Lactose-intolerantie: Symptomen bij melk en zuivelproducten
Wereldwijd is lactose-intolerantie de belangrijkste vorm van voedselintolerantie. Patiënten met deze aandoening zijn niet in staat om lactose (een type suiker) in melk en zuivelproducten te verteren. Lactose-intolerantie is het gevolg van een tekort aan lactase, het enzym dat verantwoordelijk is voor het metaboliseren van lactose in de dunne darm. Deze goedaardige aandoening kan erg vervelend en beschamend zijn. Winderigheid, diarree en een vol gevoel zijn enkele symptomen waarmee patiënten kampen nadat ze zuivelproducten gegeten of gedronken hebben. Een genezing bestaat niet voor de aandoening, maar dankzij supplementen, het eten van lactosevrije producten en het vermijden van bepaalde melk- en zuivelproducten ervaren de patiënten geen klachten meer. De vooruitzichten zijn in de meeste gevallen uitstekend, en slechts zeer af en toe ontstaan complicaties die echter goed te behandelen zijn.
Lactose in producten
Voeding
In de volgende onvolledige lijst van voedingsmiddelen bevindt zich zeker lactose, daar hierin standaard boter, room, melk of andere zuivelproducten verwerkt zijn.
- bewerkte voedingsmiddelen die melkpoeder, wei, enzovoort bevatten
- boter
- chocolademelk, yoghurtdrink, milkshakes, fruitzuiveldranken
- dranken op basis van melk
- geitenmelk, schapenmelk, paardenmelk en ezelinnenmelk
- kaas / kaassaus / kaasspreads / smeltkaas / smeerkaas / zachte geiten- en schapenkaas
- kwark
- magere, halfvolle en volle melk, koffiemelk, karnemelk
- margarine
- roomsauzen
- roomsoepen
- slagroom, zure room en crème fraîche
- vla, pap, pudding, mousse
- voedsel gemaakt met melk
- yoghurt, kwark, kefir
Verder bevatten de onderstaande voedingsproducten mogelijk, maar niet altijd, lactose. Goed de voedingsetiketten nalezen is bijgevolg de boodschap. Ook deze lijst is niet volledig.
- babyvoeding
- bakkerijproducten
- broden
- cakes
- droge mixen
- een roerei
- gedroogde groenten
- ijs / sorbet
- koekjes
- mueslirepen
- ontbijtgranen
- pannenkoeken
- quiche
- slasaus, sladressing en mayonaise
- snoep
- sommige verwerkte vleeswaren, zoals gesneden ham
In veel geneesmiddelen bevindt zich lactose /
Bron: Stevepb, PixabayMedicijnen
Veel geneesmiddelen bevatten ook lactose, dat wordt gebruikt als vulstof, vooral in witte tabletten. Veel
anticonceptiepillen en medicijnen die inzetbaar zijn voor de behandeling van maagzuur bevatten lactose. Het is belangrijk dat de arts dit meldt aan patiënten die lactose-intolerant zijn.
Terminologie: Lactose-intolerantie versus melkallergie
Lactose-intolerantie is niet hetzelfde als een
melkallergie. Patiënten met een melkallergie zijn
allergisch voor bepaalde eiwitten in melk en zuivelproducten. Ernstige allergiereacties, beter bekend als
anafylaxie, zijn potentieel levensbedreigend. De symptomen van lactose-intolerantie zijn minder ernstig dan die van een melkallergie. Patiënten met een melkallergie moeten alle voedingsmiddelen en dranken vermijden die melk of andere zuivelproducten bevatten. Patiënten met lactose-intolerantie mogen deze nog wel eten en drinken in kleine hoeveelheden, hoewel dit ook kan variëren tussen patiënten. Lactose-intolerantiereacties zijn tot slot niet levensbedreigend.
Epidemiologie van aandoening
Baby’s en kinderen
Vooral bij
te vroeg geboren baby’s komt lactose-intolerantie bij de geboorte al tot uiting, al lijden ook
baby’s met een genetisch defect soms aan de ziekte.
Volwassenen
Lactose-intolerantie komt veel voor bij volwassenen. Bij mensen met een blanke huidskleur ontwikkelt de aandoening zich vaak bij kinderen ouder dan vijf jaar. Op deze leeftijd stopt het lichaam met het aanmaken van lactase. Bij Afro-Amerikanen komt lactose-intolerantie mogelijk al op tweejarige leeftijd tot uiting. De aandoening komt zeer vaak voor bij volwassenen met Aziatische, Afrikaanse of Indiaanse afkomst. De ziekte komt minder vaak voor bij mensen met een Noord- of West-Europese achtergrond.
