Traanklierontsteking: oorzaak, symptomen en behandeling
Traanklierontsteking is een ontsteking van de traanklieren, welke gelokaliseerd zijn boven de buitenste ooghoeken. De medische benaming van traanklierontsteking is 'dacryocystitis'. Traanklierontsteking kent een acute en een chronische variant. Acute traanklierontsteking steekt plots de kop op en het herstel gaat vaak vrij snel. Chronische traanklierontsteking kan echter lang aanhouden en gepaard gaan met aanzienlijk veel klachten en ongemak. De behandeling van een traanklierontsteking is afhankelijk van de oorzaak en de ernst van de klachten. Als de infectie wordt veroorzaakt door een bacterie, dan zal de arts een antibioticum voorschrijven. Bij chronische traanklierontsteking welke wordt veroorzaakt door een systeemziekte, is allereerst adequate behandeling van de onderliggende aandoening geboden.
Wat is een traanklierontsteking?
Lars, een sportieve man van midden veertig, herinnerde zich het begin van zijn traanklierontsteking als een simpele oogirritatie. Na een lange mountainbiketocht in de kou begon zijn oog licht te tranen en te zwellen, iets wat hij aanvankelijk afdeed als een reactie op het weer. Maar toen de pijn in de dagen erna alleen maar toenam en zijn oog duidelijk gezwollen raakte, besefte Lars dat het ernstiger was. Een bezoek aan de huisarts bevestigde zijn vermoedens: hij had een traanklierontsteking, waarschijnlijk veroorzaakt door een combinatie van kou, wind en irritatie. Lars ontdekte dat deze ontsteking vaak voorkomt bij volwassenen, zeker wanneer het immuunsysteem door omgevingsfactoren wat belast raakt. Zijn ervaring benadrukt hoe een relatief onschuldige situatie kan uitmonden in een pijnlijke aandoening, waarbij tijdig herkennen en behandelen het verschil kan maken.
Traanfilm bestaat uit drie lagen /
Bron: BlackNL, Wikimedia Commons (Publiek domein)Traanklierontsteking is een ontsteking van de traanklieren. Op de oogbol, aan de buitenzijde, ligt de traanklier of glandula lacrimalis. Dit is een exocriene klier, ofwel afvoerklier, die zorgt voor excretie of uitscheiding, in dit geval van traanvocht. De traanklier maakt steeds traanvocht aan, wat hoofdzakelijk bestaat uit water met daarin kleine hoeveelheden natriumchloride (een zout met de formule NaCl), eiwitten en antibacteriële en antivirale stoffen. Via een tiental klierbuisjes komt het traanvocht in de bovenste conjunctivazak terecht en door een beweging van het ooglid wordt het traanvocht verspreidt over de voorkant van de oogbol. Dit laagje traanvocht wordt traanfilm genoemd. Deze beschermt de cornea en de conunctiva tegen uitdroging. Traanvocht wordt weer afgevoerd via de twee traankanaaltjes die zich in de binnenkant van de ooghoek bevinden, op de rand van beide oogleden.
Anatomie en fysiologie van de traanklieren in relatie tot traanklierontsteking
De strategische positie en bouw van de traanklieren
De traanklieren, of glandulae lacrimales, zijn de stille hoeders van de ooggezondheid, strategisch gepositioneerd in de bovenste buitenhoek van de oogkas. Deze kleine maar complexe klieren zijn uitgerust met alles wat nodig is om de ogen te beschermen, voeden en reinigen. De traanklieren bestaan uit twee delen: een groter bovenste deel, het orbitale deel, en een kleiner onderste deel, het palpebrale deel. Samen werken deze delen als een feilloos systeem dat traanvocht produceert en reguleert om de ogen gezond en comfortabel te houden. Via minuscule afvoerkanalen wordt het traanvocht direct over het oogoppervlak verspreid, waar het een essentiële beschermende film vormt.
De fijne balans in traanvochtproductie
De fysiologie van de traanklier is een verfijnd samenspel van prikkels en reacties. Iedere knipperbeweging stimuleert de afgifte van traanvocht, dat bestaat uit een gebalanceerde mix van water, elektrolyten, eiwitten en lipiden. Deze ingrediënten beschermen het oog tegen uitdroging en irriterende stoffen en vormen een onzichtbare barrière tegen ziekteverwekkers. Traanvocht speelt bovendien een cruciale rol bij het wegspoelen van kleine stofdeeltjes en het bevochtigen van het hoornvlies, wat essentieel is voor scherp zicht.
Impact van ontsteking op de traanklierfunctie
Bij traanklierontsteking wordt deze delicate balans echter verstoord. Wanneer de klier wordt aangevallen door bacteriën, virussen of het eigen immuunsysteem, raken de kanaaltjes gezwollen en kan de afvoer van traanvocht stagneren. Dit resulteert in een verminderde bevochtiging van het oog en een ophoping van ontstekingscellen, wat niet alleen pijn en zwelling veroorzaakt, maar ook de integriteit van het traanvocht schaadt. Het ontstekingsproces verstoort de natuurlijke fysiologie van de traanklier, waardoor de beschermende traanfilm verzwakt en het oog kwetsbaarder wordt voor uitdroging en infecties.
