Clostridium difficile: Bacteriële infectie met darmproblemen
Clostridium difficile (C. diff. of C. difficile) is een type bacterie die onder bepaalde omstandigheden ernstige darmgerelateerde symptomen kan veroorzaken. Deze symptomen kunnen variëren van mild tot levensbedreigend en komen vooral voor bij oudere, kwetsbare patiënten. De bacterie staat bekend als een ziekenhuisbacterie en vereist een gerichte antibioticabehandeling om symptomen zoals waterige diarree en buikpijn te bestrijden. Onbehandeld kunnen levensbedreigende complicaties optreden. Preventieve maatregelen zijn essentieel om verspreiding te voorkomen en de ziekte tijdig een halt toe te roepen.
Epidemiologie
Clostridium difficile is een bacterie die de oorzaak is van een reeks gastro-intestinale aandoeningen, variërend van milde diarree tot levensbedreigende colitis. De epidemiologie van C. difficile-infecties (CDI) is wereldwijd een zorg, vooral in ziekenhuizen en zorginstellingen, waar de prevalentie significant is.
Prevalentie en incidentie
De incidentie van CDI is in de afgelopen decennia toegenomen, vooral in ontwikkelde landen. De meeste gevallen worden gemeld in ziekenhuizen en verpleeghuizen, waar C. difficile-infecties een van de meest voorkomende oorzaken van ziekenhuisgerelateerde diarree zijn. De incidentie is hoger in landen zoals de Verenigde Staten en Europa, hoewel het ook in andere delen van de wereld voorkomt. In sommige landen, zoals de Verenigde Staten, wordt de incidentie geschat op ongeveer 500.000 gevallen per jaar, met een significant aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen als gevolg van complicaties.
Demografische factoren
CDI komt vaker voor bij ouderen, vooral bij patiënten boven de 65 jaar. De aandoening wordt ook vaker gezien bij patiënten die al in het ziekenhuis zijn opgenomen voor andere aandoeningen, vaak als gevolg van het gebruik van antibiotica die de normale darmflora verstoren. De incidentie van ernstige CDI neemt toe bij oudere patiënten, wat samenhangt met een verminderde immuniteit en de frequentie van ziekenhuisopnames. Hoewel CDI in elke leeftijdsgroep kan optreden, zijn jongere gezonde mensen meestal minder vatbaar.
Geografische verspreiding
CDI is een wereldwijd probleem, maar de prevalentie varieert tussen regio’s. In ontwikkelde landen zoals de Verenigde Staten, Canada en Europa is de prevalentie van CDI hoog, met een aanzienlijke hoeveelheid ziekenhuisgerelateerde gevallen. In landen met beperkte toegang tot gezondheidszorg kan CDI minder vaak worden gediagnosticeerd of gemeld, wat de epidemiologische gegevens beïnvloedt.
Mechanisme
Clostridium difficile veroorzaakt infecties door de productie van toxines die de darmwand beschadigen en een ontstekingsreactie veroorzaken. Dit leidt tot een breed scala aan symptomen, van lichte diarree tot ernstige darmbeschadiging.
Toxineproductie
C. difficile produceert twee belangrijke toxines, toxine A (enterotoxine) en toxine B (cytotoxine), die de belangrijkste veroorzakers zijn van de klinische symptomen van CDI. Deze toxines beschadigen de darmwand, veroorzaken ontsteking en kunnen leiden tot diarree, koorts en buikpijn. In ernstige gevallen kunnen ze bijdragen aan de ontwikkeling van pseudomembraneuze colitis en toxisch megacolon.
Verlies van intestinale flora
De meeste gevallen van C. difficile-infecties ontstaan na het gebruik van antibiotica, die de normale intestinale flora verstoren. Dit creëert een omgeving waarin C. difficile kan overgroeien en zijn toxines kan produceren. Het verlies van een gezonde darmmicrobiota maakt de darm kwetsbaarder voor infecties door pathogene bacteriën zoals C. difficile.
Zuurstofarme omgeving en overgroei
C. difficile gedijt goed in een zuurstofarme omgeving, zoals de dikke darm. Het overgroeit vaak de andere bacteriën die normaal in de darm aanwezig zijn, vooral na een antibioticabehandeling, waardoor het moeilijk wordt voor het lichaam om de infectie te bestrijden.
