Antibiotica geassocieerde diarree: Oorzaken en symptomen
Patiënten met een bacteriële infectie krijgen vaak antibiotica voorgeschreven. Dit leidt af en toe tot diarree, die meestal mild van aard is en daarom geen medische behandeling behoeft. In de darm leven veel gezonde (nuttige) bacteriën, naast diverse schadelijke bacteriën. Door een antibioticakuur raakt dit evenwicht verstoord, wat kan leiden tot een overgroei van sommige schadelijke bacteriën, met name Clostridium difficile. Wanneer patiënten kampen met een C. difficile-infectie, lijden ze onder andere aan krampachtige buikpijn en erg waterige diarree. De arts moet vaak het antibioticum stopzetten en schrijft dan andere medicatie voor. De prognose is meestal uitstekend. Via enkele tips is het mogelijk om het risico op het krijgen van antibiotica-geassocieerde diarree te voorkomen.
Oorzaken van diarree door antibioticabehandeling
Verstoring van evenwicht van darmbacteriën
In de darm bevinden zich veel verschillende onschadelijke, nuttige bacteriën. Slechts enkele soorten zijn schadelijk. Deze slechte bacteriën zijn normaal gesproken in de minderheid omdat het natuurlijke evenwicht van de
darm dit onder controle houdt. Wanneer een patiënt echter een
antibioticabehandeling start, worden diverse ‘nuttige’ bacteriën gedood, waardoor het evenwicht tussen de verschillende soorten verstoord raakt. Meestal kampt een patiënt dan met milde, kortdurende
diarree, maar soms zijn zoveel goede bacteriën gedood dat de slechte bacteriën zich ongecontroleerd kunnen gaan vermenigvuldigen. Dit gebeurt vooral door de bacterie
Clostridium difficile (C. difficile). Bij een overgroei gaat deze bacterie irriterende chemicaliën produceren die de darmwand beschadigen en een darmontsteking (
colitis) veroorzaken.
Verspreiding van bacteriën
In ziekenhuizen en verpleeghuizen gebeurt de
verspreiding van C. difficile-bacteriën van persoon op persoon door bijvoorbeeld contact met besmette
handen, maar ook via besmette toiletten, wastafels en andere oppervlakken die zijn besmet met ontlasting.
Risicogroepen van Clostridium difficile-infectie
Clostridium difficile-infecties komen meestal tot stand bij patiënten
- die al langdurig antibiotica gebruikt hebben
- die een hoge dosis antibiotica nemen
- die een krachtig breedspectrumantibioticum nemen
- die een oudere leeftijd hebben
- die in het verleden antibiotica-geassocieerde diarree gehad hebben
- die meerdere antibiotica nemen
- met chronische aandoeningen
Soms zijn echter ook gezonde mensen aangetast wanneer ze antibiotica gebruiken.
Bepaalde antibiotica leiden sneller tot diarree /
Bron: Stevepb, PixabayAntibiotica die sneller leiden tot antibiotica-geassocieerde diarree
De meest voorkomende boosdoeners die leiden tot antibiotica-geassocieerde diarree zijn:
- ampicilline (verkocht onder verschillende merknamen)
- cefalosporines, zoals cefdinir en cefpodoxime (Keflex)
- clindamycine (Cleocin)
- penicillines, zoals amoxicilline en ampicilline
Symptomen
Mild
Patiënten die een antibioticum gebruiken, krijgen vaak te maken met milde veranderingen in de populatie van darmbacteriën, waardoor sporadisch wat losse ontlasting of milde diarree gedurende enkele dagen kan optreden, wat mogelijk gepaard gaat met
een vieze geur. Deze symptomen stoppen zodra de antibioticabehandeling is beëindigd.
Ernstig
Als de patiënt een meer dramatische verandering in de darmbacteriën heeft en C. difficile-bacteriën beginnen te groeien, ontstaat een C. difficile-infectie. De bekendste symptomen hiervan zijn een gevoeligheid van de buik,
koorts, een
verlies van eetlust, krampachtige
buikpijn, waterige diarree en pus of bloed in de diarree (als de ziekte vordert tot C. difficile colitis). Soms ontwikkelen koorts en buikpijn zich enkele dagen voordat de diarree begint. Diarree veroorzaakt door de C. difficile-toxine begint meestal terwijl de patiënt het antibioticum gebruikt, maar af en toe komt de diarree pas tot enkele weken na het stoppen met de antibioticakuur tot uiting.