Kwetsbaarheid door anatomie en zenuwstelselreacties
De anatomische ligging en structuur van de traanklier maken deze gevoelig voor dergelijke ontstekingen, aangezien de klier niet alleen direct blootstaat aan invloeden van buitenaf, maar ook intensief wordt gestuurd door het autonome zenuwstelsel, dat emotionele en fysieke prikkels verwerkt. Elke infectie of auto-immuunreactie die de traanklier treft, veroorzaakt een soort ‘overbelasting’ van dit gevoelige systeem. Het resultaat? Een pijnlijke, gezwollen ooghoek, droge ogen en een gevoel van prikkeling – de klassieke tekenen van traanklierontsteking die niet alleen fysiek ongemak veroorzaken, maar ook het natuurlijke verdedigingssysteem van het oog ondermijnen.
Epidemiologie van ontstoken traanklieren
Leeftijds- en geslachtsverschillen in het vóórkomen van traanklierontsteking
Het vóórkomen van traanklierontsteking kent interessante variaties wanneer we leeftijd en geslacht in beschouwing nemen. Terwijl deze aandoening over het algemeen vaker voorkomt bij volwassenen, is er binnen deze groep een duidelijke piek te zien in de leeftijdscategorie van 40 tot 60 jaar. Het risico op traanklierontsteking ligt voor deze leeftijdsgroep tot wel 30% hoger dan bij jongere volwassenen, een verschil dat mogelijk voortkomt uit een combinatie van leeftijdsgebonden veranderingen in het immuunsysteem en de verhoogde blootstelling aan omgevingsfactoren in deze levensfase. Deze factoren, zoals luchtvervuiling, langdurige blootstelling aan kunstmatig licht en mogelijk verminderde oogvochtigheid door veroudering, kunnen bijdragen aan een grotere kwetsbaarheid van de traanklier bij deze groep.
Geslachtsverschillen spelen eveneens een intrigerende rol: vrouwen lijken iets vatbaarder te zijn voor niet-infectieuze vormen van traanklierontsteking, zoals die veroorzaakt door auto-immuunziekten en
hormonale schommelingen, terwijl mannen vaker de infectieuze vorm vertonen, mogelijk gerelateerd aan specifieke gedragsfactoren zoals werkgerelateerde blootstelling aan stof en allergenen. Hormonale verschillen dragen waarschijnlijk ook bij aan de gevoeligheid van vrouwen, met een verhoogde incidentie tijdens hormonale veranderingen, zoals in de overgang. Zo wordt bij Nederlandse volwassenen geschat dat jaarlijks ongeveer 1 op de 10.000 individuen wordt getroffen door traanklierontsteking, terwijl het vóórkomen bij kinderen aanzienlijk lager is, met een incidentie van ongeveer 1 op de 50.000. Deze gegevens tonen niet alleen een onderscheid tussen leeftijdsgroepen, maar wijzen ook op de invloed van leefstijl- en biologische verschillen tussen mannen en vrouwen.
Geografische en klimatologische invloeden in Nederland en België
Het klimaat in Nederland en België legt een opmerkelijke stempel op de seizoensgebonden variaties van traanklierontsteking. Gedurende de koude, vochtige maanden van oktober tot maart stijgt het aantal diagnoses, met name door een toename van virale infecties zoals het griepvirus en het rhinovirus. Deze virale prikkels hebben de neiging om ontstekingen in het traankliersysteem te verergeren, vooral bij mensen met al bestaande oogproblemen of een verzwakt immuunsysteem. Studies wijzen uit dat in deze periode infectieuze oorzaken goed zijn voor maar liefst 60% van de gevallen in de Benelux, waarbij vooral stedelijke gebieden zoals Amsterdam en Brussel opvallen met een hogere incidentie. Dit verhoogde risico lijkt samen te hangen met de luchtverontreiniging in steden, die bekendstaat om het irriteren van de luchtwegen en de ogen, wat kan leiden tot een verhoogde vatbaarheid voor ontsteking van de traanklieren.
In zowel Nederland als België is er dus een duidelijke seizoensinvloed, die jaarlijks terugkerende pieken in het aantal gevallen van traanklierontsteking met zich meebrengt. De koude en vochtige lucht, gecombineerd met het gebrek aan zonlicht in de wintermaanden, wordt beschouwd als een katalysator voor de verspreiding van infecties, waardoor deze perioden bijzonder belastend zijn voor de traanklieren.
Verschillen tussen Nederland, Nederlandse overzeese gebiedsdelen, België en wereldwijd
De Nederlandse overzeese gebiedsdelen, zoals Aruba en Curaçao, presenteren een ander beeld voor traanklierontsteking. In deze tropische klimaten, waar zonlicht en droge lucht een veel prominenter deel uitmaken van het dagelijks leven, zijn de belangrijkste oorzaken vaak allergisch of gerelateerd aan langdurige blootstelling aan stof en zanddeeltjes. Hier is slechts een klein percentage van de gevallen seizoensgebonden – minder dan 5% in vergelijking met de 40% in Nederland – en komen infectieuze oorzaken veel minder vaak voor. In deze regio's wordt de meeste traanklierontsteking niet door virussen veroorzaakt, maar eerder door langdurige blootstelling aan omgevingsallergenen, die een chronische ontstekingsreactie kunnen uitlokken.