Oorzaken bacteriële infectie
Bacteriën
C. difficile-bacteriën zijn anaërobe (geen zuurstof nodig hebbende), grampositieve bacteriën die voornamelijk worden aangetroffen in de bodem, lucht, water, menselijke en dierlijke uitwerpselen, en voedingsproducten zoals vleeswaren. Bij een klein aantal mensen, vooral bij
baby's en kinderen, bevindt de bacterie zich in het spijsverteringskanaal zonder problemen te veroorzaken. Wanneer echter een overgroei van deze bacteriën optreedt, scheiden ze toxinen (gifstoffen) af die de bekleding van de darmwand beschadigen. Dit leidt tot besmettelijke diarree en een ernstige ontsteking van de dikke darm, bekend als Clostridium difficile-colitis. C. difficile produceert twee toxinen: toxine A, een enterotoxine dat diarree veroorzaakt, en toxine B, dat cytotoxisch (schadelijk voor cellen) is en ernstige darmschade kan veroorzaken.
Verspreiding
De bacteriën verlaten het lichaam via de ontlasting en verspreiden zich door contact met besmette oppervlakken, voorwerpen of voedingsproducten. De bacteriën kunnen weken tot maanden overleven op droge oppervlakken, wat de infectie zeer besmettelijk maakt in omgevingen zoals ziekenhuizen en zorginstellingen.
Het langdurig of veelvuldig gebruik van antibiotica vormt een risicofactor voor de infectie met C. difficile /
Bron: Stevepb, PixabayRisicofactoren: Ouderen en gebruik van antibiotica
Personen die langdurig
antibiotica gebruiken, of die meerdere soorten antibiotica nodig hebben, lopen een verhoogd risico op een infectie met C. difficile. Vooral antibiotica zoals fluoroquinolonen, cefalosporines, penicillines en clindamycine zijn geassocieerd met een verhoogd risico. C. difficile is ook een typische ziekenhuisbacterie, wat betekent dat verspreiding vaak plaatsvindt binnen de muren van zorginstellingen, waar patiënten al verzwakt zijn. Ouderen zijn de meest kwetsbare groep voor een C. difficile-infectie.
Andere risicofactoren zijn onder meer:
Anno augustus 2024 blijft het aantal
ziekenhuisinfecties met C. difficile significant, ondanks preventieve maatregelen.
Risicogroepen
Er zijn bepaalde groepen patiënten die bijzonder vatbaar zijn voor het ontwikkelen van een C. difficile-infectie.
Ouderen
Patiënten boven de 65 jaar lopen een verhoogd risico, vooral wanneer ze langdurig antibiotica gebruiken of in een ziekenhuis of zorginstelling zijn opgenomen. De kans op complicaties, zoals toxisch megacolon, is groter in deze leeftijdsgroep.
Patiënten met een verzwakt immuunsysteem
Patiënten met een verzwakt immuunsysteem, bijvoorbeeld door het gebruik van immunosuppressiva of chemotherapie, zijn bijzonder kwetsbaar voor C. difficile-infecties. Het immuunsysteem heeft mogelijk niet de kracht om de infectie effectief te bestrijden.
Ziekenhuispatiënten en zorginstellingen
Patiënten die in ziekenhuizen of zorginstellingen verblijven, lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van CDI door de mogelijkheid van kruisbesmetting en de gemeenschappelijke blootstelling aan antibiotica.
Symptomen: Waterige diarree en andere darmproblemen
De symptomen van C. difficile beginnen meestal twee dagen tot een maand na het gebruik van antibiotica. Niet alle dragers ontwikkelen symptomen; sommige mensen blijven asymptomatisch. De symptomen variëren van milde diarree tot ernstige hemorragische colitis, met onder meer:
Deze darmproblemen gaan vaak gepaard met algemene infectiesymptomen zoals
koorts,
misselijkheid, een snelle hartslag (
tachycardie), en een algemeen ziek gevoel. Zonder behandeling kunnen de symptomen verergeren, wat leidt tot moeilijk te behandelen complicaties.
Alarmsymptomen
De symptomen van C. difficile-infecties kunnen variëren van mild tot ernstig, en sommige kunnen duiden op complicaties zoals toxisch megacolon of perforatie van de darm.