Mechanisme
Afbraak van lactose
Lactose, een suiker die van nature voorkomt in melk en melkproducten, moet in de dunne darm worden afgebroken om goed te worden opgenomen. Bij mensen met lactose-intolerantie ontbreekt echter vaak het enzym lactase of is dit enzym onvoldoende aanwezig. Lactase is verantwoordelijk voor het splitsen van lactose in de suikers glucose en galactose, die vervolgens in de bloedbaan kunnen worden opgenomen. Wanneer lactase ontbreekt of onvoldoende actief is, blijft de lactose onverteerd en passeert het de dunne darm zonder volledig te worden opgenomen, wat symptomen veroorzaakt.
Rol van bacteriële fermentatie
Wanneer onverteerde lactose in de dikke darm terechtkomt, wordt deze gefermenteerd door darmbacteriën. Dit fermentatieproces leidt tot de vorming van gassen, zoals waterstof en methaan, die opgeblazenheid, winderigheid en krampen kunnen veroorzaken. Daarnaast zorgt de aanwezigheid van lactose in de dikke darm voor een osmotisch effect, waardoor water wordt aangetrokken en diarree kan ontstaan. Dit complex aan processen veroorzaakt de typische symptomen van lactose-intolerantie bij patiënten.
Oorzaken: Tekort aan enzym lactase
Lactose is een type suiker dat zich in melk en andere zuivelproducten bevindt. Het lichaam heeft het enzym 'lactase' nodig om lactose te verteren. Wanneer mensen melk drinken of een product op basis van melk consumeren, breekt lactase in onze darmen de melksuiker af. Vervolgens wordt dit opgenomen in het lichaam door de darmen. Bij patiënten die lactose-intolerant zijn, gebeurt de afbraak van lactose niet. Lactose gaat dan namelijk naar de dikke darm, waar het zich vermengt met normale bacteriën en fermenten. Dit resulteert in een aantal symptomen.
Soorten
Congenitale lactose-intolerantie
Zeer sporadisch komen baby’s ter wereld met een genetisch defect waardoor het lichaam niet in staat is om lactase-enzymen aan te maken. Beide ouders moeten het gewijzigde gen (genmutatie) doorgeven aan het kind opdat de ziekte tot uiting komt.
Ontwikkelings-lactose-intolerantie
De lichamen van baby's maken het enzym lactase aan, zodat ze melk (zoals ook moedermelk) kunnen verteren. Baby's die te vroeg geboren zijn, hebben soms lactose-intolerantie. Veelal verdwijnt dit vanzelf kort na de geboorte.
Primaire lactose-intolerantie
Primaire lactose-intolerantie is de meest voorkomende vorm. Het lichaam stopt meestal met het maken van lactase wanneer kinderen vijf jaar oud zijn (vanaf twee jaar bij Afro-Amerikanen). Naarmate de lactasewaarden afnemen, is het voor de patiënt lastiger om zuivelproducten te verteren. Patiënten met primaire lactose-intolerantie maken minder lactase aan, waardoor het lastiger is om op volwassen leeftijd zuivelproducten te verteren. Genetische factoren spelen hierbij een rol. Veel mensen met een Afrikaanse, Aziatische, Spaanse, mediterrane en Zuid-Europese achtergrond zijn getroffen door de primaire vorm. Het komt minder vaak voor bij mensen die afkomstig zijn uit Noord- of West-Europa.
Secundaire lactose-intolerantie
Wanneer problemen ontstaan met de dunne darm, maakt het lichaam minder van het lactase-enzym aan. Dit geldt voor bijvoorbeeld volgende problemen aan de dunne darm:
- chirurgie van de dunne darm
- infecties in de dunne darm (komt het vaakst voor bij kinderen) zoals gastro-enteritis (buikgriep)
- ziekten die de dunne darm beschadigen, zoals coeliakie of de ziekte van Crohn (aandoening met diarree en buikpijn)
Als de arts in staat is om deze ziekte of schade te behandelen, verbeteren veelal de symptomen van lactose-intolerantie.