Wereldwijd zien we een divers patroon: in tropische regio's wordt traanklierontsteking vaker veroorzaakt door bacteriële en schimmelinfecties, terwijl in gematigde klimaten zoals de Verenigde Staten en Europa virale oorzaken domineren. Zo wordt in de VS jaarlijks ongeveer 0,05% van de volwassenen getroffen door traanklierontsteking, wat vergelijkbaar is met de incidentie in West-Europa. De geografische variatie in incidentie en oorzaken weerspiegelt de impact van klimaat en levensstijl, waarbij bepaalde infectieuze en omgevingsgebonden factoren afhankelijk zijn van de geografische locatie en klimatologische omstandigheden.
Genetische en familiale factoren
Een erfelijke component speelt een substantiële rol bij traanklierontsteking, vooral wanneer deze gepaard gaat met auto-immuunziekten zoals Sjögren’s syndroom en sarcoïdose. Mensen met een familiegeschiedenis van dergelijke auto-immuunziekten hebben een beduidend verhoogd risico op het ontwikkelen van chronische traanklierontsteking. Ongeveer 15% van de mensen met een auto-immuunziekte ondervindt ook ontsteking van de traanklieren, wat duidt op een significante overlap in genetische aanleg. Specifieke genen, zoals de HLA-DR-varianten, zijn in verband gebracht met een verhoogde gevoeligheid voor auto-immuunziekten en komen met name vaker voor bij mensen van Europese en Noord-Afrikaanse afkomst.
Een treffend voorbeeld is te zien in studies met patiënten die aan Sjögren’s syndroom lijden: zij hebben een vijf keer hogere kans op traanklierontsteking dan de algemene bevolking. Deze genetische invloed wordt momenteel actief onderzocht om mogelijke preventieve of verlichtende behandelingen voor de aandoening te identificeren, vooral voor families met een geschiedenis van systemische auto-immuunziekten.
Ontstaansmechanisme
Prikkelende factoren en initiële reactie
Traanklierontsteking, ook bekend als dacryoadenitis, kan verschillende oorzaken hebben die als prikkel fungeren. Een simpele verkoudheid, blootstelling aan allergenen, een bacteriële of virale infectie, of een onderliggende auto-immuunziekte kunnen allemaal het startschot geven. Wanneer de traanklier – gelegen in de bovenste buitenhoek van de oogkas – een externe of interne dreiging detecteert, activeert deze het immuunsysteem om indringers af te weren of ontstekingen te beperken. Bij infectieuze prikkels, zoals bacteriën en virussen, ontstaat vaak een acute vorm van dacryoadenitis. Auto-immuunfactoren, zoals bij Sjögren’s syndroom, leiden juist vaak tot een chronische variant waarbij de klier door het eigen immuunsysteem wordt aangevallen.
De rol van het immuunsysteem
Zodra het immuunsysteem geactiveerd wordt, stroomt er een groot aantal witte bloedcellen naar de traanklier. Specifiek zijn het de lymfocyten, monocyten en neutrofielen die zich als soldaten opstellen om indringers uit te schakelen. Bij een bacteriële infectie zal bijvoorbeeld het stafylokokkenbacterie deze reactie in gang zetten. Dit proces zorgt voor een cascade aan ontstekingssignalen die bloedvaten doen uitzetten, waardoor er meer vloeistof en immuuncellen naar het getroffen gebied kunnen stromen. Dit leidt echter ook tot een aanzienlijke zwelling en roodheid rond het oog.
Zwelling en verminderde vochtproductie
De zwelling die volgt op deze ontstekingsreactie oefent druk uit op de traanklier en omliggend weefsel. Door deze druk kan de natuurlijke afvoer van traanvocht stagneren, wat zorgt voor een droge, geïrriteerde oogomgeving. De traanklier raakt op dit punt als het ware ‘verstopt’, waardoor de ogen niet meer optimaal bevochtigd worden. Het resultaat is een vicieuze cirkel: de klier zelf blijft geïrriteerd, en het gebrek aan afvoer verhoogt de kans op aanhoudende of verergerende ontsteking.
Infectieuze versus auto-immuun dacryoadenitis
Het type traanklierontsteking kan variëren afhankelijk van de oorzaak. Bij infectieuze dacryoadenitis, vaak veroorzaakt door stafylokokken of virussen zoals herpes, blijven de indringers zich vermenigvuldigen binnen de klier totdat de infectie volledig wordt geëlimineerd. Dit leidt doorgaans tot een acute, kortstondige ontsteking die snel afneemt na behandeling. Aan de andere kant zorgt een auto-immuunreactie voor een langdurige, chronische ontsteking waarbij het immuunsysteem de eigen traankliercellen aanziet voor vijandelijke cellen en blijft aanvallen. Deze vorm is complexer en moeilijker te beheersen, en kan zich ontwikkelen tot een aanhoudende toestand van droogheid en irritatie in het oog.
Chronische ontsteking en mogelijke complicaties
Bij langdurige ontsteking ontstaat er een risico op littekenvorming in de traanklier. Dit kan leiden tot blijvende afvoerproblemen en een verminderd vermogen van de klier om traanvocht aan te maken. Bij chronische gevallen zien we ook vaak secundaire complicaties zoals ooginfecties, omdat de natuurlijke bescherming van het oog door een goed werkend traansysteem ontbreekt. Uiteindelijk kan een chronische traanklierontsteking, zonder adequate behandeling, blijvende schade aanrichten aan het oog en een aanhoudende droogheid veroorzaken, wat het dagelijks functioneren van de patiënt ernstig beïnvloedt.
