Colonoscopie: Tips om het onderzoek te vergemakkelijken
Een colonoscopie (ook wel coloscopie genoemd) is een inwendig kijkonderzoek van de gehele dikke darm. Dit onderzoek wordt uitgevoerd met een endoscoop, een dunne, buigzame slang met een kijker en een lampje aan het uiteinde. Hiermee kan de Maag-Darm-Leverarts of internist de binnenkant van de dikke darm inspecteren. Het onderzoek maakt het mogelijk om bloedingen, ontstekingen, vernauwingen, poliepen of gezwellen te ontdekken. Veel mensen zijn bang voor een colonoscopie, maar dit is niet nodig. Het onderzoek, dat op de endoscopie-afdeling plaatsvindt, is pijnloos en de patiënt ervaart het nauwelijks omdat hij een roesje krijgt. Enkele tips kunnen het ziekenhuisverblijf voor, tijdens en na het onderzoek vergemakkelijken.
Voor de colonoscopie
De patiënt dient enkele zaken na te vragen bij de arts en belangrijke informatie door te geven. Soms is het noodzakelijk om
bloedverdunners of andere medicatie tijdelijk te stoppen. Het is ook belangrijk dat de arts op de hoogte is van eventuele
allergieën voor medicatie, eerdere ervaringen met minder goed aan te brengen infuusnaalden en of de patiënt MRSA-positief is (geweest) of daarmee in contact is gekomen.
MRSA is een ziekenhuisbacterie die ongevoelig is voor veel soorten
antibiotica. De patiënt moet bovendien melden als hij een pacemaker en/of AICD (inwendige defibrillator) heeft, bij voorkeur minstens één week van tevoren, zodat het ziekenhuis de nodige voorzorgsmaatregelen kan treffen. Tot slot bespreekt de patiënt samen met de arts de
verdovingswijze. Sommige patiënten geven de voorkeur aan een volledige verdoving; dit dient expliciet aangegeven te worden bij het maken van de afspraak. Bij kinderen gebeurt een colonoscopie standaard onder algehele verdoving.
Praktisch
Als de patiënt ijzertabletten of andere medicijnen met
ijzer gebruikt, moet hij deze zeven dagen voor het onderzoek stoppen, omdat ijzer het moeilijk maakt om de darmen goed schoon te krijgen. De echte voorbereiding begint meestal twee of drie dagen voor het onderzoek. Dan mag de patiënt de volgende voedingsmiddelen niet meer eten:
- bruin brood of brood met hele zaden/pitten/noten
- fruit en groenten met pitjes (zoals aardbeien, bramen, druiven, frambozen, kiwi, tomaat, …)
- vezels
- zaden
Deze voedingsmiddelen kunnen de colonoscoop verstoppen. Voor een vlot en veilig verloop van het onderzoek moet de dikke darm volledig leeg zijn. Elk ziekenhuis heeft zijn eigen procedure voor het innemen van laxeermiddelen, maar meestal begint dit 1 dag voor het onderzoek. Vanaf middernacht mag de patiënt niet meer
roken, eten of drinken; alleen
water is nog toegestaan. Let op: de
anticonceptiepil kan minder betrouwbaar zijn wanneer de verpleegkundige
laxeermiddelen toedient.
In het ziekenhuis
Voor het onderzoek is het aan te raden om een hele dag vrij te nemen van werk en makkelijke kleding te dragen.
Meenemen
De patiënt dient, indien nodig, de verwijs- of aanvraagbrief voor het onderzoek, het ponsplaatje en de afsprakenkaart (controleer of alle gegevens nog juist zijn) mee te nemen. Verder zijn een lijst van gebruikte medicijnen, een schone onderbroek, een telefoonnummer van de contactpersoon (voor het vervoer) en wasgerief noodzakelijk.
Praktisch
Op de dag van het onderzoek krijgt de patiënt een opname op de dagkliniek, waar hij een spoelvloeistof drinkt totdat de darminhoud volledig helder is. Verder verwijdert hij juwelen, make-up,
tandprothesen, enz. of doet hij deze uit vlak voor het onderzoek. De totale onderzoeksduur bedraagt ongeveer dertig minuten.
Verloop van het onderzoek
De patiënt trekt zijn broek/rok en ondergoed uit en gaat op een bed liggen. Meestal doet de patiënt een ziekenhuishemdje aan, omdat dit voor de arts gemakkelijker werkt dan een pyjama of slaapkleed. Vervolgens brengt de verpleegkundige de patiënt naar de onderzoekskamer. Soms ziet hij daar al de arts die het onderzoek zal uitvoeren. Tijdens het onderzoek ligt de patiënt met opgetrokken knieën op de linkerzijde op de onderzoektafel. Vervolgens plaatst de arts een infuusnaald om een rustgevend middel toe te dienen, waardoor de patiënt onmiddellijk ontspannen en slaperig wordt. Indien nodig kan de arts via deze naald ook een
pijnstiller of een middel dat de darmbeweging vermindert toedienen. De anesthesist is aanwezig om de patiënt te monitoren, omdat hij een roesje krijgt. De bloeddruk, hartslag en ademhaling van de patiënt worden continu in de gaten gehouden met een bloeddrukmeter en een vingerclip, en de patiënt krijgt een zuurstofslangetje in de neus. De arts brengt de
endoscoop via de anus in de dikke darm en bekijkt hiermee het laatste deel van de dunne darm en de gehele dikke darm. Tijdens het onderzoek dimt de arts het licht in de onderzoekskamer en maakt het slijmvlies van de darm zichtbaarder door af en toe lucht in te blazen of vocht op te zuigen via de endoscoop. Dit kan leiden tot
buikkrampen en/of een
opgeblazen gevoel. Soms kan de patiënt het gevoel hebben dat hij ontlasting moet hebben. De ingeblazen lucht kan worden laten ontsnappen. Indien nodig worden vernauwingen opgeheven, weefsel voor onderzoek weggenomen en
poliepen verwijderd; dit gebeurt op een volkomen pijnloze manier.
Na het onderzoek
Na het onderzoek slaapt de patiënt uit op de afdeling totdat hij goed wakker is, meestal duurt dit ongeveer een uur. De verpleegkundige houdt de patiënt tijdens deze periode in de gaten. De patiënt kan op het toilet de overtollige lucht uit de darmen laten ontsnappen, wat de kans op buikkrampen vermindert. Daarna is eten en drinken weer toegestaan. Soms ontvangt de patiënt een voorlopige uitslag van de arts. Vervolgens mag de patiënt onder begeleiding naar huis. Door de narcose zijn zijn reflexen en beoordelingsvermogen verminderd; daarom mag hij geen voertuigen besturen of gevaarlijke activiteiten uitvoeren. Mogelijk ervaart de patiënt nog
darmkrampen, gering bloedverlies uit de anus of een tijdelijk suf gevoel. Als de patiënt na het onderzoek hevige
buikpijn ervaart of aanhoudend bloed blijft verliezen, moet hij contact opnemen met de Endoscopie-afdeling.
Uitslag
Soms ontvangt de patiënt al een voorlopige uitslag in het ziekenhuis. De arts die het onderzoek heeft aangevraagd, ontvangt doorgaans de resultaten. Als er weefsel is weggenomen tijdens het onderzoek, kan het enkele dagen duren voordat de uitslag bekend is.
Lees verder