverteringskanaal en de vagina treden wel eens op.
Ernstige bijwerkingen
Ongeveer 1 op de 15 patiënten heeft een
allergische reactie op bepaalde soorten antibiotica. Zeer sporadisch treedt hierbij
anafylaxie op. Deze ernstige allergische reactie heeft tot gevolg dat de bloeddruk daalt en onvoldoende bloedstroom naar de vitale organen gaat. Een anafylactische
shock is een medische noodsituatie die namelijk potentieel dodelijk verloopt. Afhankelijk van het type geneesmiddel ontwikkelt de patiënt
nierstenen, treedt een abnormale bloedstolling op, is de patiënt gevoelig voor de zon, ontstaan
bloedaandoeningen of ontwikkelt de patiënt mogelijk doofheid.
Interacties met medicatie
De patiënt neemt enkel voorgeschreven antibiotica en gebruikt nooit medicatie van anderen. Sommige antibiotica reageren ook onvoorspelbaar met andere medicijnen, zoals de
anticonceptiepil en alcohol. Het effect van anticonceptie verdwijnt namelijk mogelijk wanneer de patiënt antibiotica neemt. Het is daarom belangrijk dat de arts en apotheker steeds weten wat de medische status van de patiënt is en ook of hij geneesmiddelen,
kruidensupplementen of
vitaminen inneemt.
Verstoring van darmflora met vele lichamelijke gevolgen
Gezonde darmflora
Goede bacteriën en gisten zijn nodig in de darmen en zorgen voor een evenwichtige darmflora. Ze synthetiseren vitaminen, ze zijn de sleutel tot het begeleiden van ons immuunsysteem, ze zijn betrokken bij de ontwikkeling en het onderhoud de weefsels en ze helpen zelfs bij de regulering van de bloeddruk. Een gezonde darmflora is essentieel voor de spijsvertering en beschermt tegen bacteriën van buitenaf.
Verstoring darmflora
Telkens wanneer een patiënt antibiotica inneemt, doodt de medicatie zowel deze slechte als de goede bacteriën, want deze medicatie maakt geen verschil tussen deze bacteriën. Hierdoor is het evenwicht (darmmicrobe ecosysteem) in de darmflora verstoord. In de darmen ontstaan lege plekken waar zich goede bacteriën bevonden, en bijgevolg nemen gisten deze plek in. Ze groeien ongecontroleerd in grote kolonies waardoor de patiënt de aandoening dysbiose ontwikkelt. Bij dysbiose, ook gekend als dysbacteriose, is de evenwichtige onderlinge verhouding van de organismen in het leefgebied van de darmen verstoord en ontstaan spijsverteringsproblemen zoals
diarree of
buikpijn. Serotonine is een cruciaal multifunctioneel hormoon in het lichaam dat zorgt voor het humeur, het geluk, de eetlust, de botontwikkeling, de hartfunctie en darmbewegingen. Dit hormoon bevindt zich vooral in de epitheliale cellen die de darm bekleden. Bij de inname van antibiotica is de productie van dit hormoon eveneens verstoord, wat gevolg heeft op de vele functies van serotonine. Zo valt een
depressie soms te linken aan een slechte darmflora door de inname van antibiotica.
Probiotica, goede bacteriën, zijn daarom vaak een goede optie voor het verbeteren van de darmflora en het in stand houden van het hormoon serotonine, dat voor 80% te vinden is in de darmen.
Resistentie tegen antibiotica bij overmatig gebruik
Wereldwijd roepen gezondheidsinstanties op om het antibioticagebruik zoveel mogelijk te verminderen, en dan vooral wat minder ernstige aandoeningen betreft. Door het overmatig gebruik van antibiotica in de afgelopen jaren zijn deze medicijnen minder actief. Hierdoor zijn zogenaamde "superbacteriën" ontstaan. Deze stammen van bacteriën zijn resistent tegen veel verschillende soorten antibiotica, inclusief:
Deze infecties zijn moeilijk te behandelen en daarom vaak ernstig. Hierdoor komen volgens het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding jaarlijks naar schatting 25.000 patiënten te overlijden in de Europese Unie.
Lees verder