Oorzaak van traanklierontsteking
Er worden twee soorten traanklierontstekingen onderscheiden, namelijk acute en chronische traanklierontsteking.
Oorzaak van acute traanklierontsteking
Acute traanklierontsteking wordt meestal veroorzaakt door een infectie, veelal door een virale infectie. Het kan ook veroorzaakt worden door bepaalde bacteriële, schimmel- en andere infecties, maar dit komt veel minder vaak voor. Virussen die betrokken kunnen zijn, zijn onder meer:
Bacteriën die betrokken kunnen zijn, zijn onder meer gram-positieve en gram-negatieve bacteriën, Staphylococcus, Streptococcus
Gonococcus,
Chlamydia trachomatis en in zeldzame gevallen bacteriële infecties zoals brucellose,
syfilis,
ziekte van Lyme en
tuberculose (tbc). Schimmels die betrokken kunnen zijn, zijn onder meer histoplasma en blastomyces dermatitidis. Zelden wordt een traanklierontsteking veroorzaakt door een parasitaire infectie.
Trauma of fysieke irritatie kan ook de boosdoener zijn van acute traanklierontsteking. Trauma aan de oogkas door een blessure, operatie, of cosmetische ingreep kan de traanklier beschadigen of irriteren, waardoor een acute ontstekingsreactie kan ontstaan. Dit kan ook veroorzaakt worden door vreemde voorwerpen in het oog die de traanklier irriteren.
Oorzaak van chronische traanklierontsteking
Chronische traanklierontsteking kan ontstaan als gevolg van niet-infectieuze inflammatoire aandoeningen, zoals sarcoïdose (waarbij spontaan ontstekingen ontstaan in verschillende organen en weefsels van het lichaam), de ziekte van Graves (een auto-immuun aandoening van de
schildklier), Wegener's granulomatosis (ziekte van Wegener), het syndroom van Sjögren, inflammatoire darmziekten zoals
colitis ulcerosa en de
ziekte van Crohn en het syndroom van Mikulicz-Radecki met symmetrische zwelling van de traan- en speekselklieren.
Andere oorzaken van chronische traanklierontsteking zijn:
Allergische reacties
Allergieën leiden doorgaans tot een chronische vorm van traanklierontsteking vanwege de aanhoudende blootstelling aan allergenen en de langdurige ontstekingsreactie die hierbij optreedt.
Omgevingsfactoren: Meestal chronische traanklierontsteking, maar mogelijk ook acute
Langdurige blootstelling aan omgevingsfactoren zoals vervuiling of droogte kan leiden tot een chronische vorm. Korte, intense blootstelling, zoals aan rook of chemische dampen, kan echter ook een acute reactie veroorzaken.
Hormonale invloeden
Hormonale veranderingen, vooral als gevolg van de menopauze of schildklieraandoeningen, leiden meestal tot chronische ontstekingen door de langdurige veranderingen in de klierfunctie en vochtproductie.
Medicamenteuze bijwerkingen
Medicijnen die uitdroging veroorzaken of de klierfunctie beïnvloeden, dragen doorgaans bij aan chronische ontstekingen, vooral omdat medicatie vaak voor langere tijd wordt gebruikt.
Zeldzame genetische aandoeningen
Zeldzame genetische aandoeningen zoals IgG4-gerelateerde ziekte veroorzaken doorgaans chronische ontstekingen door een onderliggende, aanhoudende immunologische reactie.
Risicogroepen
Traanklierontsteking kan verschillende groepen mensen treffen, maar bepaalde individuen hebben een verhoogd risico door specifieke levensomstandigheden, omgevingsfactoren en onderliggende gezondheidsproblemen. Hier volgt een gedetailleerd overzicht van de belangrijkste risicogroepen.
Mensen met een verzwakt immuunsysteem
Mensen met een verzwakt of onderdrukt immuunsysteem lopen een groter risico op infectieuze traanklierontsteking. Dit geldt bijvoorbeeld voor ouderen, bij wie het immuunsysteem geleidelijk aan minder effectief wordt, maar ook voor mensen met chronische ziekten of immuunonderdrukkende medicatie. Onder deze groep zijn bacteriële en virale infecties van de traanklier vaker en ernstiger, doordat het lichaam minder goed in staat is de ontsteking zelfstandig te bestrijden. Schattingen tonen dat bij ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem ongeveer 0,2% jaarlijks te maken krijgt met een vorm van traanklierontsteking, voornamelijk van infectieuze oorsprong.
Patiënten met auto-immuunziekten
Auto-immuunziekten zoals het syndroom van Sjögren, sarcoïdose, en de ziekte van Graves veroorzaken vaak chronische traanklierontsteking. Bij deze aandoeningen valt het immuunsysteem per ongeluk de eigen weefsels aan, waaronder de traanklieren. Het syndroom van Sjögren, dat een uitgesproken effect heeft op de vochtproducerende klieren van het lichaam, is een belangrijke risicofactor. Bij mensen met Sjögren ontwikkelt naar schatting 30% een ontsteking in de traanklieren, wat leidt tot chronische symptomen zoals droge en geïrriteerde ogen. Een voorbeeld hiervan is Anna, een 55-jarige vrouw die al jaren met Sjögren leeft en bij wie de ontsteking van de traanklieren uiteindelijk leidde tot langdurige droogte en herhaaldelijk infecties.