Risicofactoren
Genetische aanleg
Genetische aanleg speelt een belangrijke rol bij lactose-intolerantie. De activiteit van het enzym lactase is in veel gevallen genetisch bepaald, en veel patiënten met lactose-intolerantie vertonen een genetische variatie die een geleidelijke afname van lactase-activiteit veroorzaakt na de kindertijd. Deze afname is vooral gebruikelijk in populaties waar traditioneel minder zuivel wordt geconsumeerd, zoals in Aziatische en Afrikaanse gemeenschappen. Genetisch advies kan waardevol zijn om inzicht te krijgen in de erfelijke aard van lactose-intolerantie en om eventuele familiale risico’s in kaart te brengen.
Leeftijdsgebonden factoren
Bij ouderen neemt de productie van lactase van nature af, wat kan leiden tot een grotere kans op lactose-intolerantie. Deze leeftijdsgebonden afname van lactase-activiteit betekent dat ouderen vaker klachten krijgen bij het consumeren van lactosehoudende producten, zelfs als zij in hun jeugd geen problemen met lactose verteerden. Ouderen kunnen baat hebben bij voedingsaanpassingen die helpen hun symptomen te beperken zonder hun voedingspatroon onevenwichtig te maken.
Risicogroepen
Personen met gastro-intestinale aandoeningen
Patiënten met aandoeningen zoals het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) of inflammatoire darmziekten (zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa) hebben vaak een verhoogde kans op lactose-intolerantie. De beschadigde darmwand bij deze aandoeningen kan leiden tot een verminderde lactase-activiteit, waardoor lactose slechter wordt verteerd. Opvolging en controle bij deze risicogroepen kunnen helpen om de symptomen beter te beheren en de kwaliteit van leven te verbeteren.
Bevolkingsgroepen met een lage zuivelconsumptie
Bevolkingsgroepen waar zuiveltraditioneel minder deel uitmaakt van het dagelijkse voedingspatroon, zoals in veel Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse culturen, hebben een hogere incidentie van lactose-intolerantie. Deze patiënten kunnen doorgaans minder goed lactose verdragen omdat de lactase-activiteit op jongere leeftijd is verminderd. Voedingsaanpassingen, zoals het gebruik van lactosevrije producten of alternatieven zoals sojaproducten, kunnen nuttig zijn voor deze groepen.
Symptomen
Een tekort aan lactase (lactasedeficiëntie) gaat in de meeste gevallen niet gepaard met symptomen. De symptomen bij symptomatische patiënten treden veelal dertig minuten tot twee uur na het drinken of eten van melk of zuivelproducten op. De ernst van de symptomen hangt grotendeels af van hoe snel de lactase die beschikbaar is in het spijsverteringsstelsel, is opgebruikt. Volgende klachten kunnen mogelijk optreden na het drinken van melk of het eten van voedingsmiddelen die zuivelproducten bevatten:
Sommige patiënten hebben geen last van symptomen, maar ervaren bij grotere hoeveelheden van lactose klachten. De symptomen variëren ook bij mensen met lactose-intolerantie. Niet iedereen vertoont dezelfde symptomen, en ook de ernst verschilt per persoon. De hoeveelheid lactose die een persoon kan verdragen, verschilt bovendien van dag tot dag. Symptomen kunnen verergeren bij een grotere inname van lactose.
Alarmsymptomen
Bij lactose-intolerantie treden geen alarmsymptomen op. Echter, symptomen die zich plotseling voordoen, verergeren of niet verbeteren na het stoppen met het consumeren van lactose, kunnen wijzen op een andere medische aandoening. De arts dient dan geraadpleegd te worden.
Diagnose en onderzoeken
Zelftest
De patiënt kan zichzelf testen op lactose-intolerantie door gedurende twee weken geen melk of melkproducten te consumeren. Als de klachten verdwijnen, kan hij langzaam weer zuivelproducten introduceren en observeren hoe hij hierop reageert. Als de symptomen na het elimineren van de zuivelproducten blijven bestaan of terugkeren, is het noodzakelijk om een arts te raadplegen.
Diagnostische onderzoeken
Biopsie van de dunne darm
Als de symptomen mogelijk veroorzaakt worden door een onderliggende aandoening, zoals coeliakie, kan de arts een
biopsie van de dunne darm uitvoeren. Hierbij wordt een weefselmonster uit de bekleding van de dunne darm genomen en onderzocht.
Een bloedonderzoek kan nuttig zijn. /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Bloedonderzoek
Een
bloedonderzoek kan de reactie van het lichaam op een lactosebevattend drankje tonen door het meten van glucose- of andere metabolieten in het bloed.