Diarree en buikpijn
Het meest voorkomende symptoom van een C. difficile-infectie is diarree, vaak gepaard gaande met buikpijn en ongemak. De diarree kan waterig zijn en zich soms ontwikkelen tot bloederige ontlasting in meer ernstige gevallen.
Koorts en misselijkheid
Koorts is een veelvoorkomend symptoom bij CDI, samen met misselijkheid en soms braken. Deze symptomen kunnen variëren in ernst, afhankelijk van de mate van infectie en de reactie van het immuunsysteem.
Ernstige buikpijn en uitputting
In ernstige gevallen kunnen patiënten intense buikpijn ervaren, samen met tekenen van uitputting, zoals vermoeidheid en uitdroging. Ernstige gevallen kunnen leiden tot de noodzaak voor ziekenhuisopname en intensieve zorg.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van C. difficile wordt gesteld door middel van een ontlastingsmonster dat wordt getest op de aanwezigheid van toxinen. Een
bloedonderzoek kan een verhoogd aantal witte bloedcellen laten zien, een indicatie van een infectie. In sommige gevallen is een
colonoscopie (inwendig kijkonderzoek van de dikke darm) nodig om de diagnose te bevestigen. Als er vermoedens zijn van complicaties, kunnen verdere
beeldvormende onderzoeken zoals een
röntgenfoto of een
CT-scan van de buik worden uitgevoerd.
Behandeling
C. difficile wordt behandeld met antibiotica. De standaardkuur duurt meestal tien tot veertien dagen. Bij de meeste patiënten verbeteren de symptomen binnen 72 uur na het begin van de behandeling, hoewel de diarree tijdelijk kan terugkeren. Ongeveer 25% van de patiënten heeft een tweede antibioticakuur nodig. De rol van
probiotica in de behandeling en preventie van C. difficile blijft controversieel, en wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit is beperkt. Probiotica zoals S. boulardii kunnen mogelijk effectief zijn in de preventie bij risicopatiënten die antibiotica gebruiken, maar verder onderzoek is nodig om deze bevindingen te bevestigen.
Naast medicatie is voldoende vochtinname cruciaal om uitdroging te voorkomen; in ernstige gevallen kan intraveneuze toediening van vocht nodig zijn. In zeldzame gevallen, vooral bij ernstige of levensbedreigende symptomen, is chirurgie vereist om het aangetaste deel van de dikke darm te verwijderen (
colectomie). Tijdens de behandeling moet de patiënt geïsoleerd worden om verspreiding van de bacterie te voorkomen.
Prognose
De prognose van een C. difficile-infectie varieert afhankelijk van de ernst van de infectie en de algehele gezondheid van de patiënt.
Milde tot matige infectie
Bij patiënten met milde tot matige CDI, en met de juiste behandeling, is de prognose meestal goed. Veel patiënten herstellen volledig zonder blijvende schade. De meeste gevallen kunnen worden behandeld met antibiotica die gericht zijn op C. difficile, zoals metronidazol of vancomycine.
Ernstige infectie en complicaties
In ernstigere gevallen, zoals bij de ontwikkeling van toxisch megacolon of darmperforatie, kan de prognose ernstiger zijn. Dergelijke complicaties kunnen levensbedreigend zijn en vereisen mogelijk chirurgische interventie. Het herstel van patiënten met ernstige infecties kan langdurig zijn, met de noodzaak voor ziekenhuisopname en intensieve zorg.
Complicaties van C. difficile
Complicaties van een C. difficile-infectie kunnen ernstig zijn en omvatten:
Een goede handhygiëne is noodzakelijk /
Bron: Gentle07, PixabayPreventie van Clostridium difficile-infectie
Een
goede handhygiëne is essentieel voor het voorkomen van een C. difficile-infectie, vooral in zorginstellingen. Dit houdt in dat iemand regelmatig en grondig de
handen moet wassen met warm water en zeep, in plaats van alleen te vertrouwen op desinfecterende handgels. Ook het reinigen van keukens en badkamers met op chloor-bleekmiddel gebaseerde producten is sterk aanbevolen. Vuile kleding moet gewassen worden met water en
chloor om mogelijke bacteriën te doden. Bovendien moet het gebruik van antibiotica beperkt blijven tot gevallen waarin een arts dit noodzakelijk acht, om resistentie en overgroei van schadelijke bacteriën te voorkomen.
Lees verder