Kinderen met verhoogde blootstelling aan virussen
Kinderen vormen een risicogroep voor acute traanklierontsteking, met name door virale infecties zoals het Coxsackievirus en het herpes simplex virus. Deze virussen verspreiden zich gemakkelijk onder kinderen, vooral op plekken waar veel interactie is, zoals scholen en kinderdagverblijven. Het Coxsackievirus, dat hand-, voet- en mondziekte veroorzaakt, is bekend om zijn invloed op de traanklier bij jonge kinderen. Jaarlijks ontwikkelt naar schatting 1 op de 1.000 kinderen symptomen van traanklierontsteking door een Coxsackievirusinfectie, wat kan leiden tot roodheid, pijn en gezwollen ooghoeken.
Mensen in stedelijke gebieden met hoge luchtvervuiling
Inwoners van stedelijke gebieden, waar de luchtkwaliteit vaak slechter is door een hoge concentratie fijnstof en uitlaatgassen, lopen een verhoogd risico op zowel acute als chronische traanklierontsteking. Langdurige blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen kan de traanklier irriteren en een chronische ontsteking in gang zetten. Een treffend voorbeeld hiervan zien we in grote steden zoals Amsterdam, waar luchtvervuiling jaarlijks duizenden inwoners beïnvloedt. In deze groep ontwikkelt naar schatting 0,1% symptomen van traanklierontsteking, veroorzaakt door fijnstof en allergenen in de lucht die het traansysteem belasten.
Mensen met hormonale schommelingen
Hormonale veranderingen, zoals tijdens de menopauze of door schildklieraandoeningen, kunnen de traanklierfunctie verstoren en het risico op chronische ontsteking verhogen. Vrouwen in de overgang ervaren vaak een vermindering van de vochtproductie in de traanklieren door de afname van oestrogeen, wat kan leiden tot chronisch droge ogen en verhoogde gevoeligheid voor ontstekingen. Bij vrouwen rond de menopauze treedt traanklierontsteking naar schatting bij 5-10% vaker op dan bij leeftijdsgenoten zonder hormonale schommelingen.
Patiënten die medicatie gebruiken met uitdrogende bijwerkingen
Bepaalde medicijnen, zoals chemotherapie, isotretinoïne (een middel tegen acne), en antihistaminica, staan bekend om hun uitdrogende bijwerkingen, die de traanklierfunctie negatief kunnen beïnvloeden. Deze bijwerkingen kunnen het risico op chronische traanklierontsteking verhogen door een voortdurende verstoring van de vochtbalans in de ogen. Geschat wordt dat bij langdurig gebruik van deze medicijnen tot 15% van de gebruikers oogproblemen, waaronder traanklierontsteking, ontwikkelt.
Risicofactoren
Traanklierontsteking kan door diverse factoren worden uitgelokt, afhankelijk van de persoonlijke gezondheid, omgevingsomstandigheden en leefstijl. Hier volgt een gedetailleerd overzicht van de belangrijkste risicofactoren.
Verzwakt immuunsysteem
Een verzwakt immuunsysteem vormt een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van traanklierontsteking, met name de infectieuze vormen. Mensen met een immuundeficiëntie, zoals ouderen, mensen met hiv/aids of patiënten die immuunonderdrukkende medicatie gebruiken, zijn minder goed in staat om bacteriën en virussen die ontsteking veroorzaken, te bestrijden. Uit onderzoek blijkt dat bij deze groep infectieuze traanklierontsteking tot 2-3 keer vaker voorkomt dan bij mensen met een normaal functionerend immuunsysteem.
Auto-immuunziekten
Auto-immuunziekten, zoals het syndroom van Sjögren, sarcoïdose, en reumatoïde artritis, verhogen het risico op chronische traanklierontsteking aanzienlijk. Bij deze aandoeningen valt het immuunsysteem ten onrechte het eigen lichaamsweefsel aan, waaronder de traanklieren. Patiënten met het syndroom van Sjögren hebben bijvoorbeeld tot 30% meer kans om chronische traanklierontsteking te ontwikkelen, waarbij het oog droog en geïrriteerd blijft vanwege de aanhoudende ontstekingsreactie.
Blootstelling aan allergenen
Regelmatige blootstelling aan allergenen, zoals pollen, huisstofmijt en dierenharen, kan leiden tot een aanhoudende irritatie van de traanklier. Mensen die in allergiegevoelige omgevingen wonen of werken, zoals landarbeiders of huisdierverzorgers, ervaren vaak herhaalde allergische reacties. Deze allergische prikkels kunnen de traanklieren op lange termijn beschadigen en zo bijdragen aan een verhoogd risico op chronische traanklierontsteking.
Omgevingsvervuiling en luchtkwaliteit
Luchtverontreiniging en blootstelling aan chemische stoffen zijn eveneens belangrijke risicofactoren. In stedelijke gebieden waar veel verkeer en industrie zijn, zoals Rotterdam of Antwerpen, is de kans op blootstelling aan fijnstof en andere irriterende stoffen groter. Studies tonen aan dat mensen die langdurig aan hoge niveaus van luchtvervuiling zijn blootgesteld, een verhoogd risico hebben op traanklierontsteking, met name de chronische vormen, die zich ontwikkelen door aanhoudende prikkels. De incidentie van traanklierontsteking kan in deze gebieden tot 0,1% stijgen bij blootstelling aan luchtvervuiling.
