Clostridium difficile: Bacteriële infectie met darmproblemen
Clostridium difficile (C. diff. of C. difficile) is een type bacterie die onder bepaalde omstandigheden ernstige darmgerelateerde symptomen kan veroorzaken. Deze symptomen kunnen variëren van mild tot levensbedreigend en komen vooral voor bij oudere, kwetsbare patiënten. De bacterie staat bekend als een ziekenhuisbacterie en vereist een gerichte antibioticabehandeling om symptomen zoals waterige diarree en buikpijn te bestrijden. Onbehandeld kunnen levensbedreigende complicaties optreden. Preventieve maatregelen zijn essentieel om verspreiding te voorkomen en de ziekte tijdig een halt toe te roepen.
Epidemiologie
De bacterie die verantwoordelijk is voor de infectie, komt bij ongeveer 3-5% van de bevolking voor in de normale darmflora, maar is aanwezig bij tot 20% van de gehospitaliseerde patiënten. Oudere, gehospitaliseerde personen zijn hierdoor het vaakst getroffen. Anno augustus 2024 zien we dat de incidentie van C. difficile-infecties nog steeds hoog is, vooral in zorginstellingen, ondanks verbeterde preventieve maatregelen.
Oorzaken bacteriële infectie
Bacteriën
C. difficile-bacteriën zijn anaërobe (geen zuurstof nodig hebbende), grampositieve bacteriën die voornamelijk worden aangetroffen in de bodem, lucht, water, menselijke en dierlijke uitwerpselen, en voedingsproducten zoals vleeswaren. Bij een klein aantal mensen, vooral bij
baby's en kinderen, bevindt de bacterie zich in het spijsverteringskanaal zonder problemen te veroorzaken. Wanneer echter een overgroei van deze bacteriën optreedt, scheiden ze toxinen (gifstoffen) af die de bekleding van de darmwand beschadigen. Dit leidt tot besmettelijke diarree en een ernstige ontsteking van de dikke darm, bekend als Clostridium difficile-colitis. C. difficile produceert twee toxinen: toxine A, een enterotoxine dat diarree veroorzaakt, en toxine B, dat cytotoxisch (schadelijk voor cellen) is en ernstige darmschade kan veroorzaken.
Verspreiding
De bacteriën verlaten het lichaam via de ontlasting en verspreiden zich door contact met besmette oppervlakken, voorwerpen of voedingsproducten. De bacteriën kunnen weken tot maanden overleven op droge oppervlakken, wat de infectie zeer besmettelijk maakt in omgevingen zoals ziekenhuizen en zorginstellingen.
Het langdurig of veelvuldig gebruik van antibiotica vormt een risicofactor voor de infectie met C. difficile /
Bron: Stevepb, PixabayRisicofactoren: Ouderen en gebruik van antibiotica
Personen die langdurig
antibiotica gebruiken, of die meerdere soorten antibiotica nodig hebben, lopen een verhoogd risico op een infectie met C. difficile. Vooral antibiotica zoals fluoroquinolonen, cefalosporines, penicillines en clindamycine zijn geassocieerd met een verhoogd risico. C. difficile is ook een typische ziekenhuisbacterie, wat betekent dat verspreiding vaak plaatsvindt binnen de muren van zorginstellingen, waar patiënten al verzwakt zijn. Ouderen zijn de meest kwetsbare groep voor een C. difficile-infectie.
Andere risicofactoren zijn onder meer:
Anno augustus 2024 blijft het aantal
ziekenhuisinfecties met C. difficile significant, ondanks preventieve maatregelen.
Symptomen: Waterige diarree en andere darmproblemen
De symptomen van C. difficile beginnen meestal twee dagen tot een maand na het gebruik van antibiotica. Niet alle dragers ontwikkelen symptomen; sommige mensen blijven asymptomatisch. De symptomen variëren van milde diarree tot ernstige hemorragische colitis, met onder meer:
Deze darmproblemen gaan vaak gepaard met algemene infectiesymptomen zoals
koorts,
misselijkheid, een snelle hartslag (
tachycardie), en een algemeen ziek gevoel. Zonder behandeling kunnen de symptomen verergeren, wat leidt tot moeilijk te behandelen complicaties.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van C. difficile wordt gesteld door middel van een ontlastingsmonster dat wordt getest op de aanwezigheid van toxinen. Een
bloedonderzoek kan een verhoogd aantal witte bloedcellen laten zien, een indicatie van een infectie. In sommige gevallen is een
colonoscopie (inwendig kijkonderzoek van de dikke darm) nodig om de diagnose te bevestigen. Als er vermoedens zijn van complicaties, kunnen verdere
beeldvormende onderzoeken zoals een
röntgenfoto of een
CT-scan van de buik worden uitgevoerd.
Behandeling
C. difficile wordt behandeld met antibiotica. De standaardkuur duurt meestal tien tot veertien dagen. Bij de meeste patiënten verbeteren de symptomen binnen 72 uur na het begin van de behandeling, hoewel de diarree tijdelijk kan terugkeren. Ongeveer 25% van de patiënten heeft een tweede antibioticakuur nodig. De rol van
probiotica in de behandeling en preventie van C. difficile blijft controversieel, en wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit is beperkt. Probiotica zoals S. boulardii kunnen mogelijk effectief zijn in de preventie bij risicopatiënten die antibiotica gebruiken, maar verder onderzoek is nodig om deze bevindingen te bevestigen.
Naast medicatie is voldoende vochtinname cruciaal om uitdroging te voorkomen; in ernstige gevallen kan intraveneuze toediening van vocht nodig zijn. In zeldzame gevallen, vooral bij ernstige of levensbedreigende symptomen, is chirurgie vereist om het aangetaste deel van de dikke darm te verwijderen (
colectomie). Tijdens de behandeling moet de patiënt geïsoleerd worden om verspreiding van de bacterie te voorkomen.
Prognose
De prognose voor patiënten met C. difficile varieert. De meeste patiënten reageren goed op antibiotica, maar bij sommige is een langdurige behandeling nodig. De uitkomst is vaak afhankelijk van de algemene gezondheidstoestand van de patiënt, en een snelle behandeling is cruciaal om het ziekteverloop gunstig te beïnvloeden.
Complicaties van C. difficile
Complicaties van een C. difficile-infectie kunnen ernstig zijn en omvatten:
Een goede handhygiëne is noodzakelijk /
Bron: Gentle07, PixabayPreventie van Clostridium difficile-infectie
Een
goede handhygiëne is essentieel voor het voorkomen van een C. difficile-infectie, vooral in zorginstellingen. Dit houdt in dat iemand regelmatig en grondig de
handen moet wassen met warm water en zeep, in plaats van alleen te vertrouwen op desinfecterende handgels. Ook het reinigen van keukens en badkamers met op chloor-bleekmiddel gebaseerde producten is sterk aanbevolen. Vuile kleding moet gewassen worden met water en
chloor om mogelijke bacteriën te doden. Bovendien moet het gebruik van antibiotica beperkt blijven tot gevallen waarin een arts dit noodzakelijk acht, om resistentie en overgroei van schadelijke bacteriën te voorkomen.
Lees verder