Eliminatiedieet
Bij aanwijzingen van lactose-intolerantie kan de arts aanbevelen een
eliminatiedieet te volgen, waarbij voedingsmiddelen worden uitgesloten en vervolgens weer geïntroduceerd om de reactie te testen. De arts zal de voortgang nauwlettend volgen.
Lactose-intolerantietest
Bij een lactose-intolerantietest drinkt de patiënt een lactose-oplossing, waarna de arts een bloedmonster afneemt om de glucosespiegels te meten. Als het glucose-niveau niet stijgt, wijst dit op een slechte afbraak van lactose tot glucose en galactose. Bij een melk-tolerantietest wordt melk in plaats van een lactose-oplossing gebruikt.
Ontlastingsonderzoek
Voor baby's en jonge kinderen worden soms
ontlastingsonderzoeken uitgevoerd. Hoge concentraties acetaat en andere vetzuren in de ontlasting kunnen wijzen op lactose-intolerantie.
Waterstofademtest
Een
waterstofademtest meet het waterstofniveau in de adem van de patiënt. Bij lactose-intolerantie wordt bij de afbraak van lactose in de dikke darm waterstof geproduceerd, dat door het bloed naar de longen wordt vervoerd en uitademen wordt gedetecteerd.
Differentiële diagnose
Een arts stelt de diagnose van lactose-intolerantie vast na het uitvoeren van de bovenstaande tests en houdt rekening met andere spijsverteringsproblemen. De symptomen van lactose-intolerantie kunnen lijken op die van
inflammatoire darmaandoeningen,
coeliakie, en het
prikkelbaredarmsyndroom. Het stellen van een nauwkeurige diagnose is belangrijk voor het opstellen van een effectief behandelplan.
Behandeling van lactose-intolerantie
Voedingsaanpassingen
De patiënt kan kleine hoeveelheden melk en zuivelproducten proberen, om te ontdekken welke producten klachten veroorzaken. Sommige patiënten merken een vermindering van klachten door melk bij de maaltijd te drinken. Hardere kazen en yoghurt zijn vaak beter verteerbaar voor de meeste mensen met lactose-intolerantie.
Alternatieven voor melk en zuivelproducten
Patiënten kunnen de volgende voedingsmiddelen gebruiken als alternatief voor melk:
- amandelen / amandelmelk
- bladgroenten
- boerenkool
- broccoli
- eidooiers
- gedroogde bonen
- kokosmelk
- met calcium verrijkt sinaasappelsap en sojamelk
- rijstdranken
- runderlever
- sojabonen
- tofu
- vette vis, zoals zalm, tonijn en makreel
Lactosevrije producten
Er zijn veel lactosevrije zuivelproducten beschikbaar. Deze producten zijn verkrijgbaar in supermarkten en speciaalzaken.
Supplementen
Vrij verkrijgbare supplementen zoals Lactaid kunnen helpen bij het afbreken van lactose en verminderen zo de symptomen.
Opletten voor tekorten
Patiënten die melk volledig uitsluiten moeten ervoor zorgen dat ze voldoende calcium en vitamine D binnenkrijgen om tekorten te voorkomen. Tekorten kunnen omvatten:
Soms is het noodzakelijk om calcium- of vitamine D-supplementen te gebruiken.
Borstvoeding en lactose-intolerantie
Het is veilig voor vrouwen met lactose-intolerantie om een baby
borstvoeding te geven. Lactose in moedermelk veroorzaakt geen problemen voor de baby en verhoogt het risico op intolerantie niet. Moedermelk biedt belangrijke voordelen voor de groei en ontwikkeling van de baby.
Prognose
De symptomen van lactose-intolerantie kunnen ongemakkelijk zijn, maar zijn over het algemeen niet gevaarlijk. De meeste patiënten kunnen hun symptomen goed beheren door hun voedingspatroon aan te passen en hun lactose-inname te beperken. Sommige patiënten vinden het beter om lactose volledig te vermijden, maar moeten dan letten op mogelijke tekorten aan voedingsstoffen en vitamines.
Complicaties na eten van zuivelproducten en drinken van melk
In ernstige gevallen kan lactose-intolerantie leiden tot
uitdroging (dehydratie) door diarree en braken. Het is belangrijk om voldoende vocht in te nemen als deze symptomen optreden.
Preventie van lactose-intolerantie
Lactose-intolerantie kan niet worden voorkomen, maar de symptomen kunnen effectief worden beheerd door middel van voedings- en levensstijlaanpassingen.
Lees verder