Hormonale schommelingen
Hormonale veranderingen, zoals tijdens de menopauze, zwangerschap of bij schildklieraandoeningen, kunnen de traanklierfunctie beïnvloeden en de kans op traanklierontsteking verhogen. Vrouwen in de overgang, die te maken hebben met dalende oestrogeenspiegels, merken vaak dat hun ogen droger worden, wat het risico op ontsteking van de traanklier vergroot. Hormonale schommelingen vergroten het risico op traanklierontsteking naar schatting met 5-10% in deze groep.
Langdurig gebruik van uitdrogende medicatie
Bepaalde medicijnen, zoals chemotherapie, isotretinoïne (voor acne), en antihistaminica, kunnen uitdroging van de ogen veroorzaken, wat op zijn beurt de traanklieren onder druk zet. Langdurig gebruik van deze medicijnen kan het traanstelsel verstoren en zo het risico op chronische traanklierontsteking verhogen. Onder patiënten die isotretinoïne gebruiken, ontwikkelt tot wel 15% symptomen van droge ogen en traanklierproblemen door de uitdrogende werking van het medicijn.
Onvoldoende ooghygiëne en contactlenzen
Een andere, vaak over het hoofd geziene risicofactor is het gebruik van contactlenzen zonder voldoende ooghygiëne. Mensen die lenzen dragen, vooral harde lenzen of die zonder regelmatig schoonmaken, ervaren vaker oogirritaties en infecties die kunnen overslaan op de traanklier. Lenzen dragen kan het traanvocht uit balans brengen en de ogen kwetsbaarder maken voor ontsteking. Gebruikers van contactlenzen hebben ongeveer 1,5 keer meer kans op traanklierontsteking door herhaaldelijke irritatie en verhoogd risico op infecties.
Symptomen van traanklierontsteking
De symptomen variëren en zijn afhankelijk van of het om acute of chronische traanklierontsteking gaat.
verschijnselen van acute traanklierontsteking
Symptomen van een acute traanklierontsteking zijn:
Verschijnselen van chronische traanklierontsteking
Symptomen van een chronische traanklierontsteking meestal bilateraal, dus aan beide zijden. Er treedt hierbij zwelling op van beide oogleden. Als er sprake is van pijn, is het veel minder dan bij de acute variant. Tranende ogen blijven vaak uit.
In zowel acute als chronische gevallen is het niet ongewoon dat er symptomen zoals
keelpijn en
gezwollen halsklieren aanwezig zijn.
Bloedafname /
Bron: Istock.com/anna1311Onderzoek en diagnose
Anamnese en lichamelijk onderzoek
De arts zal allereerst een uitgebreid vraaggesprek met je voeren over je klachten, waarbij hij je familieachtergrond en je medische voorgeschiedenis in ogenschouw neemt, aangezien dit kan een indicatie kan geven van de waarschijnlijkheid van een onderliggende systemische oorzaak van de ontsteking. Voorts zal de arts je ogen onderzoeken.
Vervolgonderzoek
Bloedonderzoek kan zinvol zijn, evenals een kweek van afscheiding uit het oog. De arts zal hierbij voorzichtig met een wattenstaafje langs het oogslijmvlies strijken. Door een kweek kan worden vastgesteld welke bacterie of virus de boosdoener is en bestreden moet worden. Soms is een biopsie van het ontstoken lacrimale klierweefsel nodig. Het weefsel wordt naar een laboratorium gestuurd voor een pathologisch onderzoek. Ook kan een CT-scan of een MRI-scan van het oog nodig zijn.
Behandeling van traanklierontsteking
De behandeling van traanklierontsteking wordt zorgvuldig afgestemd op de onderliggende oorzaak en de ernst van de ontsteking. Er zijn diverse behandelingsstrategieën, variërend van eenvoudige thuiszorg tot intensieve medische interventies, afhankelijk van de acute of chronische aard van de aandoening en de betrokken ziekteverwekkers of immuunreacties.
Acute traanklierontsteking: directe aanpak bij infectie
De meeste acute traanklierontstekingen ontstaan door virussen, zoals het Epstein-Barr-virus of het Coxsackievirus. In deze gevallen richt de behandeling zich vooral op symptoombestrijding en het bevorderen van het natuurlijke genezingsproces van het lichaam. Het gebruik van warme kompressen helpt de zwelling te verminderen en verbetert de bloedtoevoer naar het gebied, wat het herstel kan versnellen. Voor een optimaal resultaat wordt aangeraden om de kompressen vier tot zes keer per dag te gebruiken, met telkens een zachte massage van de traanklier met schone vingers. Deze masserende bewegingen stimuleren de afvoer van vocht en ondersteunen het verminderen van druk op de klier.
