Ontlastingsonderzoek: Onderzoek van stoelgangsmonster
Vooral voor het opsporen van de oorzaak van bepaalde spijverteringsgerelateerde symptomen, zet de arts een ontlastingsonderzoek in. De patiënt verzamelt dan thuis via een specifieke procedure een stoelgangsmonster. Dit moet snel naar de arts worden gebracht, zodat bacteriën zich niet beginnen te vermenigvuldigen. In het laboratorium wordt de stoelgang getest op onder andere de aanwezigheid van bacteriën, virussen of andere ziektekiemen, waardoor de oorzaak van de symptomen van een patiënt kan worden bepaald. Aan dit veilige onderzoek zijn geen risico’s verbonden.
Indicaties
De arts bestelt een ontlastingsonderzoek wanneer de patiënt kampt met één of meer van volgende tekenen:
De arts zet dit onderzoek vooral in bij erg jonge of oude patiënten, patiënten met een
zwak immuunsysteem, patiënten die naar een ander land gereisd hebben en patiënten die mogelijk besmet voedsel of water geconsumeerd hebben. Ook wanneer de symptomen ernstig zijn, beveelt de arts dit onderzoek aan.
Een ontlastingscultuur is bijvoorbeeld inzetbaar om volgende aandoeningen te diagnosticeren:
bloedingen in het spijsverteringsstelsel zoals bijvoorbeeld een maagbloeding (symptomen van bloed
braken en een
zwarte ontlasting)
Voor het ontlastingsonderzoek
De arts moet op de hoogte zijn van alle medicijnen die de patiënt gebruikt, omdat deze de testresultaten mogelijk beïnvloeden. Hij moet ook weten of de patiënt
kruiden, supplementen,
vitaminen, vrij verkrijgbare medicijnen of illegale drugs gebruikt (
drugsgebruik)
Praktisch bij ontlastingstest
Potje
De arts heeft een ontlastingsmonster nodig. Dit ontlastingsstaaltje moet een patiënt niet noodzakelijk bij een toilet bij de dokterspraktijk inleveren. De patiënt krijgt een speciaal klein potje met een dekseltje mee naar huis. Gewoonlijk is hierop een etiket gekleefd met de naam en geboortedatum van de patiënt op, al is het eveneens mogelijk dat de secretariaatsmedewerker of arts dit bij inlevering op het potje kleven.
Eerst plassen
In het stoelgangsmonster mag er geen urine terechtkomen. Daarom is het belangrijk dat de patiënt voordat hij start met het opvangen van de poep, eerst al de blaas ledigt.
Ontlastingsmonster nemen
De patiënt plaatst iets in het toilet om de ontlasting op te vangen, bijvoorbeeld een lege plastic voedselbak of een pot. De stoelgang mag de binnenkant van het toilet niet aanraken, want dit bevat kiemen die niet afkomstig zijn van de patiënt. Vervolgens plaatst de patiënt het opgevangen ontlastingsmonster in het potje, maar hij gebruikt hierbij de
handen niet. Meestal is er een klein lepeltje of spateltje bevestigd aan het opvangpotje dat de patiënt mag weggooien na gebruik. Het is belangrijk om het potje niet te overvullen. Het stoelgangmonster moet voor het onderzoek minimaal de grootte van een walnoot hebben. Verder doet de patiënt ook alle bloederige, slijmerige of waterige inhoud in het potje. Vervolgens stopt de patiënt het potje in een afgesloten plastic zak en wast hij de handen grondig met warm, stromend water en zeep. Alle overgebleven poep spoelt hij door het toilet.
Naar de arts
De patiënt moet zo snel mogelijk naar de arts met het ontlastingsmonster. Het is wel mogelijk om dit tot 24u in de koelkast in een afgesloten plastic zak te bewaren maar zeker niet langer. Ontlastingsmonsters moeten vers zijn voor een onderzoek. Als dat niet het geval is, gaan de bacteriën zich vermenigvuldigen. Hierdoor zijn de niveaus van bacteriën in het stoelgangsmonster niet hetzelfde als de niveaus van bacteriën in het spijsverteringsstelsel. Als de niveaus van bacteriën niet overeenkomen, zijn de testresultaten mogelijk niet nauwkeurig.
Resultaten van onderzoek van stoelgangsmonster
De arts stuurt het monster naar het laboratorium. De poep wordt op een speciaal steriel plaatje gesmeerd dat bacteriën helpt groeien. Vervolgens bekijkt de laborant dit onder een microscoop. In het laboratorium gebeurt een onderzoek op verborgen (occult) bloed, vet, vleesvezels, gal, witte bloedcellen en suikers in de ontlasting. Ook wordt de pH van de ontlasting getest. Meestal zijn de resultaten van de ontlastingscultuur dan binnen één à twee dagen bekend bij de arts. Negatieve testresultaten wijzen op een normale ontlasting waarin zich geen bacteriën bevinden. Wanneer een positief testresultaat aanwezig is, is de ontlasting geïnfecteerd met een kiem, virus of een type bacterie. De arts komt via het laboratorium te weten wat de boosdoener is van de ziekte een ook welke medicijnen de ziekte bestrijden. Op deze manier weet de arts welke behandeling hij moet inzetten.
Lees verder