Alarmsymptomen
Wanneer één of meer van de volgende symptomen optreden, is medisch advies nodig:
- bloed in de ontlasting
- [ARTIKEL=189592]pus in de ontlasting
- [ARTIKEL=191353]explosieve, waterige diarree
- buikpijn of een gevoelige buik
- koorts
- meer dan vijf losse ontlastingen of afleveringen van diarree per dag
Diagnose en onderzoeken
De arts wil de klachten kennen en noteert de naam van het voorgeschreven antibioticum, de datum waarop de patiënt dit voor het eerst nam en de datum waarop de darmklachten begonnen. De arts stelt verder ook nog vragen over het uiterlijk, de hoeveelheid en de vastheid van de ontlasting. Ook bijkomende symptomen zoals bijvoorbeeld bloed of pus in de ontlasting, koorts of buikpijn zijn waardevol voor de arts. In de meeste gevallen is de arts op basis van deze informatie al in staat om de diagnose te stellen. Bij ernstige symptomen voert de arts mogelijk een [ARTIKEL=189201]ontlastingsonderzoek uit, wat dan de aanwezigheid van een toxine geproduceerd door C. difficile-bacteriën onthult.
Veel water drinken is belangrijk, zeker wanneer diarree aanwezig is /
Bron: Jarmoluk, Pixabay
Behandeling van antibiotica-geassocieerde diarree
Milde symptomen
Veel vloeistoffen drinken (minstens acht tot tien glazen
water per dag) is belangrijk om
uitdroging te voorkomen. Melkproducten, voedingsmiddelen die tarwebloem bevatten (brood, macaroni, pizza) en vezelrijk voedsel (fruit, maïs en zemelen) moeten patiënten tijdelijk vermijden, omdat het spijsverteringskanaal hiervoor enkele dagen gevoelig is. Zelfmedicatie nemen is geen goed idee omdat dit mogelijk de werking van de darm kan verstoren, die schadelijke bacteriën en gifstoffen uit het lichaam wil verwijderen via de ontlasting.
Ernstige symptomen
Bij ernstigere diarree door een infectie met C. difficile stopt de arts de antibioticabehandeling en schrijft hij vancomycine of fidaxomicine voor. Dit zijn via de mond ingenomen antimicrobiële geneesmiddelen. Zeer sporadisch worden patiënten ernstig ziek, waarbij ze hoge koorts, buikpijn en een
toxisch megacolon (gevaarlijke verbreding van de dikke darm) ontwikkelen. Dit leidt mogelijk tot een gat of lek (
perforatie) in de darm waarvoor chirurgie nodig is.
Prognose
De prognose is meestal uitstekend. Bij milde diarree veroorzaakt door antibiotica wordt de stoelgang geleidelijk weer normaal zodra de antibioticabehandeling is voltooid. Bij ernstigere vormen van C. difficile-diarree verdwijnen de symptomen meestal binnen de eerste 72 uur van de medicamenteuze behandeling, maar vaak keert de diarree wel tijdelijk terug. Bijna al deze patiënten zijn succesvol te behandelen met een tweede medicijnkuur.
Complicaties
Een C. difficile-overgroei leidt af en toe tot
pseudomembraneuze colitis, een soort dikkedarmontsteking. Patiënten met pseudomembraneuze colitis lopen het risico op een ernstig opgezwollen colon dat niet meer functioneert (toxisch megacolon), wat resulteert in een gat door de darmwand (darmperforatie).
Preventie van overgroei van bacteriën van Clostridium difficile
Het is mogelijk om de verspreiding van de schadelijke bacteriën te voorkomen door het volgen van een
goede handhygiëne (regelmatig wassen met stromend water en zeep, zeker na het toiletgebruik, na een luierwisseling, na bezoek aan een patiënt met C. difficile of na de reiniging van bedpannen). Handreinigers op alcoholbasis doden deze bacteriën namelijk niet. Ook moeten patiënten een wasmiddel en indien mogelijk een chloorbleekmiddel gebruiken om met ontlasting bevuilde kleding te wassen. Vervuilde badkameroppervlakken moeten mensen reinigen met een op chloor gebaseerd huishoudelijk reinigingsmiddel. Door het gebruik van
probiotica zoals het eten van
yoghurt, is het mogelijk om de effecten van het medicijn op de normale darmbacteriën te verminderen.
Lees verder