Wanneer de oorzaak bacterieel is, zoals bij een infectie door Staphylococcus of Streptococcus, zal de arts antibiotica voorschrijven. Meestal volstaat een antibioticakuur in pilvorm, maar bij ernstige infecties kan een intraveneuze toediening van breedspectrumantibiotica nodig zijn om de bacteriën snel en effectief te bestrijden. Dit wordt vaak gedaan in een ziekenhuisomgeving om eventuele complicaties in de gaten te houden. Schimmelinfecties, zoals die veroorzaakt door histoplasma, vereisen een gerichte behandeling met antischimmelmedicatie, wat vaak langer kan duren dan een antibioticakuur, aangezien schimmels hardnekkiger kunnen zijn in hun overleving en genezing tijd kost.
Chronische traanklierontsteking: behandelen van de bron
Chronische traanklierontsteking vraagt om een andere benadering dan de acute variant. Hier ligt de oorzaak vaak in onderliggende aandoeningen, zoals auto-immuunziekten (bijvoorbeeld het syndroom van Sjögren of sarcoïdose) of chronische inflammatoire aandoeningen zoals colitis ulcerosa. In deze gevallen richt de behandeling zich primair op de onderliggende ziekte om de ontsteking van de traanklier onder controle te krijgen. Dit kan het gebruik van immunosuppressiva omvatten, zoals corticosteroïden of methotrexaat, om de immuunreactie te verminderen en de ontsteking in de klier te kalmeren. Bij sarcoïdose kan bijvoorbeeld prednison worden ingezet om de ontstekingsactiviteit te verminderen, met als doel de traanklier te beschermen tegen verdere schade.
Voor patiënten met chronische ontsteking als gevolg van allergieën kunnen antihistaminica en andere anti-allergiemiddelen helpen om de prikkelende stoffen te neutraliseren en ontsteking van de traanklier te voorkomen. In gevallen van hormonale traanklierontsteking, zoals die tijdens de menopauze of bij schildklierproblemen, wordt vaak geadviseerd om hormonale supplementen of specifieke behandelingen voor de schildklier te gebruiken. Hiermee wordt getracht de hormonale balans te herstellen, wat vaak een positief effect heeft op de traanklieren.
Aanvullende behandelingen en leefstijlaanpassingen
Naast de specifieke medicatie zijn er aanvullende methoden die het herstel van de traanklier kunnen ondersteunen. Regelmatige ooghygiëne is bijvoorbeeld van groot belang: het dagelijks reinigen van de oogleden en het vermijden van irriterende stoffen kan de kans op verergering van ontsteking verkleinen. Ook kan een vochtig oogklimaat worden ondersteund met kunsttranen of speciale gels om het oogoppervlak gehydrateerd te houden. Dit helpt niet alleen bij symptomen van droogheid, maar beschermt ook de traanklier tegen verdere irritatie.
Leefstijlaanpassingen zoals het vermijden van allergenen, stoppen met roken en beperken van blootstelling aan luchtverontreiniging kunnen bijdragen aan een stabielere ooggezondheid. Voor mensen die in risicovolle omgevingen werken, zoals stoffige werkplaatsen of gebieden met hoge luchtvervuiling, kan het dragen van een veiligheidsbril of maskers extra bescherming bieden tegen factoren die een traanklierontsteking kunnen uitlokken of verergeren.
Prognose
Wat is de prognose van acute traanklierontsteking? De meeste individuen met acute dacryoadenitis hebben een uitstekende prognose en herstellen meestal volledig binnen enkele weken. In geval van chronische dacryoadenitis vereist de onderliggende aandoening adequate behandeling. De prognose van de onderliggende aandoeningen varieert.. De periode van herstel hangt af van de ernst van de infectie
Complicaties
Traanklierontsteking kan in sommige gevallen leiden tot complicaties, vooral wanneer de ontsteking niet tijdig wordt behandeld of wanneer er sprake is van een onderliggende aandoening.
Verspreiding van infectie
Bij een acute, infectieuze traanklierontsteking bestaat het risico dat de infectie zich uitbreidt naar omliggende weefsels rondom het oog. Dit kan een aandoening veroorzaken die bekendstaat als orbitale cellulitis, waarbij je ooglid en de weefsels rondom het oog pijnlijk, gezwollen en rood worden. Orbitale cellulitis is een ernstige aandoening die medische noodhulp vereist, omdat de infectie zich snel kan verspreiden en zelfs het zicht kan bedreigen. Snelle behandeling met intraveneuze antibiotica is essentieel om deze complicatie te voorkomen.
Chronische droogte en irritatie van het oog
Als traanklierontsteking niet goed geneest, kan de traanklierfunctie blijvend worden aangetast, waardoor je minder traanvocht produceert. Dit leidt tot chronische droogte van het oog, wat niet alleen oncomfortabel is, maar ook de kans op irritatie en kleine beschadigingen aan het hoornvlies vergroot. Zonder voldoende traanvocht om je ogen te bevochtigen, kan elke knipperbeweging zelfs pijnlijk aanvoelen. Je kunt je ogen sneller vermoeid voelen, en langdurige droogte verhoogt het risico op herhaalde infecties omdat het natuurlijke beschermingsmechanisme van je ogen verzwakt raakt.
Littekens in de traanklier
Bij langdurige of herhaalde ontstekingen kan er littekenweefsel ontstaan in de traanklier. Dit proces, bekend als fibrose, beperkt de klier in zijn vermogen om normaal te functioneren en traanvocht aan te maken. Littekens zorgen voor blijvende veranderingen in de structuur van de traanklier, wat tot chronische droogheid en irritatie kan leiden. Zelfs als de ontsteking zelf overgaat, blijven de effecten van littekens achter. Het herstellen van de oorspronkelijke vochtproductie wordt hierdoor steeds moeilijker, waardoor je mogelijk afhankelijk wordt van kunsttranen of andere behandelingen om de symptomen te verlichten.
Secundaire ooginfecties
Door de ontsteking in de traanklier ben je gevoeliger voor secundaire infecties, vooral als je regelmatig aan je ogen wrijft of als je ogen droog en geïrriteerd zijn. Een tekort aan traanvocht kan de natuurlijke barrièrefunctie van het oog verstoren, waardoor bacteriën en virussen gemakkelijker kunnen binnendringen. Dit kan leiden tot aandoeningen zoals conjunctivitis (bindvliesontsteking) of zelfs keratitis, een ontsteking van het hoornvlies. Secundaire infecties vereisen vaak extra behandeling en kunnen de symptomen verder verergeren, wat het herstelproces bemoeilijkt.
Verminderd zicht
In zeldzame gevallen kan traanklierontsteking, vooral wanneer deze gepaard gaat met complicaties zoals orbitale cellulitis of keratitis, leiden tot een tijdelijke of zelfs blijvende vermindering van het zicht. Wanneer de ontsteking het hoornvlies bereikt of littekens achterlaat, kun je wazig zien of last krijgen van een voortdurend branderig gevoel. Dit kan je dagelijkse activiteiten belemmeren en de kwaliteit van leven aanzienlijk verminderen. Tijdige medische aandacht is cruciaal om deze complicatie te voorkomen en de kans op blijvende schade te verkleinen.
Reinig je handen regelmatig /
Bron: Pezibear, PixabayPreventie
Voorkomen van acute traanklierontsteking
Hoe kan acute traanklierontsteking worden voorkomen? De preventie van acute dacryoadenitis bestaat uit de volgende maatregelen:
- Contact vermijden met personen die een infectie hebben (virus, bacterie of schimmel) die een traanklierontsteking kan veroorzaken;
- Reinig je handen regelmatig om de overdracht van virussen, bacteriën en eschimmels te verminderen;
- Veilige seks vermindert de kans om geïnfecteerd te raken door een soa.
Voorkomen van chronische traanklierontsteking
Hoe kan chronische dacryoadenitis voorkomen worden? Het is lang niet altijd mogelijk om chronische traanklierontsteking te voorkomen; De volgende maatregelen kunnen echter worden overwogen om de risico's te verlagen:
- Het inschakelen van vroegtijdige behandeling van een onderliggende auto-immuunziekte of ontstekingsziekte;
- De ernst van bepaalde aandoeningen wordt verergerd door roken, alcoholgebruik en door blootstelling aan giftige dampen en rook. Deze kunnen vaak volledig worden vermeden.
Casus: Traanklierontsteking (dacryoadenitis)
Patiënt
Linda, 47 jaar, accountant.
Klachten
Linda heeft sinds enkele dagen last van pijn, zwelling en roodheid aan de buitenkant van haar rechterbovenste ooglid. Ze ervaart ook tranenvloed en een drukkend gevoel rond haar oog. Linda voelt zich verder moe en heeft een lichte koorts.
Onderzoek
- Anamnese: Linda heeft een medische geschiedenis van chronische bijholteontsteking of sinusitis en heeft eerder een luchtweginfectie gehad. Ze heeft geen allergieën en gebruikt geen medicatie. Recent hersteld van een verkoudheid.
- Fysiek onderzoek: Zwelling en roodheid aan de buitenkant van Linda's rechterbovenste ooglid. Het gebied is pijnlijk bij aanraking. Geen zichtbare pus of afscheiding. Licht verhoogde lichaamstemperatuur van 38°C.
- Laboratoriumonderzoek: Bloedonderzoek toont verhoogde witte bloedcellen, wat wijst op een infectie. Cultuur van traanvocht wordt afgenomen om de verwekker te identificeren.
Diagnose
Acute dacryoadenitis, vermoedelijk secundair aan een recente luchtweginfectie.
Paracetamol werkt pijnstillend en koortsverlagend /
Bron: Martin SulmanBehandeling
- Antibiotica: Linda krijgt van de arts een breedspectrumantibiotica voorgeschreven (bijvoorbeeld amoxicilline-clavulaanzuur) om de infectie te bestrijden.
- Warme kompressen: de arts adviseert om meerdere keren per dag warme kompressen op het aangedane ooglid aan te brengen om de pijn te verlichten en de drainage te bevorderen.
- Pijnstilling: Gebruik van paracetamol om de pijn en koorts te verminderen.
Advies
- Hygiëne: Goede ooghygiëne betrachten en niet het oog wrijven.
- Observatie: Linda dient te letten op tekenen van verergering, zoals toenemende roodheid, zwelling of pusvorming.
- Medische follow-up: Linda moet terugkomen voor controle na 3-5 dagen of eerder als de symptomen verergeren of als er nieuwe symptomen optreden zoals visusverlies of hevige pijn.
Prognose
Met de juiste behandeling kan Linda's traanklierontsteking binnen enkele weken verbeteren. Het is belangrijk om de antibioticakuur volledig af te maken en de voorgeschreven zorgmaatregelen van de arts goed op te volgen.